OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

vrijdag, augustus 04, 2006

25 juli ’06

Van-Dogubeyazit-Ararat
We staan met de deur van de auto in de hand om naar Iran te vertrekken, maar plots komen we de man van de Ararat-expeditie tegen. We vonden de tocht van 4 dagen veel te duur! Eerst 300€/pers, daarna, na wat onderhandelen samen voor 350€. We vonden dit nog te veel op ons reisbudget, en hadden al besloten de tocht niet te doen. Nu krijgen we een nog lagere prijs: 100€/pers. Dit lijkt ons een eerlijk loon om ons 4 dagen in groep de berg op te gidsen, paarden om de bagage te dragen, voedsel en klimijzers inbegrepen. In een handomdraai veranderen we dus onze plannen, en rijden terug naar ‘camping Murat’, want we hebben nog werk: onze volledige trekkersuitrusting moet nog uit de buik van de auto gehaald worden en in onze rugzakken verdwijnen. Het is donker als alles in orde is. Ik droom van de kinderen. Op de computer zagen we eerder op de avond via een webcam Roeland en Goedele in onze bloedeigen keuken zitten! We telefoneerden ook en konden pa sinds lange tijd heel helder horen.

26 juli ’06

Ararat
Ik kom voor het eerst wakker met heimwee naar huis. We zijn nog maar een maand weg!
Veel tijd om na te denken is er niet. We pakken de rest van onze warme kleren in, en nemen plaats in de truck die ons de flank van de Ararat op voert. Het landschap is zeer ruw: precies allemaal slierten gestolde lava met hier en daar een kleine weide tussen.Na een uur hevig klimmen zien we de paarden staan. We zitten al boven de 2000m, en wachten hier tot de andere trucks toekomen. We vormen een groep van 28 personen, een grote bende met al die paarden en begeleiders erbij!
We klimmen verder naar boven en passeren hier en daar nomadendorpen, die ons wat handwerk proberen te verkopen. Ik drink een glas ayran(=een soort yoghurt)omdat het reeds 12.30h is, en we nog geen eten gezien hebben. Er was nochtans een ontbijt beloofd!
We klimmen de eerste dag tot op 3200m. De groep rond ons bestaat vooral uit Slovenen, die een all-in reis boekten van thuis. We hebben er niet veel contact mee. We leren wel een Nederlands koppel kennen: Allart en Monique. Ze zij begin de dertig en hebben reeds over de ganse wereld gereisd. Ook een Grieks koppel leren we goed kennen: Vaso en Vangelis. Naast de Slovenen vormen we zo een beetje ons eigen groepje van 6.

27 juli ’06

Als we ’s morgens de tent opentrekken is het zicht op de Ararat al adembenemend. Je ziet de eerste gletsjers al dichtbij.
We ontbijten samen met een Iraans koppel, die op eigen tempo de berg willen beklimmen. Ze zijn erg sportief: bergbeklimmen is hun hobby, en ze fietsen elke dag 3 uur, in Tabriz, waar ze wonen. We kijken al verwonderd. Is Iran niet het land waar een vrouw niets mag, laat staan fietsen?
We ontbijten op ’t gemak, breken de boel op, en gaan dan naar onze normen eerder traag naar boven. We vinden het een fluitje van een cent, vooral omdat we veel minder bagage te dragen hebben dan pakweg in de pyrenneeën.
We stoppen in het tweede basecamp op 4200m, een hoogte waar we beiden nog nooit op vertoefden. We zij hier kort na de middag reeds, maar het is nodig nu te stoppen, om gewoon te worden aan de hoogte. Ik kan het bijna niet geloven,en zou eigenlijk verder willen. Maar toch steekt bij mij wat koppijn op, die tegen de avond overgaat in schele hoofdpijn. Wat het morgen wordt, weet ik niet… Ik krijg enkele pijnstillers van Allart, en kruip om 19h in bed. Christine voelt zich kiplekker.

28 juli ’06

Om één uur ’s nachts worden we gewekt. We moeten heel vroeg vertrekken om de top te halen, op 5137m. Ik heb nog steeds barstende koppijn van de hoogte. Vangelis ziet er ook belabberd uit, en Vaso besluit niet mee te gaan naar de top. Christine, Allart en Monique voelen zich kiplekker.
Het ontbijt wil er bij mij niet in, het is dus vertrekken op een lege maag. Het valt zwaar, op te klimmen in het donker met een lampje op je voorhoofd, barstend van de migraine. Het terrein is ook moeilijk: losligggende lavastenen,waar je voortdurend over struikelt. Het pad slingert zich ook zeer steil naar omhoog. Ik voel me zò .
belabberd, dat ik denk de top niet te halen. Iedere vezel in mijn lijf zegt me: stop ermee! Allart is reisleider van beroep, en ontfermt zich over Vangelis en mij als een echte reisgids met gezag. Hij geeft het juiste tempo aan, en ook de morele steun om verder te doen. Christine is zoals steeds in zo’n extreme omstandigheden de sterkste van ons tweeën. Ze heeft altijd een onverwoestbare fysiek gehad. Indien ze nu niet naast me liep keerde ik zo terug naar beneden…
Op een bepaald moment duizelt het zo voor mijn ogen van de ijle lucht, dat ik uitgeput neerval. Allart zegt tegen me: je moet het aanvaarden, dit is je grens vandaag. Je kunt niet meer verder…
Eén van de Turkse gidsen komt bij me, en duwt enkele me enkele koekjes tussen de lippen. Ik ben zò uitgeput dat ik ze met moeite kan binnenslikken. Ik drink ook wat water, en voel een klein beetje kracht terugkomen. Ik kan Christine overtuigen zonder me verder naar boven te gaan. De gids gaat terug, met me…
Ik sta recht, richting beneden, voel dat het toch wat beter is, en draai 180°. Ik mòet de top halen!
We zitten nu reeds op 5000m. Je ziet de schaduw van de Ararat op het omliggende landschap, door de opkomende zon. Je ziet ook de boog van de dampkring onder je, net als in een vliegtuig…
We komen nu op de eeuwige sneeuw, en moeten onze klimijzers aandoen. Wat zal dat worden? Het is ook bitter koud. De kleren die we gebruiken in de Pyrenneeën zijn hier absoluut onvoldoende. Mijn vingers vervriezen door mijn handschoenen heen. Het stappen op de gletsjer met klimijzers is gemakkelijker dan stappen in die losliggende stenen, wat me weer wat aan kracht doet winnen. En plots: daar ligt hij: de top! We omhelzen mekaar van vreugde. We staan op 5137m, op de top van de Ararat. Ik moet bijna wenen van emotie.Is het van de inspanning of van de ijle lucht die je een beetje dronken maakt?
De omgeving is onbeschrijflijk. De opkomende zon zet alles in een rode gloed. Je kunt uitkijken tot in Iran en Armenië. Rond je zie je nog vele vulkaankraters liggen.
We kunnen niet langer dan een kwartier boven blijven, omwille van de koude en de ijle lucht. Vooral de koude gaat door merg en been.
Nu nog de lange afdaling, naar basecamp 2. We gaan op traag tempo naar beneden, maar ook dit is erg lastig. Heel mijn binnenwerk is overstuur, zodat ik langs de weg nog moet overgeven, maar tegen de middag arriveren we weer op 4200m. Nu moeten we onze tent nog afbreken, om af te dalen naar basecamp 1, op 3200m. Ik denk het niet te halen, maar langzaam zien we het kamp dichter komen. We zetten de tent op, en nu kan rust komen. We vallen beiden in slaap tot het avondeten.
Deze tocht is voor ons een les geweest. Je mag het niet vergelijken met een zware dagtocht, zelfs geladen met bagage, in de Pyrenneeën. Je moet rekening houden met de hoogte! Op onze volgende tocht( met de fiets de Karakorum over naar China ) moeten we de Kunjerab-pas die op 4733m ligt, over. We zijn dus verwittigd!

29 juli ’06

Vandaag volgt een makkelijke terugtocht. We zijn beiden na een lange nacht goed gerecupereerd, en genieten van het landschap: ruw terrein, bezaaid met lavastenen. Koerdische herders met kudden schapen. En dan de paarden en ezels. De Koerdische mannen zingen met hoge stem hun typische liederen, die weergalmen naar mekaar in het gebergte.Ik kan geloven-zoals de gids gisteren vertelde- dat dit gebied wemelt van de Koerdische verzetsstrijders, onbereikbaar voor het Turkse leger.
Tegen de middag zijn we terug aan de auto. Voldoende tijd om al het materiaal weer in orde te brengen en te drogen, want het is hier nu aan het regenen. Als het wat optrekt zie je dat er veel verse sneeuw gevallen is. Vandaag zou de top wellicht niet mogelijk geweest zijn.
Het is ook onze laatste dag Turkije. We bleven hier veertien dagen langer dan gepland. We raken hier niet weg omdat dit zo’n mooi land is. We hebben nog geen tiende van al dat moois gezien. De mensen zijn onvoorstelbaar vriendelijk en gastvrij. Turkije is in de wereld ook een uniek experiment: het is het enige islamland met een volledige scheiding tussen ‘kerk’ en staat. Dit experiment is in volle evolutie. Daarom kom je ook zoveel ‘Turkijes’ tegen. Bovendien getuigt het landschap van een ongelofelijke afwisseling: diepblauwe meren en zeeën liggen tussen de meest ruwe bergen.
Turkije is voor ons het land geweest waar we ons hebben kunnen aanpassen aan het Oosten, en dit geldt niet in het minste voor ons binnenwerk. Morgen rijden we Iran binnen. Turkije we gaan je missen…!

30 juli ’06

Dugabayazid-Tabriz ( Iran)
De Nederlanders kamperen op een andere plaats, bij een Turkse familie, die een camping begonnen in Dugobayazid. Ze kookten een typisch Koerdische maaltijd voor ons, en we bleven nog wat nakaarten over de Ararat. Een hele ervaring voor ons, om met die mensen aan tafel te zitten, maar daardoor zaten we weer laat in bed, en vertrekken we vanmorgen niet zo vroeg naar de grens met Iran.
Na een halfuurtje zien we de duizenden vrachtwagens al staan, die hun beurt afwachten om de grenspost te passeren. Gelukkig kunnen wij als personenwagen die kilometerslange file voorbij!
Eerst de Turkse kant passeren. Het terrein is zò groot, dat ik niet weet naar waar ik moet rijden. Bovendien wordt je écht belaagd door vele mensen, die geld willen wisselen, en je administratie willen in orde brengen. Ze vallen je bijna aan. Ik hou onze paspoorten stevig vast, en neem me voor ze enkel aan officiele instanties af te geven. Maar dat is nu juist het probleem: je moet verschillende soorten stempels hebben, en na-uiteindelijk- twee kantoortjes in een klein hoekje gevonden te hebben, blijkt dat we nog een stempel te kort hebben. De officiele man wijst me iemand aan die kan helpen. We kunnen dus niet anders, want we vinden het zelf niet! Of, hoe het systeem er hier op gemaakt is alles zo onduidelijk te laten zodat je wel hulp moet vragen! We rijden terug naar een bijna onvindbaar kantoor, en krijgen de laatste stempel. Eigenlijk zou ik niet mogen betalen, want het is een corrupt systeem, maar stop de man toch 5 YTL(2,5€) toe. Het Turkse hekken schuift open. Het Iraanse hekken ,net erachter schuift ook al direct open. Twee grote foto’s van Ajatollah’s kijken ons aan. Ik krijg er de zenuwen van. Wat wordt het nu?
We worden tegengehouden door een man in vlekkeloos Engels: Welcome to Iran. I’m your guide to lead you over the boarder and this is a service of our country. It’s totally free. We kunnen bijna onze oren niet geloven, na de hectische toestand aan de Turkse kant. Eerst zien, denken we.
Toch is het juist. Alles verloopt hier rustig en correct. Er moeten heel wat papieren in orde gebracht worden, onze paspoorten worden afgestempeld, en de carnet de passage voor de wagen wordt in orde gebracht. Intussen vertelt onze gids over zijn land. We kunnen ook direct officieel geld wisselen in de Iraanse bank. Alle papieren worden nauwgezet gecontroleerd: chassisnummer van de auto, nummer van de motor,…Zoveel rust en vriendelijkheid kwamen we aan geen enkele grensovergang reeds tegen!
Na anderhalf uur is de procedure rond, en rijden we een beetje onwennig Iran binnen. Er was geen enkele bagagecontrole. We moeten enkel nog in Tabriz een Iraanse nummerplaat afhalen, ook volkomen gratis.
Na een kwartier rijden inden we dat we precies alleen rijden op de weg. We rijden in hoofdzaak noordoost, terwijl de weg op de kaart zuidwest loopt, en… de meeste borden kunnen we niet lezen omdat hier het Arabisch schrift gebruikt wordt. We rijden nog een heel eind verder, en weten het echt niet meer. Het is hier erg mooi, maar wel een bloedhete woestjn. We stoppen en leggen de GPS aan. O ramp! De juiste kaart zit er niet in. We controleren de prullebak, en ja: de kaart zit er nog in. We callibreren hem opniew, en zien onze ligging: vlak in het veld! De weg waar we op zitten staat niet op onze kaart. We besluiten wat verder te rijden om de rijrichting te controleren, en zien dat we weer richting hoofdweg draaien. We komen er na 20 minuten weer op, en zien dat we dus eigenlijk een soort ringweg namen die niet op onze kaart staat. Geen groot probleem dus.Al snel zien we nu het eerste tankstation. Wstaan aan de pomp maar begrijpen er niets van! Niemand begrijpt ons. Gulukkig komt een trucker aan die een ietsie pietsie Engels praat. Nu hebben we het door. Je moet eerst naar het kantoor gaan en het aantal liter diesel bestellen en betalen. Ik bestel 50l, en betaal 7800 Riad. Dit is nog geen Euro! Terwijl de trucker tankt voor ons hebben we het volgende gesprek:
-Our country is not a terroristic country. We are nice and friendly people.
-I know. America is doing terroristic things here in this region.
-I think Belgium is a nice country.
-The little part of Iran we saw is very nice.
-Thank you. You are my friend.
Met een diepe handdruk en de linker hand op het hart, wat hier een gebaat van respect is, nemen we afscheid van mekaar. Intussen is de diesel doorgelopen tot op 54l, maar daar steekt het hier niet op. We kunnen vertrekken.
De 300km naar Tabriz zijn een lust voor het oog: ruwe gebergtes in okergeel donkerbruin, en dieprood volgen mekaar op. Wat is de wereld toch mooi. Je zou al die landschappen willen vasthouden…Over het algemeen zijn de wegen ook heel goed. Er is wel een stuk meer verkeer dan in Turkije.
We voelen ons een beetje onzeker om de miljoenenstad Tabriz binnen te rijden en daar een kamer te zoeken. Het valt bij momenten niet mee, omdat de meeste borden in het Farsi(=Arabisch schrift) zijn. We rijden dus maar de drukte binnen. We zien plots: de bazaar is juist naast ons! We zitten dus in het centrum, en kunnen ons nu orriënteren met het plannetje in de reisgids. We nemen een budgethotel aan 5€ per nacht. Alles is hier spotgoedkoop. Voor nog geen € ga je uit eten…

31 juli ’06

Vandaag bezoeken we de stad. Eerst gaan we het gemeentelijk museum binnen.
Er is beeldhouwwerk te zien van een modern Iraaans beeeldhouwer. Het zijn suk voor stuk prachtige tema’s: het leven, de ouderdom, oorlog, arm en rijk… Het zegt méér dan grote redevoeringen over die thema’s. Het gaat recht naar het hart. We genieten met volle teugen, en laten het over ons heen stromen.
Hetzelfde met de bazaar. In de 37km lange overdekte gangen bruist het hart van de stad. We worden door een jonge Iraniër naar de vershillende wijken rondgeleid. Hij is blij eens wat Engels en Frans te praten. In dit doolhof liggen ook verschillend Karavanserajs: Tabriz was een groot centrum op de zijde route.
We worden vaak aanesproken door mensen, maar toch is het contact veel rustiger dan in Turkije. In de bazaars van Turkije wordt je echt belaagd om te verkopen. Hier laat men je gerust. Indien je aangesproken wordt is het uit vriendelijkheid: Where do you come from? We whish you welcome in our country and our city! Have a nice trip. We worden dit tientallen male gewenst…
We zetten ons in een fruitshake-bar ( typisch voor hier, omdat er geen alcoholische dranken zijn), en raken aan de praat met twee jonge kerels. Bij het weggaan willen ze persé onze drank betalen. Geen doen aan. De Iraanse gastvrijheid! Als ik aan de Vlaamse gastvrijheid denk ben ik iedere keer beschaamd…En wij zijn zoveel malen rijker.
Het geeft een ontspannen sfeertje voor ons. Bovendien loop ik hier met een nieuwe vrouw: een gesluierde vrouw. Alhoewel. Je haar bedekken is hier ruim voldoende. Het verschilt nogal. Sommige vrouwen lopen ook wel volledig gesluierd.
Onze eerste indruk van Iran hier in Tabriz is heel positief. De mensen zijn uiterst vriendelijk, en buiten het dragen van een hoofddoek als vrouw ( vindt Christine wel heel vervelend!) heb je hier precies alle vrijheid. Je kunt in de winkels ook alle westerse producten krijgen: Amerikaanse films op DVD, computergames, breedbeeldtv, enz. Je merkt duidelijk dat er méér welstand is dan in het oostelijk deel van Turkije. We lopen hier nog wat rond om de Oosters sfeer op te snuiven, proberen vanavond op internet te gaan, en morgenvroeg door te rijden naar Teheran.

1 augustus ’06

Tabriz – Teheran
Heel vlot naar Teheran gereden. Het eerste deel was gewone weg van redelijk goede kwaliteit. Het tweede deel snelweg, betalend. Al moet je er niet veel bij voorstellen. Het gaat over tienden van Euro’s en zo. Op de vijf keer dat we een tolhuisje passeerden zei de man twee keer: ‘you are a guest in Iran. You dont have to pay’. Dat is dan wel eens wat anders dan het melken van toeristen, zoals op zoveel plaatsen aan zuiderse kusten bij ons.
Het binnenrijden van de stad valt eigenlijk ook goed mee. Na de bloedstollende commentaren uit de lonelyplanetgids (bijnadoodservaring, completely mad if you drive yoursef in this city…) rijden we met een klein hartje de stad in. Teheran is een stad van 13 miljoen inwoners. Zo groot als Parijs, maar alles veel dichter op mekaar. Er, gelden ook andere verkeersregels. Ik geef enkele voorbeelden: rijstroken zijn versiering. We rijden met vijf naast mekaar op vier rijstroken. Op op-en afritten moet je doen alsof je de andere zult rammen, misschien laat hij je dan door. Ofwel is hij psychologisch de sterkste(=hij heeft de smerigste rammelkar, dus ram me maar als je durft. Jij moet dan zo laat mogelijk hevig remmen.) We rijden op de snelweg aan 120 en plots zien we op het eerste vak enkele skaters, of ineens zie je op de pechstrook een auto in de omgekeerde richting rijden…. Samengevat, voor wie het hier wil wagen met de auto. Eerste regel: kijk uit je doppen en wees zeer alert overal rond je. Dan merk je dat er in die chaos een logica zit: namelijk: We leven geen regels na, maar met zijn allen proberen we in de chaos zo snel mogelijk vooruit te raken, en we doen dit in alle rust. Indien de weg dus 5 rijen auto’s kan slikken, so what? Tweede regel: Toeter voortdurend. Niet zoals in Europa, wanneer we toeteren als we al een beetje kwaad zijn. Nee. Per twee of per vier korte, lieve klaxonnetjes.(maar dan wel voortdurend herhalen, of je bent er geweest): he, ik ben hier ook. Voor het geval dat je me niet zag. Derde regel: na iemand de pas afgesneden te hebben( moet je doen, of we stonden er nog) roep je door het open raam: salãm!!! (=goedendag) en zwaai je uit alle macht( maar ook niet te hevig, want bij veertig graden moet je alles traag en rustig doen)
Nee, alle gekheid op een stokje. Het was heel inspannend om deze miljoenenstad binnen te rijden. We scanden vooraf onze kaart van 1:1 500 000 (vgl: op deze schaal kan Frankrijk op een A4 blad) in, wat natuurlijk een erg onnauwkeurige kaart is voor een stad, maar omdat we hem kunnen uitvergroten en de GPS-koppeling erop zeer nauwkeurig werkt, konden we onze ligging steeds controleren. Want je moet weten dat je bijna geen borden kunnen lezen, hier! Ook als je iets vraagt spreek je de namen wellicht zò slecht uit dat niemand je begrijpt. Indien je de straatnaam toont kunnen de meeste mensen het hier niet lezen. Je moet al op iemand vallen die ons alfabet kan lezen. We hebben ook geluk: de meeste straten zijn éénrichtingsverkeer, en je gelooft het misschien niet: steeds in ònze richting!
Na enkele liters zweet, want het is hier nog boven de veertig graden, vinden we een hotelletje, waar we de auto voor de deur kunnen parkeren, en willen we enkel nog slapen…

2augustus ’06

Teheran
Teheran als stad kan ons niet echt overtuigen. De luchtvervuiling en het lawaai gaan elke verbeelding te buiten, maar ook geen enkel museum kan ons écht bekoren. Of zoals een student tegen ons zegt: in Londen en Parijs staan veel mooiere stukken uit het antieke Babylon en Persepolis. We weten dat het waar is. Vele ervan hebben we gezien. Toch blijft het contact met mensen steeds weer interessant. We worden tientallen malen aangesproken door mensen die een eind met ons meelopen. Ze willen vooral weten wat we in Europa denken van Iran. Wat denken we van de situatie in het Midden-Oosten? Als je verder praat merk je dat heel wat mensen schrik hebben voor een naderende oorlog met de Verenigde Staten. Ze vinden dat ze onheus behandeld worden: Waarom mogen zoveel landen atoomkracht ontwikkelen en wij niet? Of: We zijn tegen atoomwapens, maar dan moet iederéén ze weg doen. Ik kan dit maar beamen. Vaak komt ook de vraag terug waarom Europa niets doet. Ik antwoord dan vaak dat elk land apart onvoldoende macht heeft, en wij in Europa nog onvoldoende samenwerken. Ook die situatie kennen ze heel goed. Ze weten dat de VS via Engeland vaak de Europese besluitvorming verlamt. Eén iemand antwoordt me: Als de Europese landen écht iets zouden willen doen, dan zouden ze het kunnen. Ik antwoord: het is net als in de Arabische wereld: als de Arabische landen zouden samenwerken zouden ze ook iets kunnen doen, maar het gebeurt ook niet: Saoudi-Arabie, Egypte, Jordanie, enz zijn dikke vrienden met de VS…
Het is leuk met mensen over zo’n onderwerpen te praten, maar je moet zòveel keer een bijna identiek gesprek herhalen…Toch vind ik dat je dat moet doen: door van man tot man te praten zie je dat bijna alle mensen hetzelfde willen : een ordentelijk leven : een lieve vrouw zoeken, vrienden hebben om mee te praten, kinderen hebben, ze liefhebben en een toekomst kunnen geven. En is dat nu met of zonder Islam, so what.
Dit geldt wellicht ook voor de sluier. Ik zie de vrouwen niet gebukt lopen onder de sluier, nee. Ze hebben er moderne kleren onder (soms zie je het erdoor, en de winkels verkopen de modernste kleedjes en lingerie die je maar kunt bedenken!) Het gezicht van heel wat vrouwen is ook mooi gemaquilleerd.
Het is een gewoonte, waar ze blijkbaar weinig last van hebben? Ze giechelen en lachen samen, en willen vooral brood op de plank denk ik. Dit verklaart waarom in ‘Europese ogen’ een heel conservatieve eerste minister verkozen werd. Hij zal een beter economisch programma hebben?
Ook het leven in België en in Europa interesseert hen: Welke job doe je? Verdien je daar goed mee? Hoe stellen je kinderen het?
We worden aangesproken in het stadspark door een student die op reis is in zijn eigen land. Hij woont in Kerman en studeert wiskunde aan de univ.We praten wel een uur en daardoor kan het gesprek een stuk meer diepgang krijgen. Christine raakt in een discussie verwikkeld met hem over de sluier:
-Waarom moeten vrouwen hier een sluier dragen?
-Om de mannen niet op slechte ideeën te brengen
-Ik ben in jouw land reeds meerdere malen ongewenst aangeraakt door een man, en in Europa gebeurt dit nooit!
-Dit mag niet, ik ben tegen zo’n mannen. Er is overal slecht en goed.
-De man moet zich hier leren verdragen, dit onderscheidt hem van een dier. Hij mag niet eisen van een vrouw dat ze omwille van hem in zo’n warme kleren rondloopt bij vijftig graden! Het probleem ligt bij hem…
Wij benadrukken de gelijkheid in Europa van man en vrouw. Hij vindt ze gelijkwaardig, maar elk met een andere taak ( hihi, de vorige paus heeft de mosterd zeker hier gehaald om uit te leggen dat vrouwen geen priester kunnen worden…?) Wel heeft hij er oren naar dat religie en maatschappij moeten gescheiden zijn: in Europa is godsdienst een persoonlijke keuze.
Veel denkbeelden waren 50 jaar terug bij ons net hetzelfde. Ook deze maatschappij zal verder evolueren, indien de mensen zich via goed onderwijs kunnen ontwikkelen. (collega’s, als je in zo’n land rondloopt, ga je nog meer nadenken over je eigen werk, en zie je dat je job één van de belangrijkste van de wereld is: in plaats van terrorisme te bestrijden, pomp geld in degelijk onderwijs, en je hebt een andere wereld binnen 50 jaar.
We vinden het iemand met veel wijsheid. Hij zegt: het leven is gemaakt om ervaringen op te doen. Iedere keer je iets doet kun je dit in de rugzak aan levenservaring plaatsen. Iedere keer merk je ook: dit is niet de waarheid, tot je weet diep in je hart: ik zal het nooit vinden, maar dan heb je zò’n stuk méér voeling met het leven dat je beter af bent dan iemand die het zogezegd wel weet en niet verder zoekt. Iemand met zo’n wijze woorden kunnen we appreciëren,wat zijn godsdienst ook is.
De student vraagt of hij mee mag rijden naar Isfahan, en we stemmen toe. Ook in Turkije namen we reeds autostoppers mee, omdat we 3 zitplaatsen hebben. Maar dan loopt het een beetje mis. Hij wandelt met ons mee, probeert een kamer te nemen op hetzelfde hotel als het onze, maar de baas zegt dat alles volzet is. We spreken af de volgende morgen om 8 uur.
Maar… de baas roept ons terug en zegt: die jongen heeft geen adres en zijn paspoort is niet in orde. Ik wil hem niet opnemen in het hotel. Ik zou hem geen lift geven, want er is een kleine kans dat hij je kwaad doet. Ook in Iran is er criminaliteit. We kunnen het niet geloven, maar verschieten toch wel. We beseffen dat we door het aardige gesprek twee van onze reisbasisregels geschonden hebben: 1)Zeg nooit tegen iemand je verblijfplaats. 2)Zeg nooit waar je naartoe gaat 3)Bij kamperen, zorg dat je niet gezien bent vanaf een weg.
Voor alle zekerheid besluiten we hem niet mee te nemen, en hem een mail te sturen om het uit te leggen. We zijn bang en durven het risico niet lopen. Het openbaar vervoer kost hier niks, en als hij ter goede trouw is, zal hij ons wel terugmailen. We vertrekken morgen om 6 uur…

3augustus ’06

Teheran – Isfahan
Ik voel me een beetje beschaamd zo met de noorderzon te vertrekken, maar we zitten hier zo ver van ons huis…
We vallen hier ook zo op. Ik zou me echt als Iraniër willen verkleden om gerust gelaten te worden. Soms ervaar ik dit echt als stresserend, want het zijn altijd mannen die mij aanspreken. Je moet geduldig antwoorden voor de honderdste keer (weten zij niet) want het is onze kleine bijdrage aan de wereldvrede, en de ontspanning tussen de volkeren.
In het internetcafé ontmoeten we een Nederlandse Canadees, die een reis van 2 jaar bezig is met de moto. Hij vertrok in Amsterdam, en rijdt via Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika naar huis. Hij leert ons hoe je kunt telefoneren naar een telefoontoestel thuis met de computer,via skype. Indien dit lukt is het veel goedkoper dan gewoon bellen.

4 augustus ’06

Isfahan
Isfahan is werkelijk prachtig!! Als je naar Iran komt moet je het gezien hebben. In het centrum staat het mooiste gebouwencomplex uit de Islamitische wereld. Het is met geen woorden te beschrijven.
We arriveren hier dan ook voor het eerst in een ‘toeristisch centrum’. Wel is het zo dat bijna alle toeristen Iraniërs zijn. Weer veel gesprekken, oa met een collega leraar wetenschappen, op toer met twee studenten om hun Engels bij te spijkeren. Een ander lang gesprek heeft ons nogal aangegrepen. We komen een jongen van 16 tegen met een veel Aziatischer uiterlijk dan de doorsnee Iraniër. Hij is een Afghaans vluchteling. In Iran wonen er tien miljoen Afghaanse vluchtelingen. Hij wordt hier geminacht, omdat de Iraniërs geen vreemdelingen willen. ( allé Vanhecke, je hebt hier mogelijke kiezers!)
Het is een schrijnend verhaal: zijn vader is gesneuveld in de oorlog met de Taliban, en hij onderhoudt hier zijn zieke moeder, door te werken in een fabriekje waar rugzakken gemaakt worden. Hij is knipper, en snijdt de stof voor de zakken. Hij kan hier net de eindjes aan mekaar knopen.Zijn grote droom is Europa. Een nonkel van hem werkt in Londen en onderhoudt de ganse familie in Afghanistan, want daar is er niets. Geen werk, geen veiligheid, geen eten. Ook in Pakistan zijn er miljoenen vluchtelingen, maar ze zijn er slechter aan toe dan in Iran vertelt hij. Over de Amerikaanse rol is hij genuanceerd. Hij zou niet graag hebben dat ze vertrekken omdat de situatie dan nog zou verslechteren. Maar als alles genormaliseerd is moeten ze zo snel mogelijk weg.’We don’t like them!’
Ik kijk in zijn ogen en ben beschaamd omdat wij het zo goed hebben en dan nog durven te klagen…Ook hij wil gewoon léven, waar dan ook of in welk geloof dan ook, op deze planeet. Voorlopig wordt het hem met mondjesmaat gegund. Je wordt er triest van.

2 Reacties:

Anonymous Anoniem schreef...

Hallo Johan en Christine

We hebben alweer met veel plezier jullie boeiend en soms spannend reisverhaal gelezen. Proficiat doorzetters... zo kennen we jullie; en jij Johan tot je er deze keer letterlijk bij valt. Gelukkig heb jij,was het worstelend, de top bereikt. Het moet een enige ervaring zijn op zo'n hoogte bij vrieskou de zonsopgang in een prachtig landschap te bewonderen.
Bedankt ook voor alle levenswijsheid die je ons hier meegeeft. Wat zijn de contacten met de vele mensen op jullie reisweg verrijkend.
Stel het verder supergoed.
Beste groeten
Jaak en Greta

3:43 p.m.  
Anonymous Anoniem schreef...

Hallo Christine en Johan

Ronduit fantastisch, schitterend ... woorden schieten tekort !! Het leest als een trein, om de vingers af te likken. Het doet bij mij het verlangen om weer te vertrekken enkel ongelooflijk toenemen !!
Wat jullie doen, vind ik niet enkel voor jullie zelf zinvol maar voor de mensheid/culturen in het algemeen !! Door jullie gesprekken dragen jullie bij tot wederzijds begrip en wereldse broederschap. We kunnen enkel hopen dat meer en meer mensen zich openstellen voor de wereld en er verslag over uitbrengen zodat de demagogische retorieken van de "Bushen" van deze aarde eindelijk verstommen.

Bij deze durf ik toch ook wel eventjes zo vrij zijn om vele groeten te doen aan alle olva leerkrachten die mij elk op hun manier gegidst hebben op mijn levensweg. Bedankt !!

Vele groeten

Francis Goutry

12:29 a.m.  

Een reactie posten

<< Terug