OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

donderdag, december 14, 2006

11 december ’06

Gua Musang – Kuala Tembeling – Kuala Tahan
Het was middernacht toen we uiteindelijk in ons bed raakten, in Gua Musang. Om 2h wordt er op de deur gebonsd. Mijn hart bonst al even hard, want de guesthouse heeft geen voordeur, en er zit niemand aan de receptie. Iedereen kan dus binnen…
-Hello, hello,…
-What do you want???
-Did you pay your room???
-Yes…
We doen uiteindelijk de deur open, en hebben alle moeite van de wereld de baas van het hotel ervan te overtuigen dat we reeds betaalden aan iemand anders…
Om 5.15h er weer uit voor de trein van 6h.
We vertrekken drie kwartier te laat, en zitten wat moetjes op de trein. De zon komt op boven de jungle, terwijl we verder zuidwaarts bollen. Het is prachtig. We hebben goed gekozen dit deel van de treinrit te sparen voor ’s morgens, en niet in het donker af te leggen!
Op de kaart, en merk ik dat we in beter in Kuala(=dorp) Tembling kunnen uitstappen, en niet in Jerantut, zoals aangegeven in de Lonely Planet. Natuurlijk twijfelt Christine aan mijn kennis van zaken (hum, hum), maar achteraf blijkt dat het juist is. Het stationnetje ligt op een kwartier wandelen van het vertrekpunt van de ‘jetty’(een lange, houten, platte schuit met buitenboordmotor), die ons over de Sungai(=rivier)Tembeling naar Kuala Tahan
brengt.
Als we het achterste van de trein tussen de tropische plantengroei zien verdwijnen voelen we ons een beetje gedropt. Wat nu? Langswaar is het nù? Rondomrond oerwoud. Zegt Christine:
-‘t was wellicht beter langs Jerantut
-grr, grr
Het is hier toch niet zo verlaten als we eerst dachten zodat we twee keer de weg kunnen vragen bij de wegsplitsing. Twee keer een verschillend antwoord… Uiteindelijk kiezen we de verkeerde weg dòòr het dorp, maar raken via een omweg bij de boot. Het is hier mooi, en we houden er beiden van zo op weg te zijn met de rugzak en voelen ons op de Santiagoroute.
Al van gisteren merk je niet alleen dat we weer in Islamgebied reizen aan de hoofddoeken, maar ook aan de hartelijkheid van de mensen. Het is net als in Pakistan. Ze roepen en zwaaien, stoppen om te vragen hoe het met je gaat…Het moet gezegd: gastvrijheid is een traditie in de Islam wereld.
Had je een jaar geleden moeten zeggen tegen me dat ik in Maleisië in 35°C in het vochtig oerwoud mijn laptop van 5 kg zou meeslepen, ik zou je gek verklaard hebben! Toch hebben we dit handige ding hier mee, maar het is extra zweten. Christine heeft zich dan weer laten gaan aan zee en maar efkens een kilootje schelpen mee, plus al enkele kilootjes ‘Christmas shopping’. ’ Bwaah, ‘t is toch maar op de trein en de bus’ zegt ze dan altijd als ze iets wil kopen. En nog een extra paar kilo’s fruit en eten… Onze lijven zijn net twee dampende stoommachines.
De trip op de jetty gaat in razensnel tempo. De houten schuit is net een speedboot! Het landschap is ontroerend mooi. Je waant je op de Amazone. Grote tropische bomen, met wortelgestellen, waar je verstoppertje kunt achter spelen begrenzen de rivier. Een kudde wilde buffels is aan het baden. We passeren een groepje spelende kinderen. Hun gitzwarte huid en hun kroeshaar glimt in het water en de brandende zon. Ze hebben niets aziatish meer: we naderen de Pacific.
Kuala Tahan is een klein jungledorpje, maar toch wel goed toeristich. We zoeken een boshut, gaan iets eten en gaan vroeg slapen, want we voelen ons niet moe, maar uitgeput…

12 december ’06

Kuala Tahan
We maken een eerste wandeling in het nationaal park. In noordwaartse richting, naar de Kanopy walkway, zogezegd de langste en hoogste hangbrug ter wereld over het oerwoud. Het is een belachelijke toerstische bezighouder.
We vervolgen een ander junglepad. Aanvankelijk niet erg interessant. Maar we gaan steeds dieper het oerwoud in. De plantengroei is overweldigend. Ik schommel aan lianen zoals in een Tarzanfilm. Ze hangen vast aan bomen van wel 50 meter hoog. De wortelgestellen van zo’n boom reiken tot boven mijn hoofd! De geluiden van de jungle kunnen we niet thuiswijzen. Wellicht chimpansees of oerang-oetangs die naar mekaar roepen. Christine roept eens terug. Takken vallen regelmatig naar beneden. Dieren zien ons, maar wìj zien hén niet. Plots zien we dat we begluurd worden door een hagedis. Hij zit zò stil om te profiteren van zijn schutkleur, dat we makkelijk een foto kunnen nemen. Brrr.
De onbekende natuur bouwt langzaam een spanning in ons op. Aaaai! Christine heeft een bloedzuiger op haar voet. Ik probeer hem eraf te slaan, maar het lukt eerst niet. Het bloed gutst eruit wanneer hij lost. Het wemelt van die kleine diertjes en andere wormen. Regelmatig krijgen we beiden bloedzuigers op en tussen onze tenen. Het is onvoorstelbaar hoe snel die diertjes zijn! Het bloed plakt in onze schoenen.
Ook vlieg en mug ordinalis doen lustig mee. En dit alles in een loodzware, vochtige warmte van boven de 40°C. Wanneer we dan ook nog twijfelen of we wel nog op het juiste pad zitten, roepen we iets minder enthousiast terug naar de vermeende chimpansees. Zegt Christine:
-ziet eens dat we hier moeten slapen?
-Brrr…
Je zou geld willen geven om hier een homo sapiëns tegen te komen in dit ‘oudste tropisch regenwoud van de wereld’!
We houden goed ons uurwerk in het oog, en besluiten nog een half uur verder te lopen. Indien we dan niet in oostelijke richting aan het terugdraaien zijn, kunnen we nog terugkeren vòòr het donker is.
Ja, oerwoudtochtjes zijn behoorlijk spannend!
Uiteindelijk zien we een wegwijzer naar Kuala Tahan, waar we logeren. Oef.
We staan elk een kwartier onder de douche om de plakkerigheid en de bloedzuigers van ons af te spoelen. Wat een grandioze natuur, morgen gaan we zeker terug!
Het is niet lang meer voor we naar huis gaan. Ik betrap mezelf erop dat ik veel aan thuis denk. We praten er ook vaker over.
We kijken voor het eerst terug naar onze foto’s. We beginnen met ons afscheidsfeest in de tuin, waar we al onze familie en vrienden zien. Het is ontroerend weer een beetje thuis te zijn, onze keuken, living,… te zien. Wat is alles mooi en groot!
Daarna laten we Turkije, Iran, Pakistan, China en India eens vlug passeren, en glimlachen bij sommige beelden waar we ons druk gemaakt hebben. Nu is die chaos zo normaal geworden…


13 december ’06

Kuala Tahan
Een mens heeft een groot aanpassingsvermogen. We doen kousen aan, en besprenkelen ze met een insektenwerend middel. Dit houdt de bloedzuigers heel efficiënt weg, en hebben onze zaklamp mee om in een grot af te dalen.
De wandeling is heel mooi, maar de grot een lachertje. Hij zit wel vol met grote vleermuizen. Ik ben niet erg op mijn gemak. Christine neemt de leiding in de ondergrond.
Onbevreesd en zaklamp op het hoofd als een ervaren mijnwerker daalt ze verder af. Ik roep, nogal dunnetjes:
-pas op dat die vleermuizen niet in je haren vliegen, ze zien niet, en bewegen zich op een sonarsysteem, waarvan de ultrasonestralen dòòr je haren gaan!
-ja, met jouw hoeveelheid haar zul jìj daar weinig last van hebben.
-grr, grr…
We wandelen terug en hòren wel veel dieren, maar zien niets. De hitte is ook vandaag loodzwaar. (We douchen hier drie keer per dag, maar stinken als de beesten naar zweet.)
Plots komt de regen in bakken neer, om ons op een welkome manier te verfrissen. Het zou méér mogen zijn, want het oerwoud is één grote paraplu en we zijn toch al druipnat van ons eigen zweet.
De natuur blijft mooi en indrukwekkend, maar toch besluiten we dat we een voldoende mooie indruk van het regenwoud hebben, en dat een derde tocht daar niet veel meer zal aan toevoegen. Morgen reizen we door naar Kuala Lumpur, maar we hebben beiden een beetje heimwee en zouden liever doorreizen naar Kuala Assebroek…