OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

donderdag, maart 15, 2007

1 maart ’07

Persepolis – Shiraz – Kamaraj
Midden in de nacht wordt op onze auto gebonsd! Als ik mijn ogen open doe zijn er lichten op ons gericht: politie! Of we ons niet enkele meter kunnen verzetten tot vlak voor het politiebureau, want dat is veiliger. Nee, dat is hier écht geen grap, en we verzetten ons dus enkele meters, terwijl het vriest dat het kraakt. De sterren en de bijna volle maan zinderen in de vorstlucht. Niet te geloven dat het tijdens de dag al zo warm is en dat de temperatuur toch nog onder nul duikt gedurende de nacht, zelfs al zijn we nog in Zuid Iran op 29° NB. Zo kun je eens aan den lijve ondervinden wat matigende zeeinvloed en opwarming door de Golfstroom in Europa op 50° NB wel is! Hier wordt de zeeinvloed afgeschermd door hoge bergen, vlak aan de kust.
Gisteren is hier een Frans gezin toegekomen: ma, pa en twee kinderen. Ze richtten een truck in en zijn reeds drie jaar op reis. Het onderricht van de kinderen doen ze zelf, iedere morgen. Als ze terug thuiskomen volgt een examen voor een soort middenjury. Ze komen uit Afrika, net dezelfde weg die wij volgende maand willen afleggen, en kunnen ons allerlei bijzonderheden geven over de visa, de route en de mogelijkheden van het openbaar vervoer. Is me dat geluk hebben! We hadden nog heel wat twijfels over onze ‘langs-de-Nijl-tocht maar beslissen alles over land te doen: Van Egypte naar Soedan, daarna dwars door Ethiopië, naar Kenia. Zoveel mogelijk de Nijl volgen tot bij de bonnen. Uit Naïrobi vliegen we dan terug naar onze auto in Caïro.
We hadden dit deel van de reis nog wat in het midden gelaten, omdat dit het moeilijkste en meest avontuurlijke wordt, en we dachten bij de planning: misschien zijn we naar het eind van het jaar reismoe en wat minder gemotiveerd? Maar niets is minder waar. We zijn weer goed op dreef en kunnen er maar niet genoeg van krijgen!
De opgravingen van Persepolis zijn indrukwekkend als je ze in hun tijd ziet, want natuurlijk is er heel veel verwoest, door…Alexander De Grote. Ja, we hebben die al wel meerdere malen tegengekomen op onze reis! Toch ongelofelijk welk een rijk die Darius kon opbouwen, hier in dit gebied. De pracht en praal van de gebouwen geeft dit weer, samen met de vele basreliëfs, die het leven aan dit koningshof weergeven. We genieten van het geheel in de schitterende bergomgeving, onder een staalblauwe lucht.
Rond de middag vertrekken we richting Shiraz, maar hebben geen zin nog eens twee moskees en een bazaar te bezoeken, en slaan de stad over recht naar de Perzische Golf.
Omdat we bijna door onze voorraad eten uit Pakistan zitten stoppen we voor uitgebreide inkopen. Een hele waslijst. De jongeman begrijpt geen woord Engels en het duurt dus zijn tijd. Maar, als we willen betalen weigert de winkelier dit. Hebben we dit niet goed begrepen? Nee toch, ook na aandringen wil de man geen geld! We zijn te gast in zijn land. Ik leg 20 000 Rial (zeker veel te weinig) op de toonbank en wil vertrekken, maar niet te doen. We moeten het biljet weer opbergen. Een beetje beschaamd vertrekken we. Ja, we kunnen hier wel nog eens leren wat echte gastvrijheid is…
We moeten volledig door het hooggebergte, richting kust. Machtige sneeuwtoppen omringen ons. Wellicht weer het mooiste wat we al zagen? Zo’n ongelofelijke ruwheid kwamen we nog nergens tegen!
Er is veel verkeer en alles verloopt nogal traag. Ik haal een vrachtwagen in, over de volle streep.( nadat Christine zegt: je gaat hier toch niet voorbijsteken zeker?) Te laat zie ik ook de politiecombi in mijn spiegel. En halve kilometer verder worden we door 2 andere agenten tegengehouden. Ja, we weten hoe laat het is. Ik moet mijn internationaal rijbewijs afgeven. Hopelijks krijg ik het terug…Een boetebon wordt bovengehaald.
-Excuseer, ik weet dat het niet mag, maar de vrachtwagen voor me reed heel traag, en ik had volledig zicht op de baan
-In jouw land kan dit misschien, maar niet in Iran! Je rijdt hier rouwens veel te snel.
-Nee, ook in België mag dit niet, en ik excuseer me voor die fout. Het zal in de toekomst niet meer gebeuren.
De agenten blijven supervriendelijk tijdens het gesprek, en ik zie ze langzamerhand ontdooien. Het boeteboekje gaat weer dicht en ik krijg mijn rijbewijs terug…
We schudden mekaar de hand, terwijl ik met de linker hand mijn hartstreek aanraak. Betekent hier: heel hartelijk bedankt!
We blijven nu braafjes achter de vrachtwagens, en genieten des te meer van het adembenemende landschap.
Bij de avondschemering slaan we een zandwegel in en kamperen in the middle of nowhere…!

2 maart ’07

Kamaraj – Borazjan – Bandar Gonaveh - Bandar Deylam – Ahvaz –
Dezful - Hoseyniyeh-ye’olya
De zon is niet van de partij, vandaag. Integendeel, wanneer we de kust van de Perzische Golf naderen rijden we een dikke mistdeken in. Spijtig. We kunnen maar hier en daar een glimp van de kustlijn opvangen. Verder zien we dat de mist mede veroorzaakt wordt door de vele oliebronnen, waar de restgassen bovenaan verbrand worden. Ook de massale raffinage zorgt ervoor dat er op sommige plaatsen een prikkelende zwaveldamp hangt.
We rijden het kustplaatsje Deylam binnen, en kopen vis op de plaatselijke markt.
-Werk je misschien in de olieindustrie?
-Nee, we zijn gewoon toeristen.
-Oh, in dit geval geven we onze vis aan een cheap price. Welcome, welcome…!
Intussen is Christine aan de praat geraakt met een vissersvrouw over…kinderen. Dit keer moet ze de duimen leggen. De vrouw heeft 6 kinderen, 3 zoons en 3 dochters.
Het doet deugd op het strand te lopen en de branding te zien, te horen. Verder dan pootje baden durven we niet gaan. We zien niemand zwemmen, en zijn nu eenmaal in Iran…Het is nog steeds mistig boven zee. Jammer, want hier passeren alle tankers uit Irak, Iran en Koeweit. Dit is méér dan de helft van de wereldproduktie!
De rest van de weg heeft weinig te bieden. Olievelden en nog eens olievelden, die door de verbranding van afvalgassen een dikke smog verspreiden. Een waar inferno: een rokend woestijnlandschap met vele vuurhaarden en olieleidingen. Ertussen zie nog het traditioneel leven: schaapherders hoeden de hun kuddes tussen de olieleidingen
De Iraniërs laten het niet aan hun hart komen. Het is vrijdag en dus een vrije dag vandaag. Overal zie je families picknicken. De smog deert niet!
We volgen hun voorbeeld, en slaan’s avonds als we al wat meer in het gebergte beland zijn een grintweg in. We vinden een mooie kampeerplaats en bakken ons visje in een liefelijk valleitje.

3 maart ‘07

Hoseyniyeh-ye’olya – Pol-e-Doktar – Sarneh – Homeyl – Kermanshah – Sanandaj – Jonyan
We ontwaken in ons privé valleitje bij een prachtige zonsopgang. Na het oplossen van de ochtendnevel rijden we onder een azuurblauwe lucht. Het landschap is weer subliem: de natuur is zwanger van de lente. We krijgen zelf ook een lentegevoel als we de vele schapekuddes de bergen zien intrekken met hebben en houwen: tenten, voedselvoorraad, ganzen, verse bébeetjes (geboren in de winter). Met stenen werpende pubers en honden houden de duizenden schapen in kudde… kortom, het zomer-nomadenleven is weer begonnen!
We rijden steeds dieper het gebergte in, maar toch bolt de weg heel vlotjes. Hoger komen we steeds meer tussen sneeuwtoppen, tot we volledig in de sneeuw rijden: enkel de weg is geruimd. Hier is het nog volop winter. En dat in Iràn en in maart! De mensen in de dorpen hebben het hier bloedheet in de zomer en bitter koud in de winter. We klagen graag over het weer, maar als je hier eens op twee verschillende seizoenen passeert weet je dat we in Europa een gezegend klimaat hebben.
Door de sneeuw vinden we moeilijk een slaapplaats. Het is al bijna volledig donker als we diep in de vallei enkele lichten van een dorpje zien. Daar moet een grintweg naartoe lopen…We slaan in en kunnen kamperen op een plaatsje naast de weg. Speciaal voor ons gemaakt, met zicht op de besneeuwde valleien, volle maan bijbesteld…

4maart ’07

Jonyan – Bukan – Mahabad – Orumiyeh – Serdu (Turkse grens) – Esendere – Yuksekova - Akçali
Vandaag is het maar een goeie 300 km meer naar de Turkse grens. Onze kilometerteller staat op 22 000 km, tijd om olie te verversen. En we hebben ook nog vele rials over, omdat Iran voor ons zo extreem goedkoop is: we wisselden voor onze ganse Irantrip 50€, en…hebben nog méér dan de helft over!
De luchtfilter wordt ook gecontroleerd: vol woestijnzand! We hebben gelukkig een reserve mee. Bij de controle van de bandenspanning is één van de banden lager. Er steken twee stukken metaal in. We laten de twee gaten dichten en moeten aandringen om te ‘mogen’ betalen: ‘you are our guests…!’
Op onze terugroute zagen we een totaal ander Iran. Een Iran dat geen toerisme kent, maar ook geen jota Engels. We moeten van deze supergastvrije mensen weer eens afscheid nemen. Op vlak van kunst en cultuur is Iran wel de moeite waard, maar kom vooral naar hier omwille van de mensen en de grandioze landschappen…
De Iraanse grensformaliteiten zijn in een kwartier geregeld.
Het Turkse hek draait open. Welcome to Turkey!
De grensformaliteiten zijn op zijn Turks: chaotisch. Eerst is de carnet de passage niet nodig, dan weer wel. Een stempel hier, een stempel daar… Een visum aanvragen… Het duurt 1,5 uur.
Als we achterop kijken zien we nog de laatste berg van Iran, met 2 reuzegrote foto’s op de top: Khomeini en een andere ajathollah kijken je na: Let op! We zien alles wat je doet! Er valt toch iets van ons af…
We komen hier een beetje thuis, en vallen veel minder op! De mensen hebben een veel blekere huidskleur, en onze auto past hier ook in het straatbeeld. Het weinig Turks dat we nog kennen van onze fietstocht komt snel terug, ook omdat we weer alles kunnen lezen in ons eigen alfabet. Je voelt je zoveel minder hulpeloos.
Maar ook de huizen zijn veel mooier, en er zijn hier zowaar trottoirs in de straten. Ja, het doet deugd dat alles wat méér geordend en netter is.
Het landschap is steeds méér besneeuwd, en ook echt weer adembenemend. Te midden van al dat moois vinden we een prachtige kampeerplaats.

5 maart ’07

Akçali – Cisre
Door het tijdsverschil zijn we al van 4.30 h wakker vanmorgen. We maken een ochtendwandeling, want we hebben al de tijd vandaag.
De route is heel ruw, en je ziet dat de dooi hier nog maar pas ingetreden is. De weg is geruimd, maar soms rijden we tussen twee muren sneeuw van wel 2 meter hoog. Door de vorst en de sneeuwlawines is het wegdek op veel plaatsen beschadigd: grote gaten, of soms voor de helft weggespoeld. Het is dus opletten geblazen, als je hier de ene bergpas na de andere moet nemen. Bovendien begint het weer te sneeuwen! We haasten ons de laatste hoge pas over, en gelukkig verandert de sneeuw daarna in regen.
De weg vordert dus maar heel langzaam, ook door de vele checkpoints. Om de haverklap moeten we stoppen: paspoortcontrole, carnet… We worden ook ondervraagd: kennen we wel de gegevens van ons paspoort? Ook de auto wordt iedere keer helemaal doorzocht. Heel grondig. Er wordt op de deuren en de carrosserie geklopt om te horen of er niets aan de binnenkant opgeborgen zit. Met een spiegel wordt de onderkant gecontroleerd. Zelfs de pak tarwebloem wordt opengemaakt, en er wordt in de bloem gevoeld! ‘Hebben jullie een eigen wapen?’
Wanneer voor de tiende maal vandaag alle schoven en kasten opengetrokken worden is mijn geduld wel een beetje op:
-Waarom controleren jullie ons nu al voor de tiende maal??
-Sorry, maar we moeten dit doen. Zie je daar de overkant van de rivier?
-Ja, je kunt door dit kleine riviertje waden.
-Wel, dit is Irak! We kunnen de smokkel bijna niet onder controle houden. Ik ben van Istanbul en doe hier ook maar gewoon mijn legerdienst. Het is hier gevaarlijk…
Tegen de avond arriveren we dan toch in Cisre. We zoeken een internetcafé om nog wat bijzonderheden op te zoeken ivm de visa van de volgende landen waar we doormoeten. Kun je multiple entry’s krijgen, want ons paspoort is bijna vol? Hoe zit het met Israël? Nemen we de boot naar Turkije in juni, of rijden we terug?
Eerste probleem: aan de Syrische grens moeten we de dieseltaks betalen in dollar. We hebben er geen meer, dus moeten we morgen eerst wisselen.
Wat de toegang tot Israël betreft (Je mag Syrië niet meer binnen als je in Israël bent geweest!): als je de Jordaanse grensovergang over de King Husseinbridge neemt, beschouwt Jordanië dit als eigen bezet gebied, de westbank, en komt er geen stempel in je paspoort. Voor Israël moet je geen visum hebben, dus dat wil zeggen als je langs dezelfde grensovergang weer buiten gaat is het net alsof je Jordanië nooit verlaten hebt. De Syriërs kunnen het dus niet zien in je paspoort, en je kunt lekker terugrijden. De auto kan echter niet mee, omdat de Israëli hem in je paspoort inschrijven! We laten hem dus in Jordanië als we Israël bezoeken.
Het visum voor Egypte en Jordanië kan multiple, waardoor we ook bladzijden genoeg komen in ons paspoort.
Het duurt ùren om alles op te zoeken…
We nemen hier in de stad een hotelletje en gaan een kebab eten. Voor de Haman is het al wat laat.

6 maart ’07

Cisre – Nusaybin ( grens Syrië) - Hasibah
We raken redelijk vlotjes aan dollars: eerst met ATM Turkish lira, en daarna omwisselen.
De wegcontroles zijn minder uitgebreid nu, maar toch: paspoort, carnet…
Op naar de Syrische grens! We zien al van ver de prikkeldraadafsluiting en de wachttorens.
We rijden Nusaybin binnen. De grensovergang is bijna niet te vinden. Na meerdere keren vragen rijden we het hekken van het niemandsland binnen. We zijn ongeveer de enige klanten!
De Turken doen weer ingewikkeld/ Je weet nooit welke kantoren je nu eigenlijk moet passeren. We hebben blijkbaar een stempel te kort gekregen bij het binnenkomen. Na veel vriendelijk gepalaver krijgen we de paspoorten terug, elk met een reçu van 5 YTL. Ik weiger te betalen, waarop de beambte zegt:’jamaar je bent vrij dit te geven, het is voor de armen.’ Hum. Het ruikt naar corruptie, en we betalen niet!
Na een uur draait het Turkse hek open.De Syriërs willen direct ons paspoort en carnet. We geven het af. Maar o wee. Ze sluiten gewoon weer hun hekken! We staan tussen Turkije en Syrië! Wat zal het hier worden??
Na 10 minuten: welcome to Syria! We mogen binnenrijden. De formaliteiten verlopen heel correct. We moeten een dieseltaks betalen( 100 USD)voor eeen week en ook direct een verzekering ( 38 USD, 3 weken), en de customs (8 USD). We wisselen naar Syrische pond in de staatsbank. Men wil hier enkel dollar wisselen, maar indien je al Syrische pond hebt is dit makkelijker.
Alles verloopt heel correct en in volle vriendelijkheid. We drinken voortdurend thé ( de whisky van de Arabische wereld, zoals een beambte lachend zegt)
De auto wordt gecontroleerd, maar niet grondig. Bij het zien van onze vele boeken: ‘Hebben jullie boeken over politieke onderwerpen?’ (De reisgids over Israël hebben we goed opgeborgen!)
Na alle formaliteiten wuift het personeel ons uit en heet ons hartelijk welkom:
-We vinden de Europese mensen heel sympathiek, maar hun regering vaak een beetje minder.
-Wellicht verwar je met de VS
-Nee, we moeten een onderscheid maken. Amerika en Blair! In België is de regering OK!
-Dat dacht ik al!
We nemen allerhartelijkst afscheid. Welcome to Syria…
Telkens als we de weg vragen: welcome, welcome…
Het landschap is veel groener en dichter bevolkt. Hier in de Noordoosthoek tegen de grens met Irak dachten we enkel woestijn tegen te komen.
We slaan een zandwegel in. Direct komen mensen naar ons toe. ‘Slaap in ons huis… Je komt toch eten bij ons…’
Maar we zijn moe, en slaan het af: ‘tomorrow chai…?’
We rijden de nu toch wel woestijnvlakte in. De sunset is adembenemend…
Tegen de ondergaande zon zien we een motorfiets met twee mannen afkomen. ’t Is nie waar he, we willen eens gerustgelaten worden!
‘Je kunt bij ons slapen! Het zal hier erg koud zijn, vannacht!! Kom bij ons eten…
Wellicht zijn we onbeleefd, maar soms, na 8 maanden wil je ook echt eens alléén zijn… Maar wat een gastvrijheid…!
De sterrenhemel is zò klaar. Christine waant zich een dansende derwish onder de sterren maar komt met een harde smak weer tot de werkelijkheid…

7 maart ’07

Hasibah – Palmyra
Het blijkt toch niet zo’n goede slaapplaats. Om 1.30 h, midden in de nacht worden we gewekt door een groepje jongeren: ‘hey, hey, we want to help you…’ Wellicht hebben ze er uren over gedaan om iets te bedenken en zijn ze zò nieuwsgierig dat ze wel iets moesten uitvinden. Wij van onze kant zijn niet op ons gemak. Hier zo helemaal alleen en midden in de nacht! Ons hart bonst in onze keel! We gebaren dat we doorslapen en wachten eerst af. We kunnen dan nog altijd vlug wegrijden als er iets agressiefs gebeurt…Na enkele minuten druipen ze af. Oef. Het was dus inderdaad helemaal niet kwaad bedoeld.
‘s Morgens is het tijd om de laatste envelloppe van thuis open te trekken! Het is een foto van Koenraad: ‘Ma en pa, binnen een week ben ik bij jullie! Je moet maar een mail zenden als je iets héél graag zou willen van thuis. Ik breng het voor jullie mee naar Amman!’ Als we dààraan beginnen denken kunnen we een half vliegtuig vullen, te beginnen met onze ganse familie en al de vrienden en kennissen. Maar een stukje braadworst van onze eigen varkentjes is misschien beter haalbaar. En de koffiefilter om weer échte koffie te drinken, en misschien een fles wijn om het weerzien met Koenraad te vieren?
We trekken verder door de woestijn. Hoe de vele schapen hier voedsel genoeg vinden is voor ons een raadsel. Het landschap is mooi, maar wat eentonig. De mensen wonen in kleine lemen huisjes en leven van de schapenteelt. Je ziet dat ze niet veel hebben, zoals de meeste mensen op onze wereldbol.
We proberen geld te wisselen in Dayr az Zawr, maar alle banken zijn toevallig ‘out of service’, en op de zwarte markt is de koers een heel suk minder.We kunnen dus geen diesel kopen, maar raken net tot in Palmyra. Je merkt direct dat het hier heel toeristisch is. We kunnen direct Euro’s wisselen en gooien de dieseltank vol. Omdat de enige camping gesloten is, zoeken we ons een kampeerplaats tussen de bergen, schaapherders en ruïnes van Palmyra, en besluiten enkele uren rust te nemen, gewoon genieten in het voorjaarszonnetje. We koken eerst (Iraanse en Turkse groenten, Syrisch schapegehakt) en beklimmen daarna de berg naast onze auto. De zon gaat langzaam onder. Onze auto staat beneden, en rondom ons hoor je de bleirende schapen, opgevrolijkt door de klepperende halsbelletjes. De zon is onder, een moment om vast te houden en te koesteren… Venus verschijnt, en daarna de eerst sterren van Orion. We genieten ervan. Genieten van die kleine dingen is iets wat we de laatste tijd weinig deden. Door het heel hoge reistempo, en vooral, waar je ook komt, je bent nooit op je gemak: iedereen wil je zien, wil met je praten, wil spullen verkopen. Nu zitten we hier eens alleen. Je hoort de stilte.


8 maart ’07

Palmyra
De ruïnes van Palmyra zijn ronduit schitterend! We verkennen op ons gemak de volledige site. We wandelen in het lentezonnetje en laten de verbeelding zijn werk doen, want bij zo’n ruïnes heb je dit natuurlijk altijd nodig. De grootsheid van de gebouwen is indrukwekkend, zeker als je het in zijn tijd plaatst. Niet te geloven welk een beschaving er hier al was, duizenden jaren geleden!
We nemen dezelfde slaapplaats als gisteren. Het pastoraal landschap doet deugd aan het hart: een schapekudde wordt hier vlak voor onze neus gehoed door een jongen van een jaar of veertien. Plots loopt een lam weg en raakt achter een rots. En een schaap is dan zo dom dat het over die rots naar de kudde terugwil, in plaats van terug te keren. De jongen komt erachter. Het is een bijbeltafereel dat zich afspeelt vlak voor je ogen: ook dat ene schaap wordt gered. Maar wel een beetje minder zachtzinnig: het dier krijgt een steentje naar zijn kop, zodat het in de juiste richting wegspringt.

9 maart ’07

Palmyra – Damascus
Het is vrijdag en rustdag, een ideale dag om een grootstad als Damascus binnen te rijden. Het kampeerterrein, ligt nogal ver van het centrum, en is ook duurder dan een simpele hotelkamer. We nemen dus een kamer. Weer een belevenis op zich. Vijf verdiepingen hoog in een goor gebouw. Ja, de plaaster valt van de muur, en er is nog wat schimmel erbij. Warme douches? Jawel meneer! Binnen 2 uur, we moeten eerst de kachel aansteken.(dan heb ik al lang een koude genomen!) De keuken is niet vuil, maar stinkend vuil.
Maar de uitbaters zijn zo ongelofelijk vriendelijk en gastvrij…
En waarom klagen? In dit hotel ‘verblijven’ ook enkele families met kinderen. Op hun éne kamer voeden ze hun ganse gezin op, in diezelfde keuken maken ze eten.
We doen nog een kleine wandeling. Het belooft: Damascus ziert er heel gezellig uit.
10 maart ’07

Damascus
Damascus is inderdaad een magnifieke stad! We verdwalen in de oude stad, de shouks…Je wordt opgenomen in het kosmopolitische. We eten op straat en ik laat me schrobben in de hammam.
Welcome, welcome, what do you think about our country??

11 maart

Damascus – Bosra
De Egyptische ambassade is vandaag open. Voor we vertrekken willen we op aanraden van de Fransen die we ontmoetten in Persepolis, ons visum regelen. Het valt mee. Wanneer de ambassade opent om 9.30 h kunnen we ons paspoort binnengeven en kunnen het om 14.30 h weer afhalen.
Intussen verkennen we de lokale markt en bevoorraden we weer voor enkele dagen. Je moet hier goed uit je doppen kijken! Soms vraagt de verkoper gewoon 10 maal de prijs! Een beetje meer mag wel, maar omdat we de Arabische cijfers kunnen lezen laten we ons niet doen!
Om 14.30 h is het visum klaar. Alles in het Arabisch, ik kan er niets van lezen!
Ik laat het vertalen, en het blijkt maar voor één maand, single entry. We vroegen duidelijk multiple! Eerst wil men het niet meer veranderen, maar ik geef me niet zo direct gewonnen. ‘We vulden het formulier heel duidelijk in en hebben écht een multiple nodig, omdat we vrienden bezoeken in Soedan en onze auto in Caïro achterlaten…’
Ik word ontboden bij de consul. Een vriendelijk man. ‘Geen probleem, we veranderen het visum.’ Met dat kleine beetje geluk dat je elke dag moet hebben is ook dìt weer in orde.
We lopen de toeristische dienst binnen om te informeren voor ons Jordaans visum. Ze bellen direct voor ons naar de Jordaanse ambassade, waar men antwoordt dat een multiple visum ook aan de grens kan verkregen worden. Ik heb er toch mijn twijfels over, maar we gaan het maar geloven…
Naar Bosra is het niet ver. We vinden snel een goede slaapplaats en ontmoeten twee Fransen die op doorreis zijn. Na drie keer ‘vous prenez une petite goutte?’ gaan we binnen in hun grote ‘camping-car’. We blijven er twee uur praten en hebben direct veel bewondering voor deze mensen. Ze zijn beiden ver boven de zeventig, reisden de wereld rond nadat ze beiden hun goed betaalde job in Frankrijk lieten staan. Ze hebben drie kinderen en een bende kleinkinderen die ze regelmatig meenemen op reis en waarmee ze mailen als ze voor maanden weg zijn. Digitale fotografie? Comprimeren? Bien sur! Als ze horen dat je makkelijk kunt doorrijden tot India staat het direct op hun programma. Niet te geloven, sommige mensen worden in hun hart nooit oud!

12 maart ’07

Bosra – grens Jordanië
De ruïnes van de oude stad zijn niet zo uitzonderlijk, maar het amfitheater wel. Het is bijna zo mooi als dat van Orange. En met de azuurblauwe lucht erboven…We verkennen de vele gangen die een echt doolhof vormen en proberen of het wel echt waar is dat als je fluistert beneden, je dit tot boven kunt horen…
In de late namiddag rijden we weg uit Bosra, om een kampeerplaats in de natuur te zoeken. De laatste dagen zien we olie onder de auto, en daarom stoppen we eerst aan een garage om te controleren waar dit vandaan komt. Het is de dichting tussen het motorblok en het oliekarter. Een serieus lek, maar geen paniek. Misschien op te lossen in Caïro, dan kunnen we die dichting bestellen terwijl we in Afrika zijn. In het oog te houden, we zien wel.
We vinden een mooie slaapplaats tussen de olijfbomen, langs een kleine weg.
Toch niet zò klein, want er is wel een beetje passage. Mensen zwaaien, en zeggen een goeiendag tegen ons. Plots stopt een man op een motorfiets: ‘Waarom kom je niet bij ons slapen en eten?’ Maar zijn Engels is heel slecht, en ik wimpel het af. We willen wat op ons gemak zijn en de vele dagen verslag die we achterstaan aanvullen vòòr Koenraad bij ons is.
Maar… Ik ben nog maar net begonnen op de laptop, of de man is daar terug met zijn broer, die wél Engels praat.
-We blijven liever hier…
-Ik zal mijn familie inlichten dat jullie geen tijd hebben om met ons te praten. Dat is heel erg spijtig.’
-OK, we willen wel eens langs komen om te praten, maar we blijven niet eten en ook niet slapen, omdat we morgenvroeg in Jordanië moeten zijn.
-No problem, kom maar mee…
We worden in hun zitkamer ontvangen. De kachel wordt ontstoken, en je mag op de grond zitten of liggen zoals je dat wil, met of zonder kussen. En natuurlijk met de nodige the. We proeven verschillende soorten, en krijgen er een okkernotenmix bij.
Vòòr ons zitten drie broers. Er is ook nog een vierde, die in Parijs studeert. Vader werkt in Koeweit omdat de lonen daar vele malen hoger zijn dan hier. Hun zonen, zelfs al zijn ze nog heel klein kunnen bijzitten, maar de vrouwen krijgen we niet te zien…
Wij halen ons fotoboekje uit de auto om onze kinderen te tonen en ook wat te vertellen over het leven in Europa. Als ze mij bezig zien in de keuken op een foto, vinden ze dit heel raar:
-Dit is vrouwenwerk, het is beneden een man zijn waardigheid, een man rust terwijl de vrouw het eten klaarmaakt!
-Bij ons is een man en een vrouw gelijk.
-Bij ons ook, maar ze vervullen andere taken. (hum, hum, hoeveel hebben we dat al niet gehoord, zelfs in onze eigen godsdienst!)
We komen bij een andere foto, waar Christine mij helpt om faiencetegels in de badkamer te plaatsen. Grote verwondering…
Over godsdienst:
-Elke godsdienst is voor ons gelijk, maar dan verder: ‘van een écht goede moslim kun je een vrede op zijn gezicht zien die niemand anders heeft…(Zò gelijk dus toch weer niet!) Toch moet je ook zeggen dat in alle moslimlanden ook Kristelijke kerken aanwezig zijn (zelfs in Iran !) Overal vind je Kristelijke wijken. De oproep voor ‘heilige oorlog’ die wij menen uit de koran te halen heeft hier dus geen betekenis. Moslims komen ons inderdaad over als heel vredelievend: ze begroeten je met ‘shalaam’ ( de vrede zij met u)
Trouwens, ook in onze bijbel staan heel oorlogzuchtige passages. Als je ze er wil uithalen…Je moet alles in zijn tijd zien.
Na godsdienst ligt politiek niet ver…
We praten over de rol en de onmacht van de Europese Unie, van de Arabische landen en ook van de UNO.
Ik druk de wens uit voor méér en betere politieke samenwerking tussen de Europese landen, om een tegengewicht te vormen op de wereld. Ik roep ook op voor een betere samenwerking tussen de Arabische landen en de Europese. Hebben, we niet een historische band? In de Romeinse tijd vormden we één wereld! Het is niet omdat we overwegend een andere godsdienst hebben dat we mekaar moeten bestrijden.
Ik roep ook op voor begrip voor Israël, en zeg hen dat we wel vinden in Europa dat Israël écht geen toegevingen genoeg doet voor een duurzame vrede, maar dat het volledig negeren van de staat Israël, zoals Syrië dit doet ook nooit een oplossing kan geven… Als je vrede wil moet je vertrekken van de huidige situatie, en niet van die van honderd jaar terug toen Israël niet bestond. Zo heb je ook Joden die vinden dat de situatie van 2 000 jaar terug moet hersteld worden…
Zonderling, hoe je aan een intussen rijk gevulde tafel ( we kunnen er niet van uit…) zoveel politieke problemen opgelost worden. We zijn het namelijk roerend eens!
Mensen hebben hier vaak totaal verkeerde beelden over Europa!
‘Is het waar dat kinderen de deur uitgaan als ze 18 worden en gewoon naar hun ouders nooit meer omkijken??’
Wat later op de avond merken we dat de drie broers eigenlijk ook doodgraag naar Europa zouden komen om er enkele jaren te werken…
‘We hoorden dat een schijnhuwelijk mogelijk is? Of, als je je paspoort wegwerpt kunnen ze toch niet weten waar je vandaan komt? Je kunt je toch verstoppen op een boerderij, en enkel werken, en nooit buiten komen?’
We leggen goed uit dat dit gewoon fabeltjes zijn, en dat je inderdaad méér verdient in Europa, maar ook veel méér nodig hebt om te leven… We vertellen de wantoestanden bij zwart werk…
‘We hebben een heel ander beeld van Europa, omdat we dit enkel kennen van in de film…’
Na vier uur zijn we doodmoe. Er wordt heel erg aangedrongen om te blijven slapen, maar het is genoeg geweest. We wisselen ons emailadres uit en zoeken onze zelfde slaapplaats tussen de olijfbomen terug op.
Maar… wat is dat ??? Een zelfde auto passeert ons zeker reeds vier maal, en dat op zo’n eenzame weg. Daarna weer, al toeterend, en nog eens. We zijn klaar wakker. De auto draait en stopt voor enkele minuten naast onze auto. Draait weer, en nog eens! Ik zit vliegensvlug achter het stuur, en we schéuren naar de hoofdweg…
Tot aan de Jordaanse grens, waar we overnachten op de parking.

13 maart ’07

Grens Syrië-Jordanië – Jerash
Tijdens het ontbijt denken we na op wat gisteren gebeurde. Het is de tweede maal dat we hier zoiets tegenkomen, zonder voorgaande. En telkens nadat we een uitnodiging weigeren… Kan het, dat de drie broers kwaad zijn omdat we niet volledig ingaan op hun gastvrijheid? Gastvrijheid is hier iets heiligs.
Je toont hier ook niet dat je kwaad bent, je doet iets anders. De auto wilde ons geen kwaad doen (anders doe je dit direct!), maar wel bang maken of pesten. Waarom wilde één van de broers persé zijn telefoonnummer geven bij ons vertrek (je weet nooit dat je hulp nodig hebt…!), alhoewel ik vele malen antwoordde dit niet nodig te hebben en het via email wel te kunnen ontvangen?
We zullen het nooit weten, maar plezant is het niet.
De Syrische grensformaliteiten zijn in vijf minuten afgehandeld.
Aan de Jordaanse kant hebben we tal van moeilijkheden. Eerst en vooral kunnen we geen multiple entry krijgen. Wel een gewoon visum aan 10 JD (= ong 10€), voor 1 maand. Om je duim in je neusgat te breken! De informatie van hun eigen ambassade is dus verkeerd! We hebben bijna geen pagina’s meer over in ons paspoort, en dat betekent dus wéér een bladzijde extra…
De verzekering kost ons 78 Jordaanse Dinar voor 3 maand. Ik kan de tarieven niet lezen, maar dit is veel te veel, omdat ze de auto als ‘van’ rekenen. Ik maak wel een uur van mijn voeten, de grote baas wordt erbij gehaad, er wordt gebeld naar Amman, maar het kan niet baten...
Daarna nog 15 JD voor de invoer van de auto…Wat een duur landje!
Op de vraag ‘Is dit diesel?’ blijf ik Oostindisch doof, maar schuif een papier naar voor waar niets op staat (ze kunnen welicht enkel ‘diesel’ lezen) De beambte ziet de term diesel niet staan en het is OK. Geen dieseltaks dus. Wat een meevaller, en ik loog ook niet!
We rijden op ’t gemak Jordanië binnen. Het landschap is weer veel bergachtiger. Heel mooi, maar koud en regenachtig vandaag.
Op internet is er nieuws van de kinderen, van OLVA, de mountainbikers… De nostalgie slaat weer toe:
-Weet je dat ik naar huis verlang…
-Niet klagen, he, binnen enkele dagen komt er een stuk van je huis naar jou!
En binnen twee weken nog een groter stuk!
-Jij hebt toch àltijd gelijk. Inch’ Allah…

14 maart ’07

Jerash
Het regent vandaag bijna de ganse dag pijpestelen en het is bitter koud. We zetten de verwarming goed aan en sorteren de ganse voormiddag foto’s, branden DVD’s, werken ons dagboek bij. Je moet er nu eenmaal toch eens tijd voor maken, en we willen het in orde hebben vòòr we Koenraad morgen oppikken op de luchthaven van Amman.
Tussen de vlagen door bezoeken we de Romeinse stad Jerash. Indrukwekkend. We zijn nog nooit op een plaats geweest waar je zo’n mooi beeld krijgt van de opbouw van een stad uit die tijd omdat er veel intact is gebleven. Liever slenterden we hier wat langer rond, maar na een paar uur zijn we verkleund van regen en koude, ja, en dit in Jordanië in de lente!
We nemen weer dezelfde slaapplaats als gisteren en maken het ons gezellig warm…