OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

zaterdag, oktober 28, 2006

13 oktober ’06

Pokhara
Voor een fikse commissie kun je je tocht laten regelen door een trekkingbureau. Wij doen het zelf, huren een fiets en maken er een leuk dagje van.
Eerst naar het bureau ‘ter bewaring van het Annapurna-natuurpark’ voor de trekkingpermit. (tweepasfoto’s nodig) Kostprijs: 2 000 rupees.(25 €)
In het bureau loopt een milieucampagne: laat vooral geen vuilnis achter. Probeer zo weinig mogelijk in wegwerpverpakking te kopen, omdat dit ter plaatse moeilijk kan verwerkt worden. Typisch voorbeeld is water. Indien je mineraal water koopt worden de lege flessen daar verbrand en dat is een dioxinebron, natuurlijk…
Het busstation is kilometers verder maar we vinden het ook snel. Eenicket tot Besisahar kost 175 rupees. Vertrek, morgen om 7.30h.
We hebben nog tijd over en rijden een eind langs het meer om een rustige plaats te vinden om zowaar te…zwemmen! Het is heerlijk, en wat is dat lang geleden. Ik verlang naar de Damse Vaart en onze Noordzee…
We brengen de fietsen terug binnen , en drinken een pint bij de verhuurder.
-Oh, from Belgium? What a nice country…You can earn a lot of money there.
Hij haalt prompt een fotoboek uit, want hij heeft vrienden in Berlare, die elk jaar op bezoek komen omdat ze een geadopteerde zoon hier uit de streek hebben.
Zo raken we weer in gesprek…
De ouders van de geadopteerde jongen waren op dat moment zeer arme, en hadden al 12 kinderen. Omdat de grond waarop rijst verbouwd wordt nu eenmaal niet kan groeien, kon er aan geen kanten nog eens een kind erbij. Ze hebben hun dertiende spruit dus noodgedwongen ‘verkocht’ voor adoptie.
Je mond valt toch altijd weer open bij zo’n verhaal. Stel jezelf eens in de plaats. We leren ook een aantal verbanden zien: vroeger was er hier in Nepal niet echt een armoedeprobleem. Iedereen leefde van wat de grond opbracht. Maar door de betere gezondheidszorg is het de bevolking heel sterk gegroeid. Landbouw is dus absoluut niet meer voldoende. Gelukkig kunnen een aantal mensen nu een bestaan vinden in het toerisme en alle diensten die daar rechtstreeks of onrechtstreeeks mee te maken hebben… Vorig jaar bleven de toeristen weg uit Nepal, omwille van de onlusten. Vele Nepalezen hebben zwarte sneeuw gezien. Daarnaast worden hier grote campagnes gevoerd voor geboortebeperking en condoomgebruik. Niet tijdelijk op TV, zoals bij ons, maar op grote plakkaten langs de weg. De Nepalese bevolking is nog steeds één van de snelst groeiende ter wereld.
’s Namiddags is het ‘rugzakje inpakken’. Omdat we het terrein niet kennen is het moeilijk oordelen wat je meeneemt. We vermoeden dat het op de hoge passen heel koud kan zijn( de Ararat herinnerend!), dus moeten we méér kleren meenemen dan pakweg in de Pyrenneeën. Ook de waterfilter moet extra mee. We laten onze MSR- brander eruit, omdat we onderweg toch geen benzine kunnen kopen. We nemen weinig voedsel mee, omdat je overal kunt eten naar het schijnt. Tent en slaapmateriaal nemen we wel mee omdat we verlangen te kamperen in die mooie natuur. Onze rugzakken zitten bomvol.
In de kamer naast ons verblijft een Canadees meisje met haar juist verworven grote liefde: een Nepalese jongen. Hij is echt Nepalees, wat wil zeggen dat hij veel minder schroom heeft dan wij: hij zet zich bij om te praten en kent ons precies al jàren. Komen we er vandaag niet dan is het morgen. Wij hebben altijd eerst zoveel te doen, in dit geval onze rugzakken en de auto op orde zetten. Niet dus.
Hij rookt marihuana, en toont ons welke plant dit is. Hij staat naast me! Nee, ik wil het niet proberen. Marihuana groeit overal langs de kant van de weg, en wordt hier algemeen gebruikt door…de mannen (voor vrouwen is dit niet geoorloofd!). Ook ‘chhang’, een soort zelfgemaakt bier, uit rijst, wordt flink verzet in de dorpen. Hij vertelt heel open dat hij zijn joints nodig heeft om zich goed te voelen. Stoppen of te verminderen lukt hem niet omdat hij zich dan zo slecht voelt. Toch vindt hij het ook niet leuk de ganse dag stoned rond te lopen. Maar iedereen gebruikt hier, en je moet het maar van de straat plukken… Je kunt het ook in gebak verwerken. Eens proeven? Ik zeg hem dat ik al gekke verslavingkjes genoeg heb, en geen nood heb aan nog eentje.
Nepalezen hebben een groot respect voor alles wat leeft. Hij geeft een voorbeeld: als zijn ouders een malariamug zien, dan slaan ze hem niet dood, maar ze kijken hem aan en bevelen: ga weg! Hijzelf gelooft dit niet en mept de muggen hier wel weg.
De Nepalese maatschappij is in volle evolutie door het contact met de Westerse cultuur. Vooral het kastestelsel staat sterk onder druk. Voor zijn ouders is dit nog heel levend. Als iemand bij hem thuis aanklopt om onderdak te vragen van een lagere kaste dan wordt dit geweigerd. De plaats waar de persoon gelopen heeft wordt volledig gereinigd. Een hogere kaste wordt met Nepalese gastvrijheid ontvangen. Wat wil zeggen: we halen alles uit en geven tot het laatste weg.
Omdat we hier ook een beetje Nepalees leven hebben we nu wel nog werk tot ’s avonds laat.


14 oktober ’06

Pokhara – Besisahar – Khudi
Om 14h komen we toe. We nemen nog een kleinere bus tot Sera, aan het eind van de berijdbare weg. Alhoewel, ‘berijdbaar’? De bus zit stampvol, dus nemen we plaats op het bagagerek. Twee scherpe ijzers snijden in je achterwerk. En dat is nog niet alles. De weg is onverhard. De putten en stenen doen denken aan de bergen en dalen van de Karakorum. Ik moet me vasthouden met mijn twee handen aan het bagagerek om er niet afgeslingerd te worden. We passeren een bruggetje dat zò smal is dat je bijna in je broek doet als je naar beneden in de afgrond kijkt. Dat er iets kan gebeuren is natuurlijk Westerse inbeelding. Er gebeurt ook niets. We worden veilig en wel afgezet in Sera. Het is een ritje op de kermis, zegt Christine. Met twee blauwe strepen op je achterste als souvenir.
Het is 15h als we de tocht beginnen.We hebben er zin in! Niet voor lang echter, want om 17.30h is het hier al donker. We stoppen in Khudi om te eten, want het is van 6h vanmorgen geleden dat we nog iets tussen de kiezen kregen.
Na het dorp kijken we uit voor een slaapplaats. Aan de machtige Marsyangdi-rivier zien we een klein grasveldje, voldoende uit het zicht. Genieten maar. Het is al schemerdonker als we de tent opslaan. Een bad in de rivier en daarna sterren kijken. Wat zit de poolster laag! Thuis 51°NB, hier maar 28° meer. Net boven de berghelling! Ook de andere vriendjes zijn er: kleine beer, wega, zevengesternte… De melkweg maakt het sprookjesachtig. Een satelliet passeert traag voorbij als teken van menselijke verbondenheid. Flitsende vallende sterren doen al onze toekomstige wensen in vervulling gaan en met de muziek van de snelstromende rivier vallen we in slaap. Wat wil je nog meer?


15 oktober ’06

Khudi – Jagat
Om 5.30h zijn we al druk in de weer. Ons ontbijt:krakkers met koude koffie , want we hebben de MSRbrander niet mee. Het wordt langzaam dag. De besneeuwde top van de Annapurna verrijst uit het donker. Dan komt de zon langzaam op. De gouden stralen leggen een kroon rond de machtige top van 8091m. Het is als op de Taborberg: laten we hier eeuwig blijven en genieten…
Om 6.30h stappen we welgezind het pad op. We zijn niet alleen. Ook andere trekkers, gidsen, dragers,.. zijn al op stap.
De natuur is grandioos. Na de vele drukke wegen en steden van de laatste maanden herleeft je hart bij al dat moois.
We klimmen en klimmen maar…In 7 dagen moeten we 5000m hoger geraken. Vooral boven 3500m moet je voorzichtig zijn, en niet te veel in één dag klimmen omwille van hoogteziekte.
De vallei versmalt tot een echt kloofdal. De hellingen zijn in terrassen aangelegd. Overal waar maar een kruimel plaats is wuiven de gouden rijstvelden. Grote vlinders versterken de kleurenpracht.
Door de loodrechte valleiwanden kun je een kampeerplaats wel vergeten, maar we kunnen onze tent plaatsen in het tuintje van een lodge, waar we ook kunnen eten en een (ijskoude)douche nemen.

16 oktober ’06

Jagat – Bagarchap
Klimmen en klimmen... Je passeert de ene adembenemende waterval na de andere. We zijn op dit pad niet de enige westerlingen. Alhoewel. De meeste blank-uitziende trekkers blijken Israëliërs te zijn. Vele jonge mannen hebben meerdere jaren in het leger gediend en kunnen dan achteraf een jaar vrijaf nemen. We raken meerdere keren in gesprek over de situatie in hun land.
-We vinden de houding van Europa en in ’t bijzonder de houding van België niet eerlijk.
-Hoezo?
-Toen eerste minister Sharon op bezoek wilde komen naar België wilde men hem oppakken als een boef. Terwijl wij enkel ons land verdedigen.
-Momentje. Je moet dit in een heel ander kader zien. In België is vroeger een wet gestemd, waardoor misdaden tegen de menselijkheid konden veroordeeld worden. Het was een vooruitstrevende wet, vooral bedoeld om iets te kunnen doen na de volkerenmoorden in Rwanda.
Ook opsluiting zonder proces is een misdaad. Zo hebben organisaties geprobeerd Sharon en later ook president Bush (omwille van Gwantanamo) via die wet voor de rechter te dagen. Dit is dus niet de Belgische staat, en er is ook nooit iets van gekomen. De wet was echt goed bedoeld, maar we hebben achteraf begrepen dat je geen rechter kunnen spelen voor de ganse wereld. Na die twee incidenten is de wet afgevoerd. Je moet die taak laten aan het internationaal gerechtshof in Den Haag
-Dit stond helemaal anders in onze kranten.
-Daarom is het goed dat mensen praten met mekaar, waar ook ter wereld je mekaar tegenkomt. Toch is het wel zo dat de meeste mensen in Europa vinden dat jullie gewoon géén gesprek aanknopen met de Palestijnen, en alles doen waar jullie zin in hebben. Er komen heel weinig toegevingen van Israëlische kant, vinden we. Bezette gebieden, en wat nu laatst in Libanon gebeurde… Dit kun je moeilijk goedpraten.
-Ik heb enkele maanden terug meegevochten in Libanon.(Ik verschiet) Wij doen nooit iets als ‘zij’ ons gerust laten. Hesbollah heeft een raket afgevuurd van op het dak van een burgerhuis in Libanon. We kunnen dit zien op satelliet. Die raket is in mijn dorp neergekomen. Onder mijn buren waren er doden. We hebben dit huis in Libanon ogenblikkelijk met de grond gelijk gemaakt. Ook daar waren er burgerslachtoffers.
Jij weet niet wat het is voortdurend met schrik te moeten leven. Waar wij wonen kun je elk moment van de dag of de nacht door een raket getroffen worden. Of als je een bus opstapt denk je steeds: alsjeblieft, nù geen bom.
Ik heb als soldaat nog nooit iemand moeten neerschieten. Indien je iemand neerschiet zonder reden wordt je trouwens heel streng gestraft. Maar stel je eens voor: vòòr je staat een Palestijn met een benzinebom in zijn hand, klaar om te werpen. Het is hij of ik. Je zou voor minder panikeren…
De bezette gebieden zijn het resultaat van een oorlog die zij begonnen zijn, maar verloren hebben. We trokken ons gedeeltelijk terug.
-Dat is het hem nu juist. Jullie zijn militair zò sterk, dat je niet mòet onderhandelen. Invloedrijke Joden in de VS houden jullie in die machtspositie, zorgen zelfs dat jullie een atoombom hebben… Terwijl Iran dit niet mag.
-Indien Iran atoomwapens heeft zal Hesbolah dit gebruiken tegen ons.(of ik begrijp hier dat het probleem Iran ook weer te herleiden is tot Israël, waardoor die situatie in het Midden-Oosten kan ontbranden tot een wereldprobleem)De VS moet en zal dit vermijden. Ik verwacht een oorlog in februari.(slik, dan moeten we door Iran passeren)
-Het wordt een beetje een welles-nietes gesprek. Ik begrijp dat je nu niet anders kan dan je te verdedigen. Het probleem moet opgelost worden op de lange duur. Wij leven in België ook met twee bevolkingsgroepen in vrede naast mekaar, omdat er geen groot verschil in welstand meer is. Vroeger was het Vlaams deel arm. Frans was rijk. De Vlaamse strijd is een gerechtvaardigde sociale strijd geweest. Als het verschil in welstand wegvalt is het ook gedaan met de strijd. Tenzij bij een in het hoofd van een kleine minderheid, of in gespierde taal voor de verkiezingen. Het kan nog weinig mensen boeien.
-Jamaar jullie hebben dezelfde godsdienst…
-Het conflict in Noord-Ierland is zogezegd ook een verschil tussen godsdiensten. Niet waar. Godsdienst wordt gebruikt in dit conflict. Katholiek is arm. Protestant is rijk. Werk het verschil in welstand weg en het lost vanzelf op.
Ook zo voor de Palestijnen. Geef degelijk onderwijs in plaats van de Hesbolah-scholen. Zorg dat ze wetenschappelijk en onafhankelijk leren denken in plaats van de Koran van buiten te leren. Zorg dat ze werk hebben en een ordentelijk bestaan, en binnen 30 jaar leef je vreedzaam samen met elk zijn godsdienst in de persoonlijke levenssfeer. Nu hebben ze toch niets te verliezen, en met een bom rond je nek ga je regelrecht naar Allah. Ik heb het ook gezien in Pakistan. Zogezegd een bondgenoot van het Westen. Wacht maar. In de koranscholen van de vluchtelingenkampen worden nu de terrorristen van morgen opgeleid. In dit broeinest van extremisme ontploft ooit nog een bom. En dan zal iedereen verwonderd zijn.
-Ik heb het nog niet zo bekeken. Misschien is je visie wel juist. Jammer genoeg werkt democratie niet op 30 jaar…Het is steeds reactie op korte duur, om de verkiezingen te winnen.
-Ik ben ook onder de indruk gekomen in ons gesprek van de schrik waarmee jullie voortdurend moeten leven, en dat je je in de situatie van nu moet verdedigen…
Al pratend zie je veel minder van de natuur, maar zo’n gesprekken zijn toch altijd de moeite omdat ze je visie veranderen. Op deze reis wordt je met zoveel geconfronteerd. Soms lig je wakker om het allemaal te verwerken.
We komen in Dharapeni. Een leuk dorp met mooie campingsite. Maar het is nog te vroeg. We gaan nog wat verder. Jammer genoeg versmalt de vallei in Bagarchap. Hier is géén kampeerplaats te vinden. We moeten een kamer nemen. Ook eens plezant. We zitten aan tafel met vier Fransen die ook op reis zijn voor één jaar. Ze hebben elk een drager mee. Hij draagt de beide rugzakken, kookt voor hen of bestelt hun eten, geeft uitleg over de streek en geeft ’s avonds een massage, voor… 6€ / dag. Ze zijn ook wel een beetje op hun ongemak als ze eraan denken. Wij staan paf en vinden het ongehoord!



7 oktober ’06

Bgarchap – Chame
Omdat we geen tent moeten afbreken zijn we om 6h al aan het stappen. In Danaque begint Christine te rillen. Warm en koud tegelijk. Haar armen en benen staan helemaal in uitslag. Ze kan geen stap meer zetten. Het is bitter koud. De mensen van het dorp zien dat we een probleem hebben, en roepen ons binnen.
-Dit is iets heel serieus! Je moet naar de medische post.
-Waar?
-Als je wil kun je een paard van ons gebruiken. Het is dan 5 uur.
-Niet te doen. We wachten, als het mag van jullie
Christine denkt aan voedselvergiftiging en neemt daarom een homeopatisch middel . Ze is doodziek.
Onder invloed van de korrels geeft ze plots heel hevig over. Ik vrees het ergste en weet niet wat ik er moet van denken.
Toch is het aan het keren. Wellicht is het giftige voedsel eruit. Na een uur of drie is het alsof er niets is gebeurd. We bedanken de mensen heel hartelijk en vertrekken.
Na een wat kortere etappe vinden we een mooie kampeerplaats aan de rivier bij het buitenwandelen van het dorp Chame.

18 oktober ’06

Chame – Hongde
De vallei is hier een stuk breder, maar omdat we hier al op 3332m zijn is de natuur veel minder liefelijk. Het is vooral veel kouder door een harde, ijskoude wind. Gelukkig achter ons. Toch is er nog veel bewoning in de vallei. De mensen leven hier van de jakteelt, waarvan ze echt alles gebruiken. Het is slachttijd nu. Alles gebeurt op straat. Sommige trekkers vinden dit walgelijk en wreed, maar wij zijn het natuurlijk gewoon van thuis. Ik durf hen niet te zeggen hoeveel kippen, konijnen, enz ik reeds naar de dierenhemel geholpen heb.
Buffels worden gebruikt om met een houten ploeg de velden te bewerken. Rijst wordt hier niet meer geteeld. Ook hout is niet meer voorradig. Er wordt op benzine gekookt. We hadden dus de brandstof van de MSRbrander kunnen aanvullen.
Het toerisme is hier een grote bron van inkomsten. Erzonder kunnen die hoeveelheid mensen niet overleven.
In sommige gidsen lees je: Het Annapurnacircuit is ‘verpest’ door het toerisme. Voor ons is dit absoluut niet waar. Op elk populair pad in Europa loopt veel meer volk. De lodges en andere accommodaties zijn heel simpel, en steeds onverwarmd. In de ganse vallei is eenheidsprijs van 150 rupies voor een kamer. Het eten wordt duurder naargelang je hoger komt . Dit is normaal, want het moet door een ‘porter’ of een kudde ezels naar boven gedragen worden langs de paden waar ook wij op lopen. Alle elektriciteit wordt uit kleine waterkrachtcentrales gewonnen. Je ziet wel eens iets liggen langs de weg, maar je moet niet overdrijven. Ook in Europa laten mensen rommel achter op de prachtige Alpenpaden.
Ik kan me wel een beetje ergeren aan het soort trekkers die meestal vegetariërs zijn, zich ergeren aan het slachten van die arme jaks en vinden dat alles om zeep is omdat er hier nu elektriciteit is, of een weg wordt aangelegd. Ze willen dat er hier geleefd wordt in een soort Bokrijk, maar vliegen dan wel weer terug naar al hun luxe en comfort.
Eenzelfde verhaal met het water. Het kan hier precies niet veilig zijn voor Westerlingen. Niet waar. Alle kranen en kleine riviertjes zijn perfect drinkbaar zoals in de bergen van Europa. We hebben dus onze waterfilter verloren meegenomen!
Het is ’s avonds bitter koud. We besluiten een kamer te nemen. Ook in de kamer kun je enkel wat opwarmen in je slaapzak, Omdat er maar twee andere trekkers meer in de lodge zijn worden we uitgenodigd in de keuken of leefruimte. Zo’n leefruimte is tamelijk groot. De inrichting is praktisch identiek aan de kamer waar Christine gisteren ziek lag. Centraal staat de kachel. Dit is een balkvormige ijzeren bak, ongeveer een meter lang, ingewerkt in leem. De voorkant is open: takken en gesprokkeld hout worden hiervoortdurend in verder geschoven. Langs de andere zijde voert een metalen pijp de rookgassen door het dak. In de bovenkant zijn ronde openingen. Met ringen worden de openingen groter of kleiner gemaakt, zodat de onderkant van de pot precies in de opening past. Meerdere potten staan op het open vuur te pruttelen, een beetje zoals bij een buisstoof in de keuken van mijn grootmoeder vroeger. Ook de stoompot is hier populair.Veel rook komt in de kamer terecht omdat de inschuifopening open blijft. Alles is dus goed doorrookt, maar het hééft wel iets. En vooral: rond de kachel is een behaaglijke bank. Iedereen zit gezellig in een cirkelrond het knetterende vuur. De muren zijn volledig bezet met rekken met het volledige servies, samen met de voorraden voedsel in gesloten potten. Je maaltijd wordt voor je neusje klaargemaakt vanaf de basisingrediënten. Als je bijvoorbeeld een spaghetti bestelt, maakt men eerst het deeg, het wordt fijn uitgerold waarna het in reepjes gesneden wordt en gekookt. Een tijdrovend karwei, maar in deze wereld speelt tijd gewoon geen rol. De vrouw des huizes straalt een ongelofelijke rust uit. Ze geniet van haar werk, en haast zich zeker niet je snel te bedienen.
De andere trekster is een Duits arts van rond de dertig, werk opgegeven en voor meerdere jaren op reis. Ze heeft een guide en een porter mee. Omdat men voor de kamer maar 50 rupees wil bestel ik een kruik Chhang voor iedereen. We raken in gesprek met de gids en tonen een foto van onze kinderen.
-Verdien jij als leraar veel, in België?
-Ik kan goed leven en mijn gezin onderhouden maar ben geen rijke mens in België
-Ik zou heel graag een paar jaar in België komen werken, want ik weet dat de lonen er heel hoog zijn. Als je het zuinig aan doet kun je op enkele jaren een startkapitaal verzamelen om hier iets te beginnen.
-Het is waar dat alles hier voor ons spotgoedkoop is, maar indien je als gezin naar Belgische normen leeft is dit een andere situatie. Wat vind je van je loon als gids?
-Indien ik een heel jaar werk zou hebben kon ik hier mooi bestaan, maar daar zit het hem nu juist. Het toeristisch seizoen duurt maar twee maanden, en dan heb ik de rest van het jaar geen werk meer. Met het loon van die twee maanden kom ik tekort om mijn kinderen te laten studeren in een privé school. Soms moet ik geld lenen om de school te betalen en dan het volgend seizoen weer afkorten…De staatsscholen zijn gratis maar je leert er niets. Als mijn kinderen een goede opleiding krijgen kunnen ze misschien aan een behoorlijke job raken, later.
Of hoe we weer bij onderwijs terecht komen, zoals in elk land dat we aandeden na Iran…Zò vanzelfsprekend in Europa.
Het gonst ( na toch wat teveel chhang ) nog na in mijn hoofd: onderwijs – werk – onderwijs – werk - …Je denkt er je suf op.

19 oktober ’06

Hongde – Manang
De volgende dagen houden we extra korte etappes van maximum 500m steiging, om ons lichaam de kans te geven zich aan te passen een de grote hoogte. We komen in Manang reeds aan om 10h. Er is hier een internetverbinding via satelliet, maar wel peperduur. We nemen enkele minuten, enkel om te kijken of er geen grote problemen zijn thuis. Je weet maar nooit. Veertien dagen is een lange periode. Alles is OK.
Het is behoorlijk druk in onze lodge. Westerlingen, guides en porters zitten in dezelfde ruimte. Eerst wordt eten voor ons klaargemaakt, daarna voor de guides en de porters. Terwijl we eten(en zij wachten, want alles duurt ongelofelijk lang)praat iedereen honderduit. Ja, ik was 6 maand in Australië. In Viëtnam was ik in een dorp die nog nooit een toerist zag… En daar, en daar…In Thailand kun je goed eten…
Ook de guide die soms geld moet lenen om zijn kinderen te laten studeren luistert mee…
Ik vind het ongemakkelijk. Wat moet er in die mensen omgaan?


20 oktober ’06

Manang – Yak Kharka
Weer een heel korte etappe vandaag. Jammer dat je niet kunt doorstappen omwille van de hoogte.
Het is wat minder koud en we zetten onze tent op de plaatselijke campingsite. We wandelen wat rond, met een licht klimpartijtje om ons op de hoogte van de komende dagen voor te bereiden. Plots trekt de hemel open. We zien alle toppen van het Annapurna massief voor ons liggen. Je voelt je nietig bij al die grootsheid. We zijn hier nu op een goeie 4000m en dat voel je: kortademigheid en hartkloppingen bij inspanning.

21 oktober ’06

Yak Kharka – Thorung Pedi
Vannacht was het bitter koud en is het hevig gaan sneeuwen. Wanneer we om 5.30h ontwaken is ons tentje ingesneeuwd. Het vriest dat het kraakt. Toch hebben we geen koud. Eigenlijk verwonderlijk hoe goed een tent opwarmt met je eigen lichaamswarmte.
De paden liggen besneeuwd en zijn op sommige punten bijzonde glibberig. Reeds voor de middag zijn we in Thorung Pedi, op 4441m. We kunnen nog 400m stijgen voor de pas maar durven dit niet te doen.
We nemen een kamer om morgen extra vroeg te kunnen vertrekken.
Het wordt een vervelende namiddag. Het is overal berekoud. We kruipen in onze slaapzak zo dicht mogelijk tegen mekaar maar hebben na vele uren nog steeds koud.
We gaan iets eten. Veel volk op de eetzaal. In Manang zat in het gezelschap ook een Griekse vrouw, die zoals wij ook niet zoveel zei. Ze komt bij ons zitten.
-Ik hoorde dat jullie vier kinderen hebben. Hoe oud zijn ze?
-Tussen 22 en 27.
-Ik heb de ganse wereld rondgereisd en ben nu 37 geworden. Ik hou het voor bekeken. Ik ben alleen maar wil nu een kind. Zijn jullie niet spijtig, vroeger niet eerst de wereld verkend te hebben, voor je aan kinderen begon?
-Nee, je kunt het niet vergelijken. Je hebt zoveel meer plezier van je kinderen. Reizen valt in het niets, daarbij vergeleken.
-Ik heb dit ook ondervonden. Je doet jaren allerlei leuke dingen, oa op reis gaan, maar nu merk je dat dit geen zin geeft aan je leven. Ik ben alleen. Spijtig, had ik wat meer water in de wijn gedaan dan had ik nu een vaste relatie. Ik heb vele kansen gehad, maar als iets je niet aanstaat bij je partner is het zò makkelijk met de relatie te stoppen. Uiteindelijk blijf je alleen. Ik woon ver van mijn familie. Vind je het verantwoord dat ik een kind laat verwekken?
-Misschien is het wel ideaal dat een kind een ma en een pa heeft, maar beter een liefdevolle zorgdragende moeder of vader, dan een ma en een pa die het kind geen liefde geven…
We zien ook aan onze kinderen dat het leggen van relaties blijkbaar veel moeilijker is dan vroeger, ondanks de moderne communicatiemiddelen. Het is een trend in heel Europa.
-Ik heb veel aan dit gesprek gehad en dank jullie daarvoor.
We vertrekken naar onze ‘ijskamer’ en zetten ons uurwerk op 3h. Vòòr 5h willen we weg zijn, morgenochtend.
Ik heb lichte hoofdpijn en neem twee paracetanols om de bloedvaten in mijn hoofd te verwijden. Hopelijk slaan we ons erdoor, morgen.


22 oktober ’06

Thorung Pedi – Thorung pas 5416 m – Muktinath
De ganse nacht geen oog dicht gedaan: door de ijle lucht. Steeds een tekort aan zuurstof. Dit gaat zo:Als je in slaap valt schiet je direct weer wakker met een gevoel van verstikking. De hele nacht lang.
Het is 3h. Rìììng! Christine slaapt nog als een roosje. Barstende koppijn en braakneigingen doen me duizelen op mijn benen: hoogteziekte! Ik val weer in bed neer en voel me doodziek: kloppende, schele migraine.
Christine voelt zich kiplekker. Met mijn ogen dicht van de pijn kreun ik:
-Ik kan hier geen tweede nacht meer doorbrengen. De angst onvoldoende zuurstof binnen te krijgen is gewoon verschrikkelijk. Over de pas raak ik ook niet. Ik moet dus terug. Ga alleen door. Ik red me wel, want als ik zal dalen zal het direct over zijn. Ik wil niet dat je het tweede deel van de tocht mist.
Ik neem nog twee paracetanols om de koppijn wat dragelijker te maken.
Om 4.30h is het wat beter. We hebben een ontbijt besteld, maar ik krijg geen hap binnen. Enkel de slappe milkkoffee kan met kleine slokjes erin. Het betert langzaam, en neem een hapje van mijn boterham. Daarna nog wat en nog wat…
Ik voel me nog ziek, maar ben alweer een mens. Omdat Christine niet alleen wil vertrekken, beslissen we heel traagjes de opklim te proberen…
We kunnen dan nòg terugkeren? Haar gezicht schemert voor me . Heb ik nu twee vrouwen?
Om kwart na vijf zetten we onze zaklamp op het voorhoofd en duiken de koude donkere nacht in. In zigzag naar boven. We komen een brakende Nepalese jongen tegen. Terug naar beneden! Een half uur verder heeft een meisje ook overgegeven. Ze is dronken en hoort niet wat je zegt. Natuurlijk herken ik dat en zie de Ararat voor me.
Mijn lichaam stabiliseert zich. Misschien gaat het toch tot op de pas?
Tegelijk zweer ik dat mijn volgende ‘grote hoogte’ die naar het hiernamaals is! . Zò afzien…nee, bedankt.
Na twee uur gaat het nog steeds redelijk, en na drie uur kan ik weer genieten van het landschap. Una marabilla! Dit is Spaans voor: nog mooier dan mooi. We wandelen in een sneeuwlandschap, omringd door hoge toppen. Alles is wit, wit, wit.. Maar ook spekglad! De gids en porter van twee Spanjaarden helpen Christine om op het pad te blijven. Het is -25°C.
Na vier uur zijn we op de bergpas: 5416m. We omhelzen mekaar en zijn ontroerd: we hebben het gehaald.
In de sneeuw doemt een kleine berghut op. Je kunt er warme drank krijgen. De sfeer is uitgelaten. Gidsen en porters zorgen normaal zelf voor hun voedsel en drank, maar prompt trakteert Christine ‘tegen de regels’ de gids en porter die haar hielpen op het pad. We zien een ongelofelijke waardering in hun ogen. Maar, een Nepalees wil steeds de laatste geste tonen. We krijgen elk een verse boterkoek…
We dachten dat we er waren…De afdaling is een nachtmerrie. Het sneeuwt steeds verder op de reeds bevroren paden, zodat ze echte glijbanen worden. We hebben niet de goede schoenen. Christine glijdt nog makkelijker, en komt soms aangegleden tot tegen mij. Dan duikelen we allebei met onze rugzak van 15 kg de grond in. Dit gaat zo vijf uur verder. We vergeten in onze verbeten strijd tegen de natuurelementen foto’s te nemen.
Eindelijk nadert de sneeuwgrens. We arriveren in Muktinath. Nee, geen tent meer opslaan…We nemen een kamer en het geluk is met ons: een échte,warme douche! We staan er elk een half uur onder, tot alle schrik is weggespoeld…of toch bijna. In plaats van in slaap te vallen valt Christine steeds op het ijs. Ik heb nog steeds geen adem in mijn slaap…

23 oktober ’06

Muktinath – Marpha
We houden een wat kleinere etappe vandaag, na de vermoeiende dag van gisteren. Na Muktinah daalt de weg voortdurend tot we in de vallei van de Kali Gandaki rivier komen. We zijn nu op een oude karavaanroute tussen India en China. In Noordelijke richting loopt de vallei door tot in Tibet. Een reis van meerdere dagen. Het pad zakt geleidelijk in de brede vallei, uitgesleten door de meanderende rivier. Het is bijna een trogdal.
We lopen op ’t gemak door tot in het prachtige dorpje Marpha.
Christine troniet me meenaar een Bouddhistische stupa. Een héle rij trappen op. We wonen een soort dienst bij. Er zitten een 8-tal jong monniken, allen rond de 15. Eerst wordt chaotisch op muziekinstrumenten geblazen en geslagen. Daarna volgt een soort brabbeltaal, alle 8 door mekaar en verschillend. De jongens zijn voortdurend afgeleid en kijken rond. Het geheel is bedoeld als meditatie om je volledig uit je verstand te halen en je los te maken van het aardse. Dit lukt dan bij de jonge monniken ook niet zò goed. Christine sluit de ogen en komt onder de indruk. De verschillende klanken vormen een meditatief geheel. Ze zou er wel de ganse avond kunnen blijven.Ik denk aan mijn knorrende maag. Toch is het een mooie bedoeling. Het Bouddhisme is niet echt een godsdienst maar meer een handleiding tot persoonlijke ontwikkeling.
We kiezen een lodge waar weinig volk is. Kwestie van iedereen iets te jeunen. Er zijn nog twee andere gasten van rond de zestig. We denken een Frans koppeltje, maar naderhand klopt dit niet. De vrouw woont in het Quebec, Canada. De man in Gap, Frankrijk, Haute Provence. Ze hebben een guide en een porter mee. Ze zitten samen aan tafel, krijgen de menukaart in handen en bestellen en eten mee met ons. Het is de eerste keer dat we zoiets zien. We vragen er uitleg over. De twee zijn formeel. We willen niet anders! Wij zijn hier net ma en pa voor onze twee Nepalese zoons. Wij zijn ook afkomstig uit twee verschillende delen van de wereld, maar als je in zo’n lange tocht lief en leed met mekaar deelt schept het zo’n diepe band, ook met onze twee zoons, dat we niet kunnen verdragen dat ze apart na ons eten.
Dit zijn twee mensen waar we bewondering voor hebben! Ze hebben mekaar ontmoet vlak vòòr de trekking, omdat het trekkingbureau vroeg of ze er niets op tegen hadden de tocht met twee te doen. Het is net een 50-jaar-gehuwd koppeltje: rustig en liefdevol. Twee bewuste mensen die goed begrijpen hoe het er op de wereld aan toe gaat. Ook de gids mengt zich in het gesprek.
-Vanaf mijn twaalfde deed ik allerlei karweitjes zodat ik Engels kon leren op een privé school.
-Waarom verliet je de staatsschool?
-leraars verdienen er bijna niets, en doen dan ook hun werk niet goed. Ze lezen de krant in klas. (vanbinnen begin ik nu toch wel te koken bij het beeld van die gazet! Zelfs als je weinig verdient moet je toch beseffen welke verantwoordelijkheid je hebt tegenover je leerlingen ) De staat heeft geld maar besteedt het niet aan de juiste zaken. Er wordt een grote politiemacht op de been gehouden, en de rijken hebben hun geld in het buitenland. Onze koning is heel rijk. Zijn geld is in Zwitserland.
-je moet protesteren en betogen! In Europa hebben onze vooorouders dit ook gedaan. Als je niet protesteert zal een rijke nooit vanzelf met je delen.
-Dat doen we ook, maar er verandert niet veel. Waar gaat al ons geld naartoe? Al het geld dat Nepal reeds kreeg in het kader van ontwikkelingssamenwerking?
Wat doen de Maoïsten met hun geld?
-Er zijn wel merkbare veranderingen in Nepal. Je kunt niet alles in eens veranderen. En vooral. De mensen willen vooruit. Op een rustige manier weten de mensen hier waar ze naartoe willen. Je komt er wel.
-Misschien. Het is hard knokken. Als ik twee maand op een jaar kan gidsen kan ik daar mijn studies mee betalen, die van mijn zuster, en nog wat geld geven aan mijn ouders. Vroeger konden ze geen vlees eten. Iedere dag rijst. Nu kunnen ze wat beter eten en zijn ze ook gezonder. Weet je dat mijn ouders nog nooit een auto gezien hebben? Toen ik enkele jaren terug voor het eerst in Katmandu toekwam kon ik maar niet begrijpen dat een fiets op tweewielen kon rechtop blijven.
Volgend jaar kan ik mijn middelbare studies afwerken. Ik haal uitmuntende cijfers voor wetenschappen en wiskunde. Daarna wil ik naar de universiteit.
Het kastesysteem is voor mij voorbij. Iedere mens moet gelijk behandeld worden.
We hebben bewondering voor deze jongen.

24 oktober ’06

Marpha – Kalopani
Het tijdelijke Franse gezinnetje van gisteren steekt ons voorbij. Ma en pa dragen wat bagage. Maar wat zien we? De gids draagt bijna niets. De porter draagt een ongelofelijk pak. Als de gids voor gelijkheid en gelijke verdeling is begrijpen we dit niet. Of… hoe je het hier nooit begrijpt. Je kunt met statistieken aantonen dat een gids schabouwelijk weinig verdient. Toch kan hij met twee-naar onze normen, lage- maandlonen heel veel doen.
Ook zo met het gemiddeld BNP van een land. De meeste mensen verbouwen hier zelf hun voedsel, doen alles zelf. Dit zit niet in die cijfers. 10€ is hier een pàk geld!
Na vier maand reizen hebben we een heel ander beeld gekregen van dit deel van Azië. Op TV zie je steeds kommer en kwel. Als ontwikkelingsprojecten onze steun vragen is dit ook voor mensen die in nood zijn. En dan die cijfers. Je kunt aantonen met een gemiddeld BNP dat de gemiddelde Indiër of Nepalees straatarm is en honger lijdt. De werkelijkheid is anders. Natuurlijk hebben wij materieel véél meer. Natuurlijk zijn er hier grote noden. Toch durf ik zeggen dat de meeste mensen het hier goed stellen. Ze hebben voldoende om goed te leven en stralen een geluk en blijdschap uit die velen van ons niet hebben.
We hebben ook een ongelofelijke pretentie. Hier vallen in verhouding méér mensen uit de boot dan bij ons, dat is zeker. Maar ook bij ons heb je grote noden achter de mooie Brugse geveltjes. Denk maar aan teledienst. Aan de vele vereenzaaamde ouderen bij ons. Hoe zouden wij ons voelen als Nepalese ontwikkelingswerkers een project kwamen opzetten in de Brusselse marollen, of ons eens kwamen ‘leren’ hoe we eenzaamheid bij onze ouderen kunnen te lijf gaan?
We hebben een veel positiever beeld gekregen van de wereld, op deze reis. Deze reis is ook een les in bescheidenheid. Er is niet één waarheid. Alles heeft heel veel aspecten. Het meeste begrijp je niet. Als je jezelf in hun plaats stelt kun je misschien ìets begrijpen?
Enkele dagen terug wilden we onze bagage niet laten dragen. Nu zouden we wellicht een gids en een drager nemen, de bagage gelijk over vier verdelen, en hen een behandeling geven zoals de Fransen.(ja, wij zouden voor deze jongens van 25 ook twee weken ma en pa kunnen spelen, Koenraad is zelfs ouder) Je geeft twee mensen werk, terwijl het ons eigenlijk heel weinig kost. En dat is beter dan het zò te geven: je hebt kans dat ze het gewoon niet willen aanvaarden uit fierheid.
We hebben ook geleerd niet te geven aan bedelaars. In sommige dorpen wordt gebedeld, niet gewerkt. Kinderen worden soms speciaal verminkt omdat het beter opbrengt. Je mag het dus echt niet doen.
Een voorbeeld. We ontmoeten een gewezen onderwijzer, nu gepensioneerd. Is fruitkweker, houdt een kleine winkel… De opbrengst is voor zijn zeven weeskinderen en ander sociaal werk. We geven hem een grote cent. Achteraf horen we: niet te vertrouwen…
We vinden geen kampeerplaats en nemen een lodge in Kalopani. Maar oh la! Een dubbel bed met donsdeken. We wanen ons bijna thuis in de Kievitstraat…


25 oktober ’06

Kalopani – Tatopani
Op de kaart een makkelijke dag vandaag. Toch een heel lang etappe.
We vinden in Tatopani een mooie kampeerplaats met zicht op de Annapurna.
Het is niet koud, we eten buiten. We zetten enkel het muggengaas van de tent. Je ziet de ganse sterrenlucht erdoor: poolster, boogschutter, …Genieten, genieten net als de eerste avond. De cirkel is rond. Morgen komen we toe in Pokhara.


26 oktober ’06

Tatopani – Beni – Pokhara
De weg is makkelijk en breed. De dorpen hier zijn bereikbaar met jeep. We stappen tot Raghugat, en springen nog net op het bagagerek van de bus naar Beni. Het is weer de kermis op de hobbelige wegen hier. Je moet je koppetje intrekken voor de wirwar van laaghangende elektriciteiskabels. Verstrooid als ik ben zie ik er éne niet die zich onder mijn kin haakt. Wie weet waar mijn hoofd nù zat als Christine de kabel niet net op tijd wegsloeg…
Ja, het leven is hier altijd een beetje spannend!
In Beni weer geluk. De bus naar Pokhara staat vertrekkensklaar. Er is nog plaats op het bagagerek…voor vier uur!
Ja, het is een lastige rit maar met prachtige zichten: de zon gaat onder op het Annapurnamassief.
Je achterste is kapot omwille van de slechte wegen, en als de weg verbetert is, door het opvoeren van de snelheid, de wind ijskoud… Niet alleen voor ons. De Nepalese mensen rond ons hebben het ook bitter koud. Alleen…dit is voor ons ‘plezier’, en één keer. Voor hen…

27, 28 oktober ’06

Pokhara
We nemen hier weer dezelfde kamer om wat op rust te komen, onze mails te beantwoorden, de was en de plas te doen, verslag te schrijven en onze foto’s te bewerken en te sorteren.
Het is mooi geweest. Mooier dan het gebergte in Europa? Nee. Voor mij blijft de tocht rond de Monte Perdido het mooiste wat ik ooit zag. De Lac de Marboré blijft ook de mooiste plaats op aarde waar we ooit sliepen.
Toch is het een hele ervaring. Als je met je nietige beentjes zeven dagen klimt om een Himalaya-pas over te gaan weet je wat 5000m stijgen wel is! Je krijgt nog meer ontzag voor de grootsheid van de aarde.
Maar wat het absoluut de moeite waard maakt is de mens die leeft, werkt,…in dit unieke landschap. We hebben die mens een stukje leren kennen door wat we rondom ons zagen, de vele gesprekken en de gastvrijheid die we ondervonden.
Morgen wordt het hier een Nepalese dag, ons aangeboden door de Nepalese jongen in de kamer naast ons. We kunnen er niet onderuit, maar vinden het wel leuk. Vanmorgen al een voorproefje: een Nepalees ontbijt.
We huren voor de ganse dag een scooter om de streek te verkennen, en ’s avonds maak ik een maaltijd klaar op zijn ‘Belgisch, stijl ‘Germonpreize’. Maar alles zal wellicht helemaal anders verlopen, stijl ‘Nepaleize’…