OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

donderdag, april 19, 2007

11 april ’07

Aswan – Aswan bridge – Western Desert Road – Baris – El Karga
We rijden Aswan buiten in noordelijke richting en omdat we na 10 km reeds de eerste brug over de Nijl nemen, kunnen we het convooirijden ontwijken. Het is een rustige goede weg, dwars door de woestijn. Het ene prachtige zicht volgt het andere op…
Toch slaat de vermoeidheid bij de kinderen toe. De autorit wordt gebruikt om wat slaap in te halen. Ze hebben allen op hun manier een razend druk jaar achter de rug en zijn hier vermoeid toegekomen. Met wat spijt denk ik aan al het moois dat we thuis missen door onze reis… Gisterenavond hielden Roeland en Elke in onze tuin een feestje om de ondertekening van het contract voor de aankoop van hun huis te vieren. Mét champagne…Natuurlijk wilden we erbij zijn. Dit gemis knaagt soms aan je, maar er is ook de voldoening en dankbaarheid omdat iedereen het zo goed stelt. Dank zij internet kunnen we een heel nauw contact houden: je blijft door dat wonderlijke middel diep met mekaar verbonden. In zo’n lange reis stap je precies uit je leven en bekijk je alles vanop afstand: is alles wat ik in dit korte leven doe wel de moeite? 51 jaar. Het is voorbij gevlogen, maar je bent oud genoeg om te weten dat veel gebeurtenissen die misschien op het eerste zicht negatief en pijnlijk waren, toch nodig geweest zijn. Steeds sterker is het besef gegroeid tot een zekerheid: in het leven word je geleid. Ook het ‘zogezegd negatieve’ is goed…Zoiets weten tot in iedere vezel van je lichaam is het voordeel van ouder zijn?
Genoeg gemijmerd, want na een vijftal uur op ’t gemak doorbollen weten we helemààl niet meer waar we ons bevinden. Het wonderlijke GPS middel brengt raad. Op de ingescande michelinkaart zien we direct waar we ons bevinden, en in welke richting we rijden in de woestijn!
De afwisseling in kleur tussen de verschillende woestijnen is werkelijk prachtig. Het groen van de Baris oase is een streling voor het oog en wordt meteen onze picknickplaats. Alhoewel. De ‘tourista’heeft toegeslagen: nogal matig bij Nele en Koenraad, maar Goedele heeft het heel erg te pakken. Na twee dagen immodium is het nog steeds diarrhee geblazen…
Na Baris rijden we noord, om het grotere centum van El Karga te bereiken. Een jeep van het leger begeleidt ons. De manschappen zijn vooral gïnteresseerd in de ‘begeleiding’ van Nele en Goedele. Het kampeerterreintje stikt van de muggen en is precies geploegd. We nemen het niet maar raken onze militairen niet kwijt, want we willen een plaats te zoeken in de woestijn om wild te kamperen. Ze vragen voortdurend waar we naartoe gaan. ‘Oh, we rijden nog twee uur door naar Dakhla!’ zeg ik hen, in de hoop dat ze dit te ver vinden. Het werkt. Na de laatste checkpost van El Karga telefoneren ze naar de volgende post om ons aan te kondigen. Ik glimlach poeslief, maar weet dat we daar vandaag niet meer zullen toekomen!
Het landschap is heel ruw en bergachtig, en wanneer we een dertigtal kilometer verder zijn, zien we een kleine grintweg waar we kunnen inrijden. We vinden een mooie kampeerplaats onder een feërieke woestijnsterrenhemel. Moet er nog zand zijn?

12 april ’07

El Karga – Dakhla – Bir Abu Minqâr
Je merkt dat de western desert heel weinig toeristen aantrekt. We rijden ongeveer alleen op de weg en er is ook niets aangeduid. Je moet alles zelf zoeken, wat veel tijd vraagt omdat bijna niemand Engels begrijpt. Wij spreken de plaatsnamen ook helemaal anders uit dan de mensen hier, en een naam aanwijzen in onze reisgids heeft ook geen zin, omdat de dorpelingen enkel Arabisch schrift kunnen lezen. Het zou dus superhandig zijn als de plaatsnamen op je kaart in het Engels én Arabisch zouden genoteerd zijn! Op onze Michelinkaart dus niet.
We belanden in het oude centrum van Balat. Eén van de nog meest authentiek gebleven oasedorpen in Egypte. De kleine straatjes met lemen huisjes zijn erg schilderachtig, alles dicht op mekaar gebouwd voor de hitte. We durven met moeite in het dorpje doordringen, en worden ook aangegaapt als een soort ufo’s die net geland zijn. Prachtig gewoon, maar voor het grootste deel verlaten en vervallen. Rond het dorp staan modernere huizen, en je merkt dat mensen veel liever daar wonen, hoe schilderachtig de oude huisjes ook zijn… Toch krijg je een mooi beeld van de vroegere oasecultuur terwijl je door de straatjes slentert.
In Dakhla nemen we op het heetste van de dag een…warmwaterbad! Te gek natuurlijk, maar wel deugddoend. We plonzen in het zwavelhoudende water dat heel gezond schijnt te zijn.
Abu Minqâris een grote oase waar we een slaapplaats voor de nacht zoeken, in the middle of nowhere… Moet er nog zand zijn?

13 april ’07

Bir Abu Minqâr - El Hais
De kleurenpracht van de witte woestijn is niet onder woorden te brengen. Het is net alsof het hier gesneeuwd heeft! Dit schijnt de enige plaats op de aarde te zijn waar de woestijn zò wit is. We slaan een grintweg in, maar moeten toch wel regelmatig door zandophopingen. Tot…ja, we vastzitten. Derde keer en serieus nu, tot bijna tegen het motorblok. We graven uit en leggen de houtblokken onder de wielen, maar het mag niet baten. Dan maar opkrikken en méér stenen onder leggen. Langzaam komen we uit de zandmassa. Als we bijna bevrijd zijn na twee uur, trekt een passerende jeep ons het laatste stukje uit het zand. Nee, verder rijden we niet!
In El Hais worden we aan het tankstation aangesproken door de eigenaar van een campsite. Bij de thee bargainen we wat en kiezen toch nog voor een klein arrangementje, alhoewel we daar eigenlijk niet veel tijd meer voor hebben. Verblijf, middagmaal, kamelentocht en ontbijt voor 100 Eg Pond/pers.(=14€)
De zwarte woestijn kan ons wel iets minder bekoren. Na een uur is ons achterste al stijfgezeten, maar we hebben we toch de meeste leute van de wereld. Na een dikke twee uur is het welletjes geweest en hebben we moeite om onze benen weer tegen mekaar te krijgen! De campingbaas neemt ons mee voor de sunset in het gebergte boven El Hais. Met o-benen beklimmen we de top. Een prachtig vergezicht. Moet er nog zand zijn?

14 april ’07

El Hais – Caïro
Om 6 h is er op de camping nog niemand op. We staan reeds vertrekkensklaar, het ontbijt kunnen we dus vergeten. Caïro direct! Met een wat extra ingedrukt gaspedaal arriveren we nog vòòr de middag op de camping in Caïro. De cirkel is rond. We installeren ons eerst. Dan naar de metro voor een laatste stadsbezoek. De kinderen willen nog wat cadeautjes kopen in dezelfde soek als twee weken geleden. Het blijft maar duren! Maar daarna maken we nog een prachtige stadswandeling, richting citadel. Om 19 h is er in de citadel zelf een optreden van de dansende derwishen. Dit zijn sofi dansgroepen: door het opzwepende van dans ( steeds maar sneller en sneller ronddraaien) en muziek in een soort extase komen en contact maken met het ‘hogere’. De dansers doen dit uit overtuiging, waardoor het twee uur durende optreden gratis is. Na de wandeling in de leuke buurt rond de citadel wordt het donker en genieten we van de kunstverlichting op de meer dan prachtige moskees hier in de omgeving. Cààjreu (zoals dit hier uitgesproken wordt) is een prachtige stad waar je jezelf kunt in verliezen!
Het optreden blijkt niet meer in de citadel te zijn, maar in de Khan-el-Khalili wijk. Na een uurtje wachten en aanschuiven hebben we een meer dan behoorlijke plaats. Het is de moeite. Het opzwepende van dans en muziek stijgt je naar het hoofd, maar van het hogere kon ik niets bespeuren. Ik draaide dan ook niet rond.
Als we terug aan de auto zijn is het al voorbij 23 h. Gezellig gaan eten met zijn allen voor de laatste avond zit er niet meer in omdat we nog alle bagage moeten pakken. Een laatste falafel uit het vuistje is de oplossing. Als afscheid van Egypte! Om 2h ’s nachts is alles klaar…


15 april ’07

Caïro
Om 4h, jawel, na twee uur slaap weer uit de veren. Christine kruipt bij Nele en Goedele in de tent om verder te slapen. Ik vertrek met Koenraad naar de luchthaven. Het is plezant om over de ringroad rustig door slapend Caïro te rijden en nog wat na te kaarten. Wat is die maand samenreizen toch snél gegaan! We hebben van zijn aanwezigheid en opgeruimd karakter heel erg genoten. Zijn grappige vindingrijkheid kent geen grenzen. Zijn verlangen naar Inge evenmin.
Ik heb het niet zo moeilijk bij het afscheid als in december: binnen een dikke twee maanden staan we thuis…
Nu naar het centrum. Tussen de vlucht van Koenraad en Nele en Goedele probeer ik onze paspoorten binnen te krijgen op de Soedanese ambassade. Eerst moet je een aanbevelingsbrief afhalen op het Belgisch consulaat, normaal om 8.30 h open.
De beide ambassades zijn snel gevonden, in de omgeving van het Egyptisch museum. Lopen en de metro zorgen ervoor dat ik er reeds om 8 h ben. Tevergeefs. Ze gaan beiden maar om 9h open. Te laat. Ik moet vroeger terug naar de camping om Nele en Goedele te voeren, want het verkeer zit hier nu pas goed strop. Nele zit al op hete kolen, maar om 9.30 h draai ik de camping binnen. Jump in the car! We vertrekken in a hurry en op Egyptische wijze. (= zo snel mogelijk al toeterend overal tussen laveren!) Ik drop Christine aan het metrostation Giza. In de drukte is er geen tijd om stil te staan bij het afscheid, en misschien maar goed ook. We rijden verder het centrum in, er is geen doorkomen aan. Nele staat met het zweet in haar handen, wanneer ze op de kaart ziet welke afstand we in een half uur nog maar aflegden. Goedele kijkt ook bezorgd maar ondergaat het meer. Het wordt een race tegen de tijd. Gelukkig lopen heel wat stukken vlotter, zodat ik met een fier vaderhart mijn dochters just in time, om 11.30 h op de luchthaven kan afzetten. Omwille van het razende verkeer zit nakaarten tijdens de rit er niet echt in Het is voorbij gevlogen, die twee weken, wat hebben we genoten van onze lieve dochters. Mijn kleine meisjes zijn twee evenwichtige, volwassen vrouwen geworden. Het afscheid valt me ook niet echt moeilijk als ik ze een afscheidskus geef en door de gates zie verdwijnen…
Nu weer vliegensvlug naar ’t stad. Ik parkeer as usual aan metrostation Giza en ben om 13. 30 h aan de Soedanese ambassade. Christine blijkt nog binnen te zijn. ‘Kom eens binnen tien minuten terug, dan zal het gregeld zijn’. Ik wandel weg, en zie daar plots mijn Egyptische schone met twee paspoorten zwaaien.
‘t Is al in orde!!’
We maken een kleine wandeling langs de Nijloever om wat te bekomen van de supergekke morgen. Wanneer alles bezinkt pinkt Christine een traantje weg…
We besluiten nog vandaag uit Caïro te vertrekken, maar eerst wil Christine nog naar het kapsalon. Ik heb een paar uur voor mezelf en wandel de stad in. Niets spectaculairs. Gewoon langs de rivier eens tijd hebben om na te denken…Plots krijg ik de enorme aandrang om bloemen te kopen. Niet evident hier. Ik doorzoek als een bezetene de halve stad. De rode rozen in het kleine winkeltje springen me direct in het oog. Ik bestel er dertig, en leg in de winkel uit waarom. Als ik het nu wil of niet, ik moet nog één roze roos in het midden van het boeket meenemen. Ik laat haar maar doen, seffens geef ik hem weg op straat. Maar plots bedenk ik, nee, dat is natuurlijk die van het éénendertigste jaar dat al bezig is! Hij is nog niet rood omdat we nog het grootste deel van dit jaar moeten beleven. De roze kleur van verlangen, de rode kleur van vervulling. Hoe toevallig romantisch.
Ons afspraakje is om 18 h in metrostation Ataba. Ik sta daar als een schooljongetje met zijn bloementuil, te wachten op zijn lief. Ik heb veel bekijks. Vooral van de vrouwen. Ze glimlachen poeslief naar me vanachter hun sluier.
Plots zie ik Christine. Haar kapsel is gewoon super! Ik geef mijn Egyptisce schone een profijtig zoentje, want ook dàt is hier al wat gedurfd… De rest is voor later. We eten eerst en rijden Caïro buiten. Omdat ik doodmoe ben kan ik me niet meer voldoende concentreren in het verkeer, maar geen nood, Christine neemt over. Een Egyptische chauffeuse waardig. Het toetertje staat zeker ook niet stil!
Op de snelweg naar Suez nemen we de eerste parking om te slapen…
Om 12 h wordt op de auto gebonkt. En nog, en nog.. Ik trek het raam open en zie een boom van een Egyptenaar. Hij maakt een obsceen gebaar: ‘mag ik meedoen?’ Wat denkt die vent wel! Ik smijt het raam weer dicht, maar hij geeft niet af. Blijft maar kloppen en binnengluren. We besluiten weg te rijden, maar kunnen de sleutel niet vinden in het donker. Bonk, bonk, bonk… Christine claxoneert en blijft claxoneren, maar de vent bonkt door… Waar is die verdomde sleutel toch??? Plots vinden we hem. Zetel achteruit, start de motor. We scheuren weg aan 120. Ik kijk goed in de spiegel, maar we worden niet gevolgd. De volgende stop is een moskee. Bij Allah zal ’t wel veilig zijn zeker?

16 april ’07

Caïro – Suez – Nakhl – Nuweiba
Bij Allah als een blok geslapen! De oproep voor het morgengebed om 4.30 h niet gehoord.
We besluiten rechtstreeks naar Nuweiba terug te rijden omdat we daar op een prachtig plaatsje aan zee kunnen kamperen. Eerst bevoorraden in Suez voor een kleine week. Groenten, vis, vlees, kaas,… je vindt het allemaal op de markt waar we wel twee uur rondstruinen.
Daarna onder het Suezkanaal door naar de Sinaïwoestijn. We nemen een andere route dan in het doorgaan. Precies nog mooier! Vooral het stuk woestijn naar Nueba toe is zeer bergachtig, rood gekleurd en doorsneden met diepe kloven…
‘Welcome home!’ begroet de campingbaas ons. We zijn zijn enige klanten en parkeren weer op dezelfde plaats. Christine pinkt weer een traantje weg.’Ik zie Koenraad daar nog zitten in zijn zeteltje, en ik mis hem…’
Mijn grootvader kookte steeds zijn garnalen in zeewater op zijn schip, en ik volg zijn voorbeeld. In een schep water van de Rode Zee koken we de rauwe garnalen van de markt, en…ze zijn heerlijk! Ook de inktvisjes zijn overheerlijk.


17 april ’07

Nuweiba
We hebben nu vier dagen tijd om wat tot rust te komen. Alhoewel. We willen graag nog een dag duiken, en er staat toch ook nog heel wat op het programma! Verslag en foto’s van de voorbije weken bijwerken, onze Afrika-trip voorbereiden…
Eerst alle praktische zaken. De kinderen konden een deel van onze bagage naar huis meenemen (winterslaapzakken voor de Himalaya, fietsmateriaal, bergschoenen) waardoor we nu wat meer ruimte hebben in de auto. We halen alles uit om te herklasseren. Christine vindt tussen de bagage nog twee cadeautjes van de kinderen! Hoe is dat nu mogelijk? 26 november staat op het eerste. Benieuwd doen we het open: 4 kaarsjes. Hoe mooi, het begin van de Advent. We koesteren de kaarsjes in ons hart tot volgend jaar. December voor het tweede. Een pakje snoepjes van de Sint…
We denken na wat we meenemen voor die laatste periode, waar we de auto achterlaten, nemen we een tent mee? En de laptop?
Ik nodig de campingbaas uit voor een Chai. We zijn hier nog steeds de enige klanten. Het is een heel lieve man die niet uit is op geld. We kunnen hier eigenlijk gratis staan, maar willen dit natuurlijk niet.
-Er is nogal weinig volk, voor het moment.
-Ja, ik hoop dat het in de zomer beter is, maar voor het moment verdien ik niet voldoende om de huur van het terrein en de elektriciteit te betalen.
-Hoe komt het?
-Door de meer gespannen politieke situatie komen de Israëliërs voor het moment niet meer en de Europeanen gaan vooral naar Sharm-El-Sheik.
Amerika denkt hier de baas te spelen in de regio, maar ik kan je verzekeren dat ze niet zullen lukken in hun opzet. Wij weten dat het om de olie te doen is, en macht…
Het leven hier in Egypte is zeer moeilijk. De laatste jaren is het veel slechter geworden.
-Hoe komt het?
-Niet alleen internationaal zijn er veel spanningen, maar er is de enorme corruptie van hoog tot laag en het gebrek aan degelijke scholen. Onderwijs is er zogezegd voor iedereen, maar dat is niet zo. Je kunt hier gewoon alles verkrijgen met geld onder tafel.
-We hebben ook ondervonden dat baksis hier een gewoonte is van hoog tot laag
-Je kunt ook een diploma kopen, bijvoorbeeld van leraar. In de staatsscholen zit de leraar Engels gewoon in klas te slapen, want hij kent toch geen Engels. Daar verdient hij dan 500 Pond mee. Niet voldoende voor zijn gezin, maar hij doet nog allerlei ander werk om extra te verdienen. Hij kan dan uitslapen in klas.
Of bij de douane of het leger. Je 500 pond is vast, en de rest vul je aan op een ‘snaky’(maakt het gebaar van een kronkelende slang)way…
-Als niemand goed opgeleid is kan een land niet vooruit gaan.
-Dat is zo. Als ik hier een elektrieker nodig heb, komt iemand af met zo’n diploma, maar hij kent er niets van en niets werkt achteraf… Ook zo voor het sanitair. (We hebben inderdaad ondervonden dat niets hier goed werkt) Als je ouders geen privéschool kunnen betalen mag je het vergeten een degelijke opleiding te krijgen!
(Het is het trieste verhaal van bijna de ganse wereld…)
-Waarom is de administratie hier zo moeilijk? Het is zo ingewikkeld om met de auto Egypte binnen te komen, hoe kun je dan vlotte handel hebben met je buurlanden? Waarom gaat het een stuk beter in Jordanië?
-Heel het bureaucratisch systeem is gemaakt om de macht op ieder niveau te behouden. En dit tot op het hoogste niveau, in concentrische cirkels. De eerst cirkel is rond de president. Wetten worden niet gemaakt voor het volk, maar om in de zetel te blijven zitten!
-Egypte heeft nochtans belangrijke troeven: olie en gas, toerisme en de inkomsten van he Suezkanaal…
-Dat is zo. Het zou hier goed moeten gaan, maar het gaat steeds achteruit. Rijken worden hier rijker en armen armer. De rijken kunnen alle wetten aan hun laars lappen…
-Ooit, in de Romeinse tijd, waren jullie één land met Europa. Er zijn nu ook al economische verdragen, maar ze werpen nog geen vruchten af, omwille van de terughoudendheid van sommige landen. Tot Turkije is de administratie vlot. De Turkse truks rijden over de Europese wegen tot in Brugge en verder…Dit betekent handel, werk,.. Zo kan de boel beginnen draaien!
Maar dan heb je een eerste barrière in Syrië. Daar doen ze ook zo graag moeilijk. Je kunt de grens bijna niet over met een lading…En dan het probleem Israël…Indien alles wat vlotter kon? Het zal wel veranderen in de toekomst. Kijk naar Europa. Hoe lang is de tweede wereldoorlog gepasseerd? En het ijzeren gordijn? De EU is een zegen voor ons.
-Wij kijken daar met grote ogen naartoe en verlangen ook zoiets, maar het zal niet meer voor mij zijn. Europa is een prachtig project. De Arabische landen zijn het voor het moment maar over één iets eens, namelijk dat ze het niet eens zijn!
-Een situatie kan snel veranderen.
-Ik geloof het niet. Mijn grootvader heeft nog geweten dat het hier allemaal één land was: Egypte, Soedan, Saoudi, daar aan de overkant, Lybië…
De Europese landen hebben ons verdeeld, en de olielanden zoals Saoudi en Koeweit zijn stinkend rijk en beschermen hun grenzen. Het interesseert ze niet om samen te werken. Amerika heeft die Europese politiek overgenomen: verdeel en heers! Het is mijn droom dat er ooit vrede komt in onze regio, dat we kunnen praten van mens tot mens, zoals wij dat nu doen. En is dit in het Arabisch of Belgisch of Engels, dat speelt geen rol. Op school moet iedereen zo snel mogelijk dezelfde taal leren, bijvoorbeeld het Engels, zodat we kunnen praten met mekaar. In combinatie met internet kun je dan met iedere wereldburger contact hebben…
-Het is ook onze droom. En ooit komt hij. In dit leven kun je proberen een klein steentje bij te brengen voor die grote droom. .
-Je moet inderdaad naar de toekomst kijken. Al heb ik dat soms moeilijk. Ik kan hier met moeite mijn hoofd boven water houden. Meestal wil ik geen nieuws meer hòren…Veel mensen kunnen de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Dan valt je droom soms snel in stukken en word je depressief.
Voor mezelf heb ik een besluit genomen. Ik ben vroeger een goed visser geweest. Wanneer ik geen volk heb op mijn campsite ga ik weer vissen, dan heb ik tenminste eten en wat geld om sigaretten te kopen… Maar ook hier moet je steekpenningen betalen aan de overheid, anders vinden ze wat uit om je boot aan de ketting te leggen…
Het is het probleem van veel mensen. We kunnen niet huwen omdat we niet genoeg inkomsten hebben om een gezin te onderhouden. Ik ben nu 44 en heb nog nooit genoeg kunnen sparen om te huwen. Langzamerhand is het voor mij gepasseerd. Wanneer ik te oud ben om te werken zal ik niets hebben. Als ik ziek word is er een enkele verzorging. Als je hier geen geld hebt laat men je dood gaan. Who cares?
-In Europa is degelijk onderwijs en dezelfde gezondheidszorg toegankelijk voor iedereen. De staat steunt je gezin met kindergeld. (zeg ik een beetje beschaamd) Als je nu rijk bent of arm…

18 april ’07

Nuweiba
Ik kijk uit over de diepblauwe Rode Zee. Geologisch heel speciaal. Het is een naad tussen twee stukken continent. In het noorden is de ‘naad’ heel diep: de Jordaan en de Dode Zee. De volgende weken volgen we de zuidkant: de naadverbinding loopt door in de ‘Centraal Afrikaanse Slenk’. De grootste slenk van onze aarde. In die slenk heeft de Nijl zijn weg gevonden, en ook de mens. Wellicht zijn de eerste mensen in het gebied Kenia – Ethiopië ontstaan. En daarna via de Nijlvallei en de zijderoute over de planeet uitgezwermd. Wat een avontuur. We zijn dankbaar dezelfde weg te mogen afleggen. Het avontuur van de mens is eindeloos. Een grote droom: ‘the brotherhood of men…’ Een lange weg maar de droom komt.
Europa is het proefproject, de testcase: Voor de eerste keer in de menselijke geschiedenis wordt één groot gebied verenigd zonder oorlog. Op basis van democratie, solidariteit, en behoud van zijn eigenheid. Heel de wereld kijkt naar ons op. Het is een moeilijke, langzame geboorte omdat ieder land een stuk macht en eigenbelang moet afleggen. En dat is zo moeilijk, maar het komt. Het komt over de ganse wereld. Ooit krijgen we nog een bestuursniveau boven het Europese: een wereldparlement, waar op democratische manier minimumlonen, milieunormen,…enz afgesproken worden. Onze ‘wereldgrondwet’ is er al: de universele verklaring voor de rechten van de mens. Een document dat veel verder staat dan de wereldgodsdiensten. Aan die doom wil ik verder mijn klein steentje bijdragen en dan doet het er niet meer toe of de hemel bestaat of niet.