OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

zondag, december 24, 2006

20 december ’06

Kuala Lumpur – Singapore
Met spijt ‘verhuizen’we(ja, we hebben hier echt een beetje gewoond tussen de Maleisiërs) vandaag naar Singapore, met de nachttrein. Morgen om 8h komen we toe, dachten we…
Omdat de kapper nogal wat al te lang bezig was aan het haar van Christine, en we nog wat kleren wilden kopen, is het toch weer ‘in a hurry naar ‘Kuala Lumpur Sentral’. O ramp! We zijn er perfect in geslaagd al onze ringitts op te doen, maar vergaten twee ringitts voor de metro over te houden…



We leggen het uit aan de balie van het hotel, ja, we krijgen vlug twee ringitts
Op een drafje naar de metro. Oef, op tijd in het Centraal Station.
Terwijl we daar puffend , en badend in ons zweet uitblazen: ‘attention, attention! The train to Singapore is cancelled because of the fluid .
Wablief! En wat nu??? We mòeten in Singapore geraken voor ons vliegtuig, overmorgen.
We wisselen het ticket uit, en nemen de metro terug naar het busstation.
-‘fluid? Yèèèss! But no problem for the bus.
-Do you have ticket for tonight?
-Yes, departure here at 00h, arrivel at Singapore 5.00h am, 35 ringitts.

21 december ‘06

Singapore
En zo wordt het toch weer een nachtje buszitten, met weinig slapen, grensformaliteiten voor Maleisië om 3.30am, formaliteiten voor Singapore om 4.00 am, en drop out of the bus at 4.45 am, in de gutsende moesson..
Natuurlijk zit onze regenjas onderaan in de rugzak.
We nemen een taxi, en passeren vijf hotels, allemaal volzet. Wat is advance bookinng op internet toch interessant. Hum, hum.
We laten ons afzetten in de Indische wijk. Na vele hotels vind ik toch een schappelijke kamer, en vallen we eerst enkele uren in slaap.
In de loop van de voormiddag beginen we Singapore te verkennen. Het is avond voor we het weten, en het duurt ook zijn tijd om in zo’n wereldstad wéér eens het metrosysteem te leren kennen en een beetje je draai te vinden…

22 december ‘06

Singapore
We beginnen hier nu een beetje de weg te kennen. Ja, Singapore is een prachtige stad! Goed georganiseerd, net en hypermodern.
We slenteren rond in Little India, Chinatown, de Arabische wijk. Even later ben je met de snelmetro tussen de wolkenkrabbers, of neem je de kabelbaan over één van de grootste havens ter wereld.
Het is allemaal mooi, maar Singapore is vooral een voorbeeld een van multiculturele samenleving. Je ziet allerlei types mensen door mekaar. En allerlei godsdiensten: Bouddhabeelden staan broederlijk naast een moskee, en ook vele kerken sieren het straatbeeld. Engels is hier de voertaal, maar ook andere talen worden hier gebuikt, vooral het Chinees. Een gesluierde vrouw zit naast een paartje dat aan het zoenen is op de metro. Zo’n overvolle metro bekijken doet deugd aan het hart, omdat je hier merkt dat mensen van heel verschillende huiskleur, godsdienst of taal, perfect in harmonie kunnen samenleven. Iedereen mag in dit geheel zijn eigen gewoontes en cultuur behouden in volle vrijheid ( dit geeft juist extra kleur aan zo’n stad!), maar het begint mis te gaan als de ene groep iets wil opdringen aan de andere. We kunnen er iets van leren in België.
Op de kamer is draadloos internet ter beschikking, we nemen een vliegtuigticket tussen Batam en Jakarta, en kijken ook hoe de veerboot naar Batam in mekaar zit. Voor we het weten is het weer avond, en brengt de metro ons naar de luchthaven…
Ook daar, met de klink van het vliegtuig in de hand kun je nog ‘free’ op internet. We mailen naar de kinderen dat we voor het vliegtuig staan. Ja, morgen arriveren we zeker
Tussenlanding in Bangkok, tot 1h plaatselijke tijd.

23 december ’06

Singapore – Bangkok – Helsinki – Brussel – Brugge
23 dec, of moet ik zeggen 22 dec, want thuis is het nog 22 dec…
Ik doe het zo, om het tijdsverschil te overbruggen: Eerst wakker blijven tot 4h Singapore tijd.( intussen hebben we al twee maal avondmaal gekregen, op de twee verschillende vluchten) Daarna val ik 7 uur in slaap. Bij het ontwaken verzet ik mijn uurwerk naar Westeuropese tijd, en dit is…weer 4 uur. We krijgen voor de eerste keer ontbijt. De dag is begonnen.
Christine is wat nostalgischer. Ze laat haar uurwerk op Singapore tijd staan, om te kunnen zien in België hoe laat het nu zou zijn in Azië. Ook leuk.
Op de GPS van het vliegtuig kun je volgen waar we vliegen, aan méér dan 1000 km/h, op 11 km hoogte. Zo’n vliegtuig is toch een echt wonder. We vliegen over Myanmar, India, Pakistan, de Karakorum over, en dan dwars over Rusland, de Baltische staten, recht op Helsinki, Finland.
We kijken door het raampje. India…Onder ons slaapt Hira met zijn vrouw en 3 kindjes, bruist het leven in Pakistan. De Karakorum Highway… Zòveel beelden komen op je netvlies.
Na de tusenlanding in Helsinki zien we bij het opstijgen de zon opkomen boven de bevroren Oostzee. Wat een verschil! Enkele uren geleden stegen we op bij 29°C, boven een staalblauwe tropische zee…
We naderen Brussel, en krijgen elk een glas Champagne. We klinken uit dankbaarheid voor dit stuk reis. We kunnen het bijna niet geloven dat we het doorsparteld hebben zonder ongelukken en gezondheidsproblemen.
Koenraad, Nele, Goedele en Roeland staan ons op te wachten op de luchthaven. De emoties komen los, na zo’n lange periode. Wat zijn we gelukkig hen terug te zien. Na enkele uren zijn we het weer zo gewoon in België.
Het doet deugd de familie terug te zien.
Dan naar huis. Didier, Linus en Elke zijn er. We zien hen doodgraag, het weerzien is allerhartelijkst. We leren Ine kennen.
In ons hart hebben we nu 8 kinderen. Ze hebben een allerhartelijkste ontvangst voor ons voorbereid, met een echte ‘spaghetti germonpraise’. Ik weet niet wat er nog méér deugd kan doen. Welkom thuis!
We wensen iedereen een zalige Kerst en een gelukkig Nieuwjaar, en in de periode dat we thuis zijn is iedereen bij ons ook hartelijk welkom!

woensdag, december 20, 2006

15 december ’06

Kuala Lumpur
We slenteren wat in Chinatown rond, maar vinden niet direct onze draai in deze wereldstad. De hitte slaat vermoeiend op ons en we blijven wat nostalgie hebben naar Kuala Assebroek.
Je bent geneigd van de ene geklimatiseerde ruimte naar de andere te lopen! De metro is ideaal: lekker fris. Je zou erop blijven zitten.
We nemen de metro gewoon naar een willekeurige bestemming in een buitenwijk, om het gewone leven hier, buiten het stadscentrum te zien. Na enkele haltes zitten we tussen de plaatselijke mensen. Iedereen houdt ons in het oog. Wat komen die hier in godsnaam doen??
We stappen af tussen enkele gore flatgebouwen. Een beetje te vergelijken met de Bijlmer nabij Amsterdam. De reusachtige gebouwen worden bewoond door een moslimbevolking. Tussen de gebouwen wordt buiten geleefd. Het ziet er erg gezellig uit. We worden aangestaard alsof we wereldwonderen zijn.
Nog een halte verder. Een heel andere wijk. Veel meer gemengd. Je ziet weer vrouwen met de rode stip op het voorhoofd, teken van Hindoe. Een biertje is ook te krijgen. Gezellige restaurantjes en winkels zomen de wijk af, maar krottewijken staan ook her en der verspreid. Dit is dan de andere kant van de hoogste twintowers ter wereld…
We zijn vroeg terug op onze kamer en zetten radio Kievitstraat aan. Dit zijn al onze CD’s van thuis, die op de computer staan, die we in random laten spelen. De nostalgie blijft doorwerken. Nog een week en we zijn thuis…
We zitten er ook een beetje aan vast, omdat we wat dagen over hebben, en in Singapore moeten eindigen. (Indien we niet naar Singapore zouden moeten, zouden we overmorgen de Straat Van Malaca oversteken, naar Indonesië,Sumatra, en zo onze reis richting Australië verderzetten.)




16 - 19 december ’06


Kuala Lumpur
We kennen nu in de wereldstad Kuala Lumpur goed de weg! We weten hoe het metrosysteem werkt, en laten ons volledig door de stad en zijn drukte opslokken.
De gebouwen zijn indrukwekkend. Vooral de twintouwers, op één na de hoogste wolkenkrabber ter wereld. Volledig opgebouwd met Europees roestvrij staal. De stijl en de inplanting is magnifiek. Een monorail metrostel kietelt de tenen van de wolkenkrabber…Je waant je in Walibi of zo.
Op de benedenverdieping is een prachtige concertzaal. We nemen ticketten voor een concert van Tsjaikovsky.
Maar, op onze sandalen en met kniebroek kunnen we niet binnen… Vlug naar de supermarkt om schoenen, een hemd, een broek.
Daar staan we dan, sinds zes maand weer in ‘gewone’ kleren. Het is wat onwennig, maar ergens wel plezant, omdat je het gevoel hebt je toeschouwersrol als reiziger eens opzij te zetten, en weer deel te nemen aan het leven.
We staan versteld over de informatica, hier in dit deel van Azië. We komen een’digitaal shoppingcenter’tegen (groter dan de makro), en…raken er niet meer buiten! We vergapen ons aan zoveel moderne communicatiemiddelen, en laten ons alles haarfijn uitleggen. Het wordt een interessante ‘cursus multimedia-communicatie-GPS’. Als je hier een internetabbonnement neemt, kun je overal draadloos rechtstreeks op internet. Kleine mobiele systeempjes, met opvouwbaar klavier,scherm…enz vliegen als zoete broodjes over de toonbank Daar staan we in Europa wel nog een tijdje vanaf.
Het scheelt geen haar of we laten een gloednieuwe computer voor thuis samenstellen, maar de douane weet je wel….
Ja, enkele dagen geleden stapten we nog in het oerwoud waar aboriginals leven, wat een verschil in hetzelfde land!
Toch blijf je in Azië. Het is warm, waardoor alles op straat gebeurt: verkoop, eten, je schoenen laten herstellen…Onder onze eigen zweetstromen laten we ons volledig door die immense drukte overspoelen. Heerlijk een beetje in Kuala Lumpur te wonen!

20 december ’06

Kuala Lumpur – Singapore
Met spijt ‘verhuizen’(ja, we hebben hier echt een beetje gewoond tussen de Maleisiërs) we vandaag naar Singapore, met de nachttrein. Morgen om 8h komen we toe.

donderdag, december 14, 2006

11 december ’06

Gua Musang – Kuala Tembeling – Kuala Tahan
Het was middernacht toen we uiteindelijk in ons bed raakten, in Gua Musang. Om 2h wordt er op de deur gebonsd. Mijn hart bonst al even hard, want de guesthouse heeft geen voordeur, en er zit niemand aan de receptie. Iedereen kan dus binnen…
-Hello, hello,…
-What do you want???
-Did you pay your room???
-Yes…
We doen uiteindelijk de deur open, en hebben alle moeite van de wereld de baas van het hotel ervan te overtuigen dat we reeds betaalden aan iemand anders…
Om 5.15h er weer uit voor de trein van 6h.
We vertrekken drie kwartier te laat, en zitten wat moetjes op de trein. De zon komt op boven de jungle, terwijl we verder zuidwaarts bollen. Het is prachtig. We hebben goed gekozen dit deel van de treinrit te sparen voor ’s morgens, en niet in het donker af te leggen!
Op de kaart, en merk ik dat we in beter in Kuala(=dorp) Tembling kunnen uitstappen, en niet in Jerantut, zoals aangegeven in de Lonely Planet. Natuurlijk twijfelt Christine aan mijn kennis van zaken (hum, hum), maar achteraf blijkt dat het juist is. Het stationnetje ligt op een kwartier wandelen van het vertrekpunt van de ‘jetty’(een lange, houten, platte schuit met buitenboordmotor), die ons over de Sungai(=rivier)Tembeling naar Kuala Tahan
brengt.
Als we het achterste van de trein tussen de tropische plantengroei zien verdwijnen voelen we ons een beetje gedropt. Wat nu? Langswaar is het nù? Rondomrond oerwoud. Zegt Christine:
-‘t was wellicht beter langs Jerantut
-grr, grr
Het is hier toch niet zo verlaten als we eerst dachten zodat we twee keer de weg kunnen vragen bij de wegsplitsing. Twee keer een verschillend antwoord… Uiteindelijk kiezen we de verkeerde weg dòòr het dorp, maar raken via een omweg bij de boot. Het is hier mooi, en we houden er beiden van zo op weg te zijn met de rugzak en voelen ons op de Santiagoroute.
Al van gisteren merk je niet alleen dat we weer in Islamgebied reizen aan de hoofddoeken, maar ook aan de hartelijkheid van de mensen. Het is net als in Pakistan. Ze roepen en zwaaien, stoppen om te vragen hoe het met je gaat…Het moet gezegd: gastvrijheid is een traditie in de Islam wereld.
Had je een jaar geleden moeten zeggen tegen me dat ik in Maleisië in 35°C in het vochtig oerwoud mijn laptop van 5 kg zou meeslepen, ik zou je gek verklaard hebben! Toch hebben we dit handige ding hier mee, maar het is extra zweten. Christine heeft zich dan weer laten gaan aan zee en maar efkens een kilootje schelpen mee, plus al enkele kilootjes ‘Christmas shopping’. ’ Bwaah, ‘t is toch maar op de trein en de bus’ zegt ze dan altijd als ze iets wil kopen. En nog een extra paar kilo’s fruit en eten… Onze lijven zijn net twee dampende stoommachines.
De trip op de jetty gaat in razensnel tempo. De houten schuit is net een speedboot! Het landschap is ontroerend mooi. Je waant je op de Amazone. Grote tropische bomen, met wortelgestellen, waar je verstoppertje kunt achter spelen begrenzen de rivier. Een kudde wilde buffels is aan het baden. We passeren een groepje spelende kinderen. Hun gitzwarte huid en hun kroeshaar glimt in het water en de brandende zon. Ze hebben niets aziatish meer: we naderen de Pacific.
Kuala Tahan is een klein jungledorpje, maar toch wel goed toeristich. We zoeken een boshut, gaan iets eten en gaan vroeg slapen, want we voelen ons niet moe, maar uitgeput…

12 december ’06

Kuala Tahan
We maken een eerste wandeling in het nationaal park. In noordwaartse richting, naar de Kanopy walkway, zogezegd de langste en hoogste hangbrug ter wereld over het oerwoud. Het is een belachelijke toerstische bezighouder.
We vervolgen een ander junglepad. Aanvankelijk niet erg interessant. Maar we gaan steeds dieper het oerwoud in. De plantengroei is overweldigend. Ik schommel aan lianen zoals in een Tarzanfilm. Ze hangen vast aan bomen van wel 50 meter hoog. De wortelgestellen van zo’n boom reiken tot boven mijn hoofd! De geluiden van de jungle kunnen we niet thuiswijzen. Wellicht chimpansees of oerang-oetangs die naar mekaar roepen. Christine roept eens terug. Takken vallen regelmatig naar beneden. Dieren zien ons, maar wìj zien hén niet. Plots zien we dat we begluurd worden door een hagedis. Hij zit zò stil om te profiteren van zijn schutkleur, dat we makkelijk een foto kunnen nemen. Brrr.
De onbekende natuur bouwt langzaam een spanning in ons op. Aaaai! Christine heeft een bloedzuiger op haar voet. Ik probeer hem eraf te slaan, maar het lukt eerst niet. Het bloed gutst eruit wanneer hij lost. Het wemelt van die kleine diertjes en andere wormen. Regelmatig krijgen we beiden bloedzuigers op en tussen onze tenen. Het is onvoorstelbaar hoe snel die diertjes zijn! Het bloed plakt in onze schoenen.
Ook vlieg en mug ordinalis doen lustig mee. En dit alles in een loodzware, vochtige warmte van boven de 40°C. Wanneer we dan ook nog twijfelen of we wel nog op het juiste pad zitten, roepen we iets minder enthousiast terug naar de vermeende chimpansees. Zegt Christine:
-ziet eens dat we hier moeten slapen?
-Brrr…
Je zou geld willen geven om hier een homo sapiëns tegen te komen in dit ‘oudste tropisch regenwoud van de wereld’!
We houden goed ons uurwerk in het oog, en besluiten nog een half uur verder te lopen. Indien we dan niet in oostelijke richting aan het terugdraaien zijn, kunnen we nog terugkeren vòòr het donker is.
Ja, oerwoudtochtjes zijn behoorlijk spannend!
Uiteindelijk zien we een wegwijzer naar Kuala Tahan, waar we logeren. Oef.
We staan elk een kwartier onder de douche om de plakkerigheid en de bloedzuigers van ons af te spoelen. Wat een grandioze natuur, morgen gaan we zeker terug!
Het is niet lang meer voor we naar huis gaan. Ik betrap mezelf erop dat ik veel aan thuis denk. We praten er ook vaker over.
We kijken voor het eerst terug naar onze foto’s. We beginnen met ons afscheidsfeest in de tuin, waar we al onze familie en vrienden zien. Het is ontroerend weer een beetje thuis te zijn, onze keuken, living,… te zien. Wat is alles mooi en groot!
Daarna laten we Turkije, Iran, Pakistan, China en India eens vlug passeren, en glimlachen bij sommige beelden waar we ons druk gemaakt hebben. Nu is die chaos zo normaal geworden…


13 december ’06

Kuala Tahan
Een mens heeft een groot aanpassingsvermogen. We doen kousen aan, en besprenkelen ze met een insektenwerend middel. Dit houdt de bloedzuigers heel efficiënt weg, en hebben onze zaklamp mee om in een grot af te dalen.
De wandeling is heel mooi, maar de grot een lachertje. Hij zit wel vol met grote vleermuizen. Ik ben niet erg op mijn gemak. Christine neemt de leiding in de ondergrond.
Onbevreesd en zaklamp op het hoofd als een ervaren mijnwerker daalt ze verder af. Ik roep, nogal dunnetjes:
-pas op dat die vleermuizen niet in je haren vliegen, ze zien niet, en bewegen zich op een sonarsysteem, waarvan de ultrasonestralen dòòr je haren gaan!
-ja, met jouw hoeveelheid haar zul jìj daar weinig last van hebben.
-grr, grr…
We wandelen terug en hòren wel veel dieren, maar zien niets. De hitte is ook vandaag loodzwaar. (We douchen hier drie keer per dag, maar stinken als de beesten naar zweet.)
Plots komt de regen in bakken neer, om ons op een welkome manier te verfrissen. Het zou méér mogen zijn, want het oerwoud is één grote paraplu en we zijn toch al druipnat van ons eigen zweet.
De natuur blijft mooi en indrukwekkend, maar toch besluiten we dat we een voldoende mooie indruk van het regenwoud hebben, en dat een derde tocht daar niet veel meer zal aan toevoegen. Morgen reizen we door naar Kuala Lumpur, maar we hebben beiden een beetje heimwee en zouden liever doorreizen naar Kuala Assebroek…

maandag, december 11, 2006

2 december ’06

Hat Yay - Ko Lipe
Omdat de trein 2 uur vertraging heeft (het is hier normaal dat de trein een halfuur later vertrékt) zijn we pas om 8 h in Hat Yay. We twijfelen nog steeds waar we naartoe willen gaan. De oostkust hebben we nu uitgesloten omdat-na telefoneren- alle eilanden blijkbaar afgesloten zijn: het is hier moessontijd.
Twee uur minibus dus naar Satun aan de westkust. We blijven twijfelen tussen Ko Lipe in Thailand en Pulau(=eiland in het Maleisisch) Langkawi in Maleisië . We besluiten naar Langkawi te gaan, maar nemen dan toch weer op het laatste moment het ander bootticket omdat we hier vernemen dat Langkawi shopping centers heeft, één van de grote trekpleisters is voor de inwoners van Kuala Lumpur, en ’t is juist weekend…
De boottocht duurt 4 uur in plaats van 2 uur. We hebben het nog steeds niet afgeleerd te denken dat je hier ook ergens op tijd kunt komen! Tijd speelt hier gewoon géén rol…
De tocht is sprookjesachtig. De boot voert ons door een smaragdgroene zee, bezaaid met kleine en wat grotere eilanden, met tropisch regenwoud, rotsen. Vaak heel bergachtig. Op de vlakkere delen van sommige eilanden krijg je parelwitte stranden met palm-en cocosbomen onder een staalblauwe lucht… Het geheel is een nationaal park, en beschermd. Uitgenomen Ko Lipe. Daar mag gebouwd worden, privé-initiatief is toegelaten. We verwachten dus geen ‘ongerept’ eiland maar hopen dat het toerisme op Ko Lipe nog niet de bovenhand heeft op het gewone leven.
Eindelijk, na drie uur komt het in zicht. Twee intens groene bergen, met daartussen een lagere zone met wat bebouwing en prachtige stranden. We komen dichter en stappen over op een kleine platte vissersboot omdat het laatste stuk zee heel ondiep is. Bij het dichterkomen zien we dezelfde taferelen als op andere eilanden: bungalows, bars, restaurants en vooral… veel muziek. Oh nee! De meeste passagiers stappen af. Wij dus niet! Other side of the island please…
Gelukkig is het hier een andere wereld.Vissersboten domineren het strandbeeld en je moet de bungalows tussen de vissersdorpen gaan zoeken. Intussen is het aardedonker geworden, want er is geen elektriciteitsnet op het eiland. Mensen hebben hier een eigen beperkte stroomvoorziening via zonnepanelen of een kleine generator. Ook hier loont het de moeite prijs en ligging van wat ‘resorts’ te vergelijken! We nemen er onze tijd voor en vinden uiteindelijk een prachtige kleine bungalow op het strand met de zee vlak voor ons neusje op ‘Tarutao resort’( 300 B = 7€/nacht ) We gaan dìrect zwemmen om onze oververhitte lijven af te koelen. Alhoewel, afkoelen. Het zeewater is 30°C! Het water is zò klaar dat je zelfs in het donker je voeten op het zand ziet staan. Genieten… onder de bijna volle maan en het boogschutter sterrebeeld…

3 december ’06

Ko Lipe
We wisten dat het ‘marinepark’ bekend is bij duikers en snorkelaars, en huurden daarom vooraf in Satun 2 snorkels voor de ganse week.
Eerst proberen, vanmorgen. Het is een waar feest…De koraalriffen zijn aanwezig tot op het strand. Ik zag reeds honderden films over het onderwaterleven in dit gebied, maar kan niet geloven dat het zò mooi is! Het ontroert tot in het diepste van je ziel. Ik denk aan mijn twee grootvaders die hun leven op zee doorbrachten. Zij hebben dit nooit gezien. Een gevoel van dankbaarheid welt in me op door die ontmoeting met de diepe schoonheid van onze planeet…Bij Christine is het eender. We staan verstomd en zwemmen van het ene koraalrif naar het andere. Zeeappels met bewegende stekels en fluorescerende oogjes, wuivende zeeanemonen die in symbiose leven met wit en oranje gestreepte vissen, grijze vissen met een paars fluorescerende staart, bekerspons, bolspons, citroengeel-en intensblauw gestreepte vissen, de bodemkruipers met hun schutkleur… En dit in een rust en harmonie die je wellicht maar onder water kunt vinden. Als bioleerkracht kun je met dia’s of film maar een mistig afkookseltje van zoveel schoonheid aan je leerlingen overbrengen. Ook het aquariumgebouw van de zoo geeft dit niet weer.
We zwemmen en zwemmen, tot… onze rug tegen de middag roodverbrand is! Ja, ’t is ook nog waar. We bevinden ons op 7° NB, en de zon brandt genadeloos dòòr het water!
Na de middag informeren we om eventueel een duikkursus te volgen met brevet, zodat we dan later als de gelegenheid zich nog eens voordoet gewoon een uitrusting kunnen huren zonder begeleiding.
We boffen. Er verblijft hier een Nederlands instructeur! De cursus kost 25 000B voor 2 personen, geen afbieden mogelijk. Ver buiten ons budget. De lokale mensen geven de opleiding voor 17 000B. Nòg buiten ons budget, maar we willen niet meer bargainen omdat het prijsverschil al groot is, en we ook een eerlijk loon willen geven aan de plaatselijke mensen. We twijfelen en nemen de handboeken in het Engels en Frans mee om in te kijken. Ze beloven morgen een boek in het Nederlands om ons examen af te leggen. Technische uitleg wel in het Engels…
De wet van Archimedes, druk en oplosbaarheid in gassen en vloeistoffen… Er komt heel wat fysica bij kijken. Mijn domein. Ik heb er vertrouwen in en wil graag met de Thaise instructeur werken. Christine twijfelt…
-geef ons de eerste initiatie, en als we merken dat we goed met mekaar kunnen communiceren doen we verder.
-OK. We beginnen om 16 h bij laag water! Daarna beslis je definitief.
Intussen verkennen we het eiland. Er is aan onze kant een opkomend toerisme, maar het ‘gewone leven’ heeft hier nog de overhand. We logeren tussen twee vissersdorpen, waar de mannen hun boten schilderen en de naden met touw, gedrengd in pek, dichten. Netten worden hersteld zoals ik dat mijn grootmoeder in de keuken bij de buisstoof veel heb zien doen. Hier worden ook grote fuiken getimmerd, van plooibare takken uit de jungle, net achter ons… Het voert me terug naar mijn kindertijd, waar ik met mijn vader op zondagochtend langs de kade liep, naar het schip van zijn broers. Netten, motoren, het schip van mijn andere grootvader dat binnenvoer na de Ijslandreis, bulkend van de vis…Het is alsof het gisteren was.
De duikinitiatie is geestig, en verloopt heel vlot. Yid is een goede instructeur. We leren stap voor stap op het strand, net onder de waterspiegel, met het materiaal omgaan. De luchtflessen, drukleidingen, ontspanner, ademhalingsspin. Een heel nieuwe wereld gaat open. We besluiten de opleiding bij hem te nemen.

4 december ’06

Ko Lipe
Vanmorgen komen we toe als twee ijverige studentjes. Maar wat blijkt? We gaan al direct het zeegat in! Het materiaal wordt ingeladen in een vissersboot, en een stoere vissersbonk, met een huid zo hard en gitzwart als een schoenzool zit aan het roer. We klieven door de golven naar één van de andere eilanden van het nationaal park. We herhalen het monteren en controleren van het materiaal, en de basistechnieken van gisteren. Nu gaat het dieper onder water.
Yid is hier geboren en getogen, en kent de omgeving op zijn duimpje. Maar…zijn kennis van het Engels is beperkt. Hij kan min of meer de uitleg geven omdat hij dit ingestudeerd heeft, maar een vraag begrijpen en beantwoorden gaat moeilijk. Gelukkig is duiken pure fysica, en kan ik de uitleg verder doorgeven aan Christine. Langzamerhand leren we de wet van Archimedes op ons lichaam toepassen. Je lichaam moet zweven in het water, een samenspel tussen je longinhoud, de lucht in de luchtkamer van je duikerspak, en je loodgordel. Die fijne regeling moet je leren aanvoelen, en dat vraagt wat tijd en oefening.
Intussen dalen we méér dan 5 meter. Koralen, in berg en dal, met grote bekersponsen vullen het gezichtsveld. Dit mooie landschap bevolkt met prachtige vissen…
Over de middag trakteert Yid ons op ‘fried rice’, en nemen we voldoende wachttijd om de stikstof in het bloed uit te scheiden.
Na de middag duiken we wat dieper, en gaat het meer de ontspannen toer op: onderwater-natuurexploratie’. We komen terecht in de schatkamer van Ali Baba.
In de grote bekersponsen ontbreken enkel de juwelen en goudstukken. Maar, het onderwaterleven is véél mooier dan goud…


5 december ’06

Ko Lipe

De cursus loopt aan een razendsnel tempo. We zijn nog wat moe van gisteren, maar zitten alweer in de boot, op weg naar grotere dieptes. Intussen merken we dat de taal waarin je de uitleg krijgt minder belangrijk is, omdat je onder water toch alle bevelen in gebarentaal krijgt. Het Nederlandstalige boek is nog steeds niet toegekomen, en we missen dit wel.
We duiken vandaag tot op 8 meter, en voelen de grote druktoename op ons lichaam, vooral op de trommelvliezen. Op 10 meter heb je al een dubbele luchtdruk: 2 atmosfeer! Als je dan nog de oefeningen erbij neemt wordt het behoorlijk spannend. Je moet je ademhalingsspin uit je mond nemen, en overschakelen op je reservespin, of die van je mededuiker, zonder paniek. Je duikbril afnemen, rondzwemmen en weer opzetten, terwijl je met je onbeschermde ogen in het zoute water blijft kijken, is er voor mij teveel aan. Ik voel het zoute water in mijn neus en ogen prikken, mijn hart begint te bonzen van de spanning, waardoor ik méér zuurstof moet opnemen, het gevoel lucht te kort te hebben maakt zich van me meester, ik kijk naar het wateroppervlak zò ver bòven me en sla in paniek… Met één druk op de gele knop is de luchtkamer van mijn duikersuitrusting volledig met lucht gevuld en schiet ik naar boven…Ik zie de twee keer dat ik op zee de dood voor ogen zag klaar voor me:
Als kind van 6 drijf ik samen met mijn zus en 2 neven langzaam de zee in. We kunnen niet meer terug. Ik zie het strand steeds kleiner worden, machteloos ronddobberend in panische angst…
De tweede keer in april 2002: Ik ga graag in hoge branding zwemmen. Dit keer té hoog… Ik raak niet terug naar de kust… Om de minuut slaan metershoge golven over die me volledig opslokken en ronddraaien. Ik ben hun speelbal en krijg voortdurend water binnen. Terwijl ik nog naar adem hap en bijna mijn longen uithoest van het koude, zilte water, na een metershoge muur , doemt de volgende alweer op met zijn vernietigende bruute vuist… Het zeewater is nog heel koud in april, ik voel mijn lichaam onderkoeld raken en het leven wegtrekken. Ik zie Christine in de regen op het strand staan, ze heeft het niet door dat ik in moeilijkheden ben. Ik zie haar voor het laatst want het is gedaan, mijn spieren kùnnen niet meer vechten. Alles wordt wazig rond me, doodgaan is niet moeilijk: je glijdt verder in verdoving het water in. Nog één of misschien twee golven…
Maar, de volgende golven slikken me niet volledig op... De wind is nét iets verminderd, waardoor ik mijn laatste krachten kan gebruiken om me op het strand te storten. Ik grijp me vast in het zand en de keien, maar kan me niet meer oprichten. Vòòr ik het bewustzijn verlies zie ik Christine die naar me toeloopt. Ik zal verderleven…
Yid ziet de angst in mijn ogen, en ik vertel hem kort wat er vroeger gebeurd is. We gaan aan land. Einde van de eerst duiksessie voor vandaag. De fried rice doet deugd!
In de namiddag maken we een nieuwe ‘onderwaterwandeling’. Je waant je in de ‘onderwater - Himalaya’. Wat een schoonheid en afwisseling…

6 december ’06

Ko Lipe
Vandaag worden we meegenomen voor een extra duik, want het praktisch programma van de cursus is eigenlijk al beëindigd. Na de voorbije twee dagen voel je dat duiken veel van je lichaam vergt. We leren berekenen, afhankelijk van de duikdiepte hoeveel stikstof in het bloed overblijft na een duik, en hoelang je lichaam erover doet om die stikstof weer af te scheiden. Je moet dus tijd nemen, tussen twee duiken. Het is van levensbelang dit te respecteren. Yid vertelt ons dat hij probeert die kennis over te brengen op de plaatselijke vissers hier, maar dat dit moeilijk lukt. Via een adembuis dalen ze soms diep onder water af, om de grote fuiken te plaatsen of te controleren. Omdat ze de rusttijden niet willen respecteren krijgt hun lichaam regelmatig te weinig zuurstof, wat vaak verlamming of de dood tot gevolg heeft. Ook onze fisherman heeft één been dat half verlamd is. Maar, zegt Yid: ‘hij is nog niet geleerd!’
Het is heel ontspannen op de boot. We vertrekken met een 4-tal Thai, Yid en de fisherman die de boot voert. Indien je hier bij westerlingen cursus zou volgen zou dit zeker efficiënter georganiseerd worden. Thaise mensen gaan helemaal anders om met tijd. Een vertrekuur afspreken is bijvoorbeeld onmogelijk. Als je zegt om 9h zegt Yid: yes, yes. Om 10h? Yes, yes. Om 11h? Yes, yes…
We vertrekken uiteindelijk in de voormiddag, als… we klaar zijn met inladen. Maar, als je nu toevallig iemand tegenkomt om een praatje mee te slaan, is dit nog later. Slowly, slowly…Wìj vinden ‘wachten’ om te vertrekken vervelend.
Voor hen speelt tijd gewoon geen rol. Als je je probeert in te leven in hùn mentaliteit (wat moeilijk is!) zie je dat er een enorme rust en vriendelijkheid van die mensen uitgaat. Het is bizar, maar omdat tijd geen rol speelt hébben ze ook tijd. De les duurt geen uur of twee uur, nee, tot het gedaan is…
Ik riskeer het niet om op grote diepte rond te zwemmen zonder masker. Yid respecteert het. Slowly, slowly…Christine heeft er geen probleem mee. Ik zie door mijn duikbril dat ze alle bewegingen perfect onder controle heeft.
We duiken vandaag op 12 m. Het is prachtig. Toch ben ik niet 100% op mijn gemak. Ik houd alle meters goed in het oog. Het wateroppervlak zit zò ver…
Na de duik varen we niet direct terug. De fisherman wil nog eerst vissen. Wat een figuur! Hij heeft niet die fijne Thaise trekken, maar de kop van een Australische Aboriginal. Hij stuurt de boot, hangend aan zijn dieselmotor, door de golven, terwijl hij de vislijn viert. De lijn bestaat uit een aantal haken met kippepluimpjes. Het is de wonderbaarlijke visvangst. Lijn uitwerpen, en na enkele minuten weer optrekken om de kilo’s grote vissen in de boot te werpen. Hij haalt maar binnen, tot de bodem van de boot vol ligt met spartelende vis. Hij heeft iets wilds, ik mag hem, en het is wederzijds. We lachen naar mekaar. Hij vertelt dat hij de oceaan overstak om voor de kust van India te vissen, maar daar gesnapt werd en een jaar in de gevangenis doorbracht. Ook mijn grootvader zat in de gevangenis in Portugal, omdat hij het niet kon làten ‘binnen de limieten’ te vissen. Zoals hij daar aan zijn roer hangt met een sigarettenpeuk in zijn mondhoek acht ik hem nog tot veel meer in staat. Het is beter met hem een Chang(=plaatselijk bier) te drinken dan ruzie te maken.
We genieten van de boottocht op zijn Thais…
In de late namiddag nemen we nog wat theorie door voor ons examen van morgen. En ja, sinterklaas heeft vandaag hier het Nederlands handboek meegebracht. Slowly, slowly.


7 december ’06

Ko Lipe
Het 300 blz. tellende PADI – handboek volledig instuderen is onbegonnen werk. ’s Middags heeft Christine nog geen 100 blz door, en dan moet ik nog beginnen lezen, want we hebben maar één handboek. Ik heb er ook weinig zin in.
We besluiten enkel de herhalingsvragen na elk hoofdstuk te lezen. De berekeningen die de maximale duiktijd en rusttijd bepalen oefenen we goed in.
Om 16h zijn we er klaar voor….
We zitten er al een hele tijd (grr, slowly, slowly!), en dan komt het examen. Gepeperd! De moeilijkste vraagstukken en de kleinste details worden niet uit de weg gegaan…
De hoofdzaken kennen we goed uit de praktijk. Ook alle berekeningen zijn correct. Van de detailvragen hebben we er enkele verkeerd, maar we halen ruim de vereiste 75% om te slagen. We krijgen een voorlopig duikersbrevet. Het definitieve diploma komt via PADI Australia naar ons thuisadres. We feliciteren mekaar, en eten ’s avonds elk een lekkere levende verse vis op de barbecue! Heerlijk.
We praten nog wat na met Yid. Hij deed er 7 jaar over om duik-instructeur te worden. Omdat de opleidingen voor hem zò duur waren moest hij steeds weer een periode werken in Bali of Maleisia om de volgende cursus te betalen. Elk jaar is een duur examen nodig om zijn licentie te vernieuwen. Hier op het eiland heeft hij nu een nieuwe duikschool opgericht, wat een zware investering in materiaal is voor hem. We zijn zijn eerste buitenlandse klanten, en schrijven een tekst in zijn herdenkingsboek om hem aan te bevelen…
We zijn ook echt blij dat we niet kozen voor een buitenlandse opleiding die misschien wat professioneler is. Hier krijg je zoveel méér: Slowly, slowly…
Christine geeft onze knappe Thaise instructeur drie dikke zoenen bij vertrek. Net iets té dik.


8 december ’06

Ko Lipe
De laatste dag op ons paradijslijk eiland. We staan vroeg op om het binneland te verkennen. We draaien recht het oerwoud in en passeren de drie grotere vissers dorpen. De mensen wonen hier ongelofelijk simpel. Je kunt het met moeite een huis noemen. Enkel een afdak op palen met half-gesloten wanden. Slapen op de grond. Om te vrijen moet je wellicht wachten tot het donker is. Niet dat het een probleem is, want het wemelt hier van de spelende kinderen. Ko Lipe is toegewezen als vaste verblijfplaats voor een nomadenvolk dat hier op de oceaan tussen de eilanden rondtrok met hun ‘longtailboten’ en van de visvangst leefde. Voor hen moet het sedentaire leven en vooral het contact met westerlingen zoals wij een echte schok zijn…We bewegen ons zo bescheiden mogelijk tussen de dorpen, en durven met moeite foto’s nemen. Mensen lachen ons warm en vriendelijk toe. Ook zij kijken naar ons als een ‘curiosum’.
Er zijn geen wegen, enkel paden door de wildernis. Het is hier heel stil. Je voelt de adem van het oerwoud. De geluiden klinken als muziek in de oren…Alles straalt een diepe rust uit
Om 8 h is het al bloedheet. De plaatselijke middelbare school draait op volle toeren. Ik krijg zowaar heimwee. De leerlingen zitten in hun keurige witte uniformen voor de computer. De school beschikt over internet via satelliet. Ook onze website zouden ze kunnen lezen, indien we, zoals de meeste Nederlanders onze website lieten vertalen in het Engels door een vertaalprogramma . Of die website van een andere middelbare school ergens ver weg, in Brugge, den Olva... De wereld is klein, ook voor de kinderen van deze nomaden.
We zien grotere, professionele vissersschepen aan de horizon. Natuurlijk vangen die nog véél sneller vis dan onze fisherman. Misschien zòveel dat binnen een aantal jaar kippeveren geen zin meer hebben? Het leven zal hier niet blijven zoals het is, in dit ‘laatste paradijs van Thailand’.
’s Avonds maken plaatselijke mensen voor ons een heerlijke maaltijd klaar in hun eigen keuken. We zijn de enige klanten: Eerst zeevruchtensoep in een room van cocosmelk. De cocosnoten liggen hier voor het rapen! De vis uit hun zee, gebakken in cocosolie, met zoetzure saus van ananas, papayo en mango. (Ze vallen hier van de bomen in je mond) Met fried rice van zeevruchten erbij durven we niet meer diep ademen uit schrik dat we splijten! We wanen ons in een vijfsterrenrestaurant. En dat alles voor nog geen 10€…
Terwijl we daar zitten barst een tropisch onweer los. De paden zijn in een handomdraai kleine rivieren. De bliksem slaat als een kleine vuurbal in op de weg, net naast ons. We verschieten nogal, maar zien dat men hier met moeite verpinkt. Het gebeurt hier blijkbaar vaak. De familie waarbij we eten weet dat we morgen vertrekken.
-Wanneer kom je terug?
-Wellicht nooit meer…Het is zò ver naar hier.
-We geloven je niet! Iedereen komt hier terug…


9 december ’06

Ko Lipe – Hat Yai
We zwemmen nog een laatste keer. Uit het water kijk ik naar het eiland. Ik neurie het liedje van H. Bellafonte: ‘Island in the sun’ en bedenk dat je hier nu met weinig kapitaal een stukje grond zou kunnen kopen, wat chalets verhuren, koken voor je gasten. Je zou hier goed kunnen leven, want binnen enkele jaren is dit hier een veel duurder toeristisch oord, zoals de vele andere eilanden in Thailand…Niet voor mij. Wellicht wél voor anderen want het is hier té mooi! Als de overheid de plaatselijke vissersbevolking niet beschermt wordt alles gegarandeerd opgekocht door kapitaalkrachtiger mensen. De bazin van onze resort is in onderhandeling met een Engelse firma om een vijfsterrenduikschool op te richten…
We klauteren van in het water ( er zijn hier geen aanlegstijgers) een plaatselijke longtailboot in.
De veerboot ligt al te wachten in de open zee.
Motoren worden gestart. Aan hoge snelheid wordt Ko Lipe kleiner. Eerst verdwijnt het strand achter de ronding van onze aardbol. Daarna de vlakkere delen. Na enkele uren zie je nog vaag de twee bergen uitsteken. Daarna wordt het ganse eiland in de oceaan opgeslokt. De vissersgemeenschap van Ko Lipe is nu enkel nog herinnering. Ik voel me een beetje triest. Dank je wel omdat we een week mochten meeleven in jullie aards paradijs, voor de rust en hartelijkheid die jullie uitstralen. Dank je wel voor de indrukwekkende ontdekkingstocht onder het wateroppervlak. Wellicht komen we hier nooit terug. We gaan jullie missen…
We nemen de minibus terug naar Hat Yai. Morgenochtend de trein naar Maleisië. Als het aards paradijs ooit bestaanheeft, zal het wel hier geweest zijn.

10 december ’06

Hat Yai – Sungai Kolok - Pasir Mas ( Maleisië) – Gua Musang
Om 6.50h zitten we al op de lokale trein voor een vijf uur durende treinrit naar Sungai kolok, het laatste stadje vòòr de oostelijke grensovergang met Maleisië.
Zo’n treinrit is bloedheet, in nokvolle wagons met houten banken en open ramen. Maar het is iets écht. Je mag een glimp opvangen van het plaatselijke leven en zo stiekem mogelijk mooie plaatjes schieten.
Het is hier weer een andere wereld. We komen sinds Pakistan voor het eerst weer in moslimgebied. Vrouwen lopen weer gesluierd. Ze zien er allerschattigst uit, met hun zwarte ogen onder de sluier.
De trein lijkt wel belegerd. Soldaten houden de ganse reis de wacht met het machinegeweer in aanslag. Ook de stationnetjes zijn net versterkte burchten. Regelmatig gebeuren hier aanslagen omdat de moslimbevolking wil aansluiten bij het Islamitische Maleisië. Op de trein uit Bangkok vertelde ons dan weer een andere man heel fier dat het noordelijk deel van Maleisië éigenlijk van Thailand is. De Britten hebben de grens verkeerd getrokken. Zo zie je maar. Het is niet enkel de Vlaamse rand rond Brussel. Op de ganse wereld leven verschillende bevolkingsgroepen in de grensgebieden gemengd. Vaak met de nodige spanning.
Good bye, Thailand…Je bent een prachtig land, een oase van rust en ontwikkeling in dit deel van Azië. We hebben genoten met volle teugen. Dank je wel.
Wellcome to Malaysia!
De grensformaliteiten zijn in 10 min. geregeld. Jawel!
Uurwerkje weer een uurtje doordraaien. Baths opbergen en Maleisische Ringgits uit de muur halen…
We nemen de bus naar het station van Pasir Mas. Het is een echt moslimstadje, dus op deze bloedhete dag is een frisse pint er niet meer bij.
We besluiten vanavond nog een stuk van het treintraject naar Jerantut, het vertrekpunt voor de veerboot naar het nationaal park van ‘Taman Negra’ af te leggen. Anders zitten we morgen 10 uur op de boemel.
We gaan iets eten, en ik laat mijn haar weer eens knippen.
We nemen de expresstrein. Zo confortabel als thuis. Ik werk op de computer het verslag wat bij, en beantwoord enkele mails.

vrijdag, december 01, 2006

27 november ‘06

Bangkok
We passeren hier drie maal omwille van drie verschillende redenen: Je hebt geen visum nodig voor Thailand, wat het in-en uitgaan van het land veel makkelijker maakt. Bangkok is ook een draaischijf voor goedkope vliegverbindingen. Indien je Australië, Indonesië of Nieuw-Zeeland wil bezoeken is er steeds een tussenlanding in Bangkok of Singapore. En een laatste reden(voor ons de belangrijkste) is dat je hier veel ambassades hebt, waar we de visa voor een aantal landen in het tweede deel van onze reis kunnen regelen.
We bezoeken opnieuw de Iraanse ambassade en hebben geluk. Teheran geeft ons toestemming: we hoeven het dus maar af te halen, begin februari.
Dan naar de Indische ambassade. We hebben 2 weken geleden onze aanvraag ingediend. Nu moeten we het paspoort binnenbrengen over de middag, en om 16 h afhalen. Er is veel volk, en de bediende is ronduit onvriendelijk: omdat we wat vroeger dan 16 h arriveren op de ambassade, laat hij ons méér dan een uur wachten… Maar uiteindelijk komt het toch in orde, en dat is ’t voornaamste. Je moet nu eenmaal geduld hebben.
We slenteren wat rond tussen de wolkenkrabbers. Het autoverkeer raast op de grond, soms in 6 of 7 files naast mekaar. Als voetganger loop je erboven op een netwerk van skywalks ( dit zijn een soort opgehangen straten, die alle gebouwen verbinden) Boven je hoofd passeren meerdere metroviaducten die in vier richtingen wegdraaien. En helemààl boven de stad zijn twee reusachtige snelwegen aangelegd, die de noordelijke en zuidelijke stadsring verbinden. Bangkok is een hypermoderne stad!

28 november ‘06

Bangkok
Tijdens ons eerste verblijf in Bangkok hebben we wat ‘het toeristje’ gespeeld, en wel een aantal mooie dingen gezien, maar de stad kon ons niet écht bekoren.
Nu is dat anders! Omdat we hier nu al een beetje onze draai kennen vinden we een goedkope, geklimatiseerde (ja, het is hier in het koud seizoen tussen 35 en 40°C!) en rustige plaats: ‘Peechey guesthouse’ (200 bath, of ong 4€ / nacht voor double room) We ‘bezoeken’ niet echt meer iets, maar nemen kriskras de boot, de bus of de metro om de stad in ons op te zuigen. Het is fantastisch! Je moet gewoon geluk hebben ergens in volkswijken terecht te komen, zonder “toeristische attractie’. Daar kun je het leven van de Thais opsnuiven. Het speelt zich voor een groot stuk op straat af. Je praat, loopt, en eet op het trottoir…Je doet je gebeden op straat…De ‘bangkokiens’ zijn bijzonder kleurrijke mensen. We doen ze een beetje na. We eten ook op straat, en storten ons in het gewoel. Een mierennest! Er is hier ook weer zoiets waar je intens van begint te houden. Zegt Christine tegen me: Ik zou hier wel graag eens een aantal maanden willen wònen. Voor mij is de brede rivier met Venitiaanse bootverbindingen een extra attractie. Groenten, fruit, vis en allerlei andere goederen worden over het water aangevoerd. Veel oeverzones zijn dan ook razeddrukke marktplaatsen, waar geroepen, afgeboden, .. wordt. Het doet waarempel denken aan de ‘trap’ in Oostende
We stoppen meerdere malen bij kleine tempels. Er zijn er hier duizenden. De verering voor Boeddha is hier overweldigend. Jong en oud offert bloemen, wierook,… Het is een industrie!
Toch moet je zeggen dat de spiritualiteit die je hier ziet onze verwondering opwekt. Mensen putten er op één of andere manier kracht uit, en je merkt dit ook aan hun uitstraling. Dit is trouwens geldig voor gans Azië.

29 november ‘06

Bangkok – Ayuthaya – Bangkok
Ayuthaya is de oude hoofdstad van Thailand. Het ligt op de samenvloeiing van drie rivieren, die net op die plaats een eiland vormden. Het was een natuurlijke ‘slotgracht’voor de stad. Er zijn ook prachtige tempels. We willen dit wel eens zien.
We nemen de trein, in het centraal station, en reserveren meteen ook ons ticket voor de nachttrein naar Maleisië.
Het stadje valt ons tegen. Niet de moeite!
Maar de treinrit is een voltreffer. Het is een rit van 2 uur op een lokale trein, derde klasse en natuurlijk bloedheet.
Het moderne autoverkeer raast op hoge viaducten boven ons hoofd, maar de trein is hier nog in het steentijdperk. Oude, versleten wagons. De sporen zelf zijn ook tot op de draad versleten: waar ze aan mekaar gevezen zijn zakken ze een beetje door. Het geeft het romantisch ‘klik-klak’ geluid weer, dat je bij ons door de kilometers aan mekaar gelaste sporen niet meer hebt.
Wel zeer goedkoop. Voor 15 b (=0,3€) heb je twee uur treinplezier!
Omdat we de grootstad in-en uitrijden zie je weer een stuk van het leven hier: ’t is niet al goud dat blinkt hier in Bangkok!Rond de spoorweg zijn nog echte krottenwijken te zien. De van golfplaat en hout gemaakte huisjes staan tot tegen het spoor. Zò dicht, dat je ze kunt aanraken als je je hand uit het raam steekt. Veel mensen die hier wonen leven van de verkoop. Dit gaat zo: Men houdt hier gewoon de trein tegen, en door de open ramen wordt vanalles verkocht: eten, drinken, sieraden, gazet… Een trein die uit de andere richting komt moet ook stoppen. Wij vinden dit uiterst gevaarlijk, maar hier is het normaal. De snelheid van de trein is dan ook niet zoals bij ons. Het binnen-en buitenrijden van Bangkok gaat wellicht even snel met de fiets…


30 november ‘06

Bangkok

1 december ‘06
Vandaag nemen we de slaaptrein naar Hat Yay. Dit is het uiterste zuiden van Thailand. Ja, we slaan Phuket en consoorten over… We hopen daar of in het begin van Maleisië een mooie plaats te vinden aan zee, waar we een duikkursus kunnen volgen, om eens een blik te kunnen werpen op de onderwaterwereld. Ik weet uit de natuurfilms van National Geografic dat de tropische zee hier tot de mooiste van onze planeet behoort… Niet passeren dus.
Het kan dus dat we té afgelegen zitten om op internet te gaan. Wees dus niet ongerust als je de komende 2 weken weinig nieuws hoort van ons…