OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

maandag, november 27, 2006

12 november ’06

Bangkok
We moeten vandaag nog heel wat regelen voor het verloop van onze reis, maar besluiten dit vanavond te doen. We zaten gisteren precies de gànse dag op internet…
We bezoeken eerst de ‘Wat Phra Kao’ tempel.
Op de weg komen we een man tegen:
-Wat vinden jullie van mijn land? Waar komen jullie vandaan?
Waar gaan jullie nù naartoe?
Daarna volgt meestal één of ander commercieel voorstel, zoals: je moet nu geen boot nemen, want ze zijn in middagrust, tot 15h, neem mijn taxi, ik voer je rond voor een prikje …
Maar nu, niets van dit alles.
-Je moet niet naar de Phra Kao tempel gaan, hij is gesloten. De koning volgt er een ceremonie voor het einde van het regenseizoen. Om 12.30h kun je terug binnen. Je bezoekt beter een aantal andere tempels nu, waar ook ceremonies gehouden worden. Je kunt dit het beste doen met een tuktuk(=het Thaise woord voor motorriksja) Nee, denk niet dat ik je iets wil aansmeren, je moet een staatstuktuk nemen, met witte nummerplaat. Die is gratis, omdat de bestuurder een staatswedde krijgt. Je moet enkel een kleine fooi geven. Hij voert je de ganse morgen rond voor 30 Bath.
Ga ook eens naar het officieel toerisme infokantoor. Daar kan men je allerlei inlichtingen geven.(toont de letter i, aangeduid op onze kaart.) En hier is een marktplaats waar je taksvrije inkopen kunt doen, veel goedkoper dan in andere winkels…
Er passeren veel tuktuks met gele nummerplaten, maar, daar komt er één van de staat… Hij legt uit waar we naartoe gaan, en legt de prijs vast voor al die plaatsen: 30 bath.
Goed. Eerste tempel, tweede tempel.
Daarna is het al wat later dan we dachten, we willen niet meer naar het infokantoor. Maar, de bestuurder dringt heel erg aan: De informatie daar is heel goed voor je, objectief…
We stemmen dan maar toe. Toch klopt er iets niet… De straat waar hij stopt is niet het infokantoor op mijn plan…Men heeft er allerlei dure voorstelllen om visa voor Cambodia te regelen, transport,.. Je weet niet hoe gevaarlijk het daar wel is…We luisteren wel goed naar de informatie, maar stemmen niet toe. De verkoper probeert ons nog te overtuigen ons paspoort nu direct naar het hotel te halen, dan is morgen alles al in orde…Hij geeft de riksjarijder opdracht ons heen en terug te voeren. We weigeren en zien de teleursteling in de ogen van onze chauffeur…
-We willen nu terug naar ons beginpunt..
-De marktplaats voor inkopen, het is op de weg…
-Nee, we moeten geen inkopen…
-Wil je niet eens gewoon binnengaan, dan krijg ik een benzinebon van die winkel
Het is een juwelenwinkel. We stappen binnen om hem plezier te doen. Daarna voert hij ons terug naat Phra khao. Tijdens ons tempelbezoek beginnen we te begrijpen dat we er ingeluisd zijn op een geraffineerde manier!
Natuurlijk zijn er geen staatstuktuks. De mannen speelden onder één hoedje! Het was enkel de bedoeling ons in het reisagentschap en de juwelenwinkel binnen te krijgen. Ze worden ervoor betaald en hebben wellicht een commissie op de verkoop…En natuurlijk was Phra khao ’s morgens niet gesloten…
Nu naar de tempel. Het is een lust voor het oog. De kleuren, de sierlijkheid van de gebouwen…Na enkele uren heb je het precies nog niet allemaal in je opgenomen. We blijven er tot het sluitingsuur.
Daarna internet. We zoeken vruchteloos naar info over de Syrische ambassade, maar we hebben geluk. Er is een mail van Francis: Ik las in jullie verslag dat je nog een visum voor Syrië nodig hebt. Ik vroeg dit ook aan voor mijn reis, in Brussel, en weet precies hoe het moet. Het was in een handomdraai geregeld. Probleem opgelost, dus. In de kerstvakantie kunnen we het regelen.
Voor het Cambodiaans visum vinden we dat je het visum sinds kort aan de grensovergang kunt krijgen. Hopelijk is het waar…
Dan het vliegtuigticket uit Australië. We vinden meerdere mogelijkheden, maar géén goedkope vlucht uit Darwin. Sidney en Melbourne liggen helemaal aan de andere kant, maar zijn veel goedkoper. Dan maar gans het binnenland van Australië doorkruisen? Het lijkt wel een aantrekkelijke gedachte, en een logisch retourpunt voor onze reis… Nog even op doordenken vòòr we het ticket kopen.
Op onze mail staat een fotosessie van het feest van opa. We beleven het nog eens mee. Internet is toch een ongelofelijk medium!

13 november ’06

Bangkok – Ko Samet
Omdat de visa geregeld zijn, kunnen we vandaag uit het hete Bangkok vertrekken. We komen hier nog twee keer terug. Na Cambodia, binnen drie weken. Dan kunnen we ons visum voor India afhalen. En op doorreis na Australië. Het visum voor Iran zou hier dan klaarliggen . Misschien toch nog eens contact opnemen binnen drie weken, dan weten we zeker of de toestemming uit Iran er al is.
We nemen de bus en de metro tot Sukhumvit. Omdat we al onze bagage meehebben nemen we voor het laatste stukje een taxi.
-Voer ons eerst naar de Iraanse ambassade, wacht daar tien minuten, en daarna voer je ons door naar het Eastern busstation. Wat is je prijs?
-1 000 bath
Ik draai direct mijn kar
-Hello, hello,… 100 bath.
-OK
Verder in de wagen:
-Moet jij niet werken in België?
-Jawel, ik ben leraar en heb 30 jaar les gegeven. Nu neem ik een jaar vakantie, en daarna geef ik weer les…
-Als jullie naar Pattaya willen kan ik je veel goedkoper naar daar voeren dan de bus.
-Nee, we nemen de bus
Ik stap uit, en terwijl ik de papieren binnenbreng op de Iraanse ambassade geeft de man een folder van het strand in Pattaya aan Christine. Christine vraagt eens de prijs naar Ko Chang
-Voor 2 000 bath voer ik je daar naartoe!
Christine zegt er niets op, we antwoordden al dat we de bus zouden nemen. Die kost maar 170 bath!
We vertrekken van de Iraanse ambassade, maar ik volg op mijn stadsplan en zie dat er iets niet klopt. We rijden in de verkeerde richting. Misschien doet hij een omweg, om files te vermijden. Plots heb ik het door!
-Voer je ons nu naar het Eastern busstation?
-Nee, mevrouw heeft mij opdracht gegeven jullie naar Pattaya te voeren…
(Geen antwoord voor hem betekent dus gewoon toestemmen, Christine protesteert heel fel!)
-Ik kan jullie nu niet meer terugvoeren, we zijn de stad al uit.
-We zijn nog niet zò ver
-Hoe weet jìj dat?
-Ik volg op mijn kaart.
-Je moet me dan zeker 200 bath méér betalen om je terug te voeren.
Nu schiet ik pas goed uit mijn sloffen:
-Ik zal je eens wat zeggen, meneer! Als je ons niet in de kortste keren aan het busstation afzet neem ik je nummerplaat op en dien direct een klacht in bij de politie! En ik betaal je geen bath méér, want het is je eigen schuld.
Tussen zijn tanden door hoort Christine heel venijnig
-Grr… teacher…teacher…
Hij is zò boos en rijdt ons als een agressieve wegpiraat naar het busstation. We zijn nu natuurlijk onze bus kwijt naar Ko Chang…
Niet getreurd. We nemen dan een andere bestemming. We willen eigenlijk toch maar gewoon enkele dagen uitblazen voor we naar Cambodia gaan. We nemen een ticket naar Kho Samet in de plaats. 550 bath voor de twee tickets, veerboot inbegrepen,3 uur rijden.
Het wordt 4 uur, omdat we eerst een uur in de file staan om Bangkok buiten te rijden…
De veerboot vertrekt maar als hij vol zit…Dus wachten…
Het is donker als we toekomen. Je kunt direct een kleine bungalow aan zee bestellen voor 1 500 bath…
We wachten nog, en laten ons dieper op het eiland voeren, een beetje op goed geluk af…We belanden in Ao Lungdam.
Na wat zoeken in het donker merken we dat de prijs verder van de weg lager wordt. We vinden een kleine bungalow, op het strand voor 600 bath…
Na al die maanden ben je ontroerd de branding weer te horen. We zwemmen in het donker en verschieten van de temperatuur: 28°C…

15 november ’06

Ko Samet
Heerlijk, slapen zonder oorstops met het geluid van de zee als nachtelijke muziek…
Bij het ontwaken kunnen we onze ogen niet geloven. We zijn op een paradijselijk eiland beland. De lucht is azuurblauw, de zee appelblauw zeegroen, het strand saharawit, de tropische plantengroei intens groen…
We nemen hier enkele dagen vakantie: relaxen, boekje lezen, reisverslag maken en het volgend deel van de reis voorbereiden. Het doet deugd…
Tijdens het weekend schijnt het hier druk te zijn, omdat de mensen van Bangkok dan massaal de stad ontvluchten. Nu is het hier heel rustig. De kleine bungalows op het strand zijn niet allemaal bezet. De mensen die hier nu logeren zijn allemaal westerlingen. Althans toch de mannen. Bijna alle bungalows zijn bewoond door een ‘oudere’ westerse man, met… een ‘jonge Thaise schone’. De blanken hier hebben inderdaad een mooi principe: eigen volk eerst!
Ik heb mijn Thaise dame zelf meegebracht, net als de Nederlanders die naast ons wonen. We stoeien in het water als twee kinderen, smijten met zand en duwen mekaar kopje onder. Het water is zò warm dat je er uren kunt inblijven…

15, 16, 17 november ’06

Ko Samet
Het is 1h in de nacht. Ik lig wakker en geniet van het geluid van de branding…
Ik kan niet meer slapen omdat alle indrukken van de voorbije maanden me overspoelen. Ik voel me een zware containertrein die een dag nodig had om te remmen en tot stilstand te komen. We reisden al die maanden aan een hoog tempo door, en nu zit je hier ineens stil…
Als je begint na te denken is het net alsof je verdrinkt. Turkije, Pakistan, Iran, China, India, Nepal, India,…de zovele gesprekken, hoe kunnen al die werelden toch zo verschillend zijn? Hira. Elke dag met de riksja fietsen. Zou hij nu zijn eigen baas zijn?
En dan thuis… Hoe méér je eraan denkt, hoe méér je ernaar verlangt…De kinderen, vrienden en familie…Hoe smaakt rode kool met worst ook weer? En spruitjes uit de tuin met een kotelet van de eigen varkentjes…?

18 november ’06

Ko Samet – Chantaburi – Trat – Kaoh Kong(Cambodia)
Na enkele dagen strand hebben we het wel gehad. We zwemmen nog een laatste keer, en nemen ’s morgens vroeg een jeep naar de veerboot. Op Ko Samet had de uitbaatster van de chalets ons verzekerd dat er een bus richting Cambodia rijdt, maar op het vastelandweet men van niets. Verwonderlijk hoe iedereen onder één hoedje speelt zodat je wel een dure taxi mòet nemen van één of ander familielid…
We geven niet op en vinden uiteindelijk twee motorrijders, die ons voor 20 bath elk naar de bushalte op de ‘main(of Sukhumvit)road’ willen voeren. Bijna direct halen we de lijnbus naar Chantaburi, met een aansluiting naar Trat. Vandaar verder in minibus naar de Cambodiaanse grens, aan de kust.
Het landschap hier kan niet erg boeien. Het is vlak en erg bebouwd. Dit deel van Thailand ziet er een beetje uit zoals bij ons. We komen zelfs de Makro tegen! Goede wegen, huisvesting, openbaar vervoer, propere straten…Het enige land hier in de regio. Aan de westkant leeft de bevolking van Myanmar onder de militaire dictatuur nog in de middeleeuwen. In het oosten komt de ontwikkeling in Laos en Viëtnam nu ook goed op gang. Cambodia komt een stuk achter, en sleept nog de naweeën van het wrede regime van Pol Pot en zijn Rode Khmer met zich mee.
Aan de grens is de Thaise kant snel afgehandeld. Aan de Cambodiaanse kant moeten we nog eerst een visum aanvragen. Ondanks de verhalen van de reisbureaus in Bangkok is dit ook snel en correct afgehandeld.( verplicht in bath te betalen: 1200b/pers, iets duurder dan op de ambassade)
Er is geen bus naar de eerste stad, en daarom placeren we ons weer bij twee motorrijders, die ons voor 50b naar Kaoh Kong brengen.
-Het is beter dat je geld wisselt. Ik breng je wel bij iemand!
-Is er geen ATM?
-Nee, enkel in Pnohm Penh.
We bedingen een goede koers, en wisselen 100 USD. Maar wat blijkt? We hebben een pak geld van wel 5 cm hoog! Honderden en honderden bankbriefjes. We beginnen na te tellen, maar verliezen steeds weer de draad, omdat er meerdere modellen briefjes van 1 000 of 5 000 real zijn… Bovendien begint het te gieten. Ik wil het zo laten. ’t Zal wel juist zijn zeker… Christine wil niet. In de gutsende regen tellen we verder tot groot ongenoegen van de motorrijders…
En toch: 300 000 real te kort. De man wil ze niet bijgeven, en wil plots niet meer wisselen. Na enkele woorden van de motards plots wel weer…(= ze verminderen hun commissie op de transactie!)
Ze voeren ons graag naar een hotelletje, waar ze opnieuw commissie opstrijken…
Na wat bekomen te zijn van de zwoele hitte maken we een stadswandeling. Het is hier een andere wereld. Weer een beetje zoals in India. Heel vriendelijke mensen, maar alles rommelig, weer de hopen vuil op de straat…
De grenslijn die we zo vlot overgingen is de scheidingslijn tussen een ontwikkeld land bijna zoals in Europa en een land dat nog voor een groot deel aan zijn ontwikkeling moet beginnen…
Kaoh Long is prachtig! Het is een vissersstadje, bijna helemaal op palen gebouwd. De boten kunnen rechtstreeks tussen de huizen doorvaren, zoals in Venetië.
De gebruikte munt hier is… de bath! Wisselen was dus niet nodig.

19 november ‘06

Kaoh Kong – Phnom Penh
We waren van plan de boot te nemen naar Kampot, en dan de bus naar Pnohn Penh, maar omdat de motorrijders ons wisten te vertellen dat er een nieuwe weg ligt en je het traject in vier uur kunt afleggen in een minibus kiezen we voor die oplossing.(natuurlijk hebben ze hun commissie!)
De weg is voor 200 km een aardewegel met hier en daar wat asfalt en dus in heel slechte staat. De minibus slingert en bonkt. Hoe kan die dàt overleven? We vliegen van links naar rechts, of naar boven, met onze hoofden tegen het plafond. Oejoej, de laptop in mijn rugzak. Je kunt hem zowel van een berg naar beneden werpen en hopen dat er niets aan is…We zien wel vanavond.
De tocht is machtig. We rijden over een rode aarden weg in intens groen tropisch regenwoud. De hitte trilt in een staalblauwe lucht. Een ontroerende schoonheid. De harmonie gaat recht naar je hart en maakt een diepe indruk. Regelmatig passeren we kleine dorpen. De mensen leven in paalwoningen en leven van landbouw. Niet te geloven, dit is één van de mooiste tochten die we ooit maakten…
We rijden bijna direct in de jungle het hooggebergte in, met de zee op de achtergrond. Vier maal moeten we een grote rivierarm over. De overzet is gemaakt uit een paar kleine houten boten, waar balken op liggen, zodat er auto’s kunnen op rijden.Je zou denken dat hij elk moment kan zinken. Maar het werkt perfect! Ik heb grote bewondering voor de handigheid van de mensen hier, die met echt primitieve middelen hun plan trekken.
Vier reusachtige bruggen worden aangelegd voor de nieuwe weg. Ook het uithakken van de wegbedding in de harde rotsen is een gigantisch karwei. Moderne middelen worden ingezet. Niet zoals in India, waar vrouwen de rotsblokken met de hamer tot brikaljon kloppen onder de brandende zon.
Binnen enkele jaren is dit dus een totaal andere tocht. Het zal niet meer zo mooi zijn. Maar wel veel beter: ook deze mensen hebben recht op ontwikkeling.
Na de laatste overzet komen we in de vlakte van de Mekongdelta. Eén van de dichtst bevolkte gebieden ter wereld. Rijstvelden met kokosbomen sieren het landschap. Prachtig gewoon!
Het laatste deel van de 400 km is een asfaltweg. Na 8 uur rijden we de miljoenenstad Phnom Penh binnen. De hopen vuil overvallen ons, en we zijn toch al wat gewoon!
Het is bijna donker. We nemen een guesthouse aan het meer. Het staat ons niet zo aan. Een echte backpackerskermis: veel westerlingen, muggen, luide muziek…
We zijn te moe na die tocht om nog naar een ander deel van de stad te gaan, en zijn al blij dat de laptop en de ophanging van onze nieren het overleefd hebben.


20 November ‘06

Phnom Penh
Een mooie, gezellige stad, aan de Mekong. We slenteren rond om de stad in ons op te nemen, en komen onder de indruk van de Khmer kunst in het museum.
We proberen ook een glimp op te vangen van het Bouddhisme hier, in de stupa’s en tempels. We komen in een dienst terecht, waar een soort xylofoons bespeeld worden. Samen met de gebrande kruiden en wierook voel je je waarempel een beetje high worden!
De Franse invloed op de vroegere kolonie is hier overduidelijk. We staan op de hoek van de Pasteurstraat en de Charles de Gaullelaan! De Franse industrie is hier ook onmiskenbaar aanwezig. We rijden ook weer rechts. Je ziet nog vaak Frans opschriften, maar ook hier heeft het Engels gewonnen als internationale taal, zoals in heel Azië. Kinderen leren al van in de lagere school ons alfabet en Engels en weten dat ze dit mòeten kunnen. Voor de volgende generatie wordt het Engels dé wereldcommunicatietaal, gevolgd door het Spaans voor Latijns Amerika. De grootste taal, het Chinees kan die rol nooit spelen omdat het alfabet veel te onpraktisch is. Je merkt dit ook op internet. Het zijn de twee meest gebruikte talen, wel altijd met een querty-klavier!(Waarom wij in België bijna als enig land nog azerty leren begrijp ik niet goed)
In veel landen heeft men dit begrepen. Andere nationaliteiten spreken beter Engels dan wij, Belgen. Zelfs de Fransen! Weet je dat in Nederland reeds in de kleuterklas Engelse les gegeven wordt? En in de toekomst moet elk eindwerk middelbaar onderwijs, en zeker in hoger onderwijs in het Engels gemaakt worden. We lopen een beetje achter bij ons…
De kilometersbrede Mekong heeft een extra dimensie aan de stad. We slenteren errond, en genieten van de op de amazone na grootste rivier ter wereld…


21 November ‘06

Phnom Penh
Vandaag brengen we een bezoek aan één van de killing fields van de Rode Khmer. Rond 1980 zagen we daar ooit een panoramareportage over. Het zit nog steeds in ons geheugen gegrift als één van de meest aangrijpende documentaires die we ooit zagen,eindigend op de door merg en been dringende muziek van de ‘mystère des voix Bulgares’.
Je kunt de schaal van de genocides hier maar vergelijken met de uitroeiingskampen van Hitler. Het is niet onder woorden te brengen wat mensen mekaar kunnen aandoen , en dat in ònze tijd…Daarna kregen we nog Joegoslavië, Rwanda…enz. We leren het precies nooit als mensheid.
Hier komt het nog als erger over, omdat het eigen volk uitgemoord werd voor een duister ideaal: het vestigen van een pure communistische landbouwstaat. Intellectuelen werden systematisch uitgemoord. Kunnen lezen en schrijven was al verdacht.
De vele schedels en beenderen liggen er nog… Er waren honderden zo’n fields… En gevangenissen. We bezoeken een ‘omgebouwde’ middelbare school.
De cellen, folterkamers,…
Een fototentoonstelling geeft persoonlijke verhalen weer. Je ziet de folterpraktijken. Gruwelijk. Zo’n getuigenissen mòet men bewaren, en mòeten bezocht worden, evenals Auchwitz en Dachau… , want we vergéten het altijd weer opnieuw!
Een gevangene heeft op grote panelen het leven in zo’n kamp weergegeven met een ongelofelijke zachtheid. Ook kunstfoto’s geven de uiteindelijke zachtheid in de mens weer. Ik blijf geloven dat dit uiteindelijk veel sterker is en ooit volledig zal overwinnen. Ik blijf ook geloven dat we als mensheid vooruit gaan.
Als je ziet hoeveel moed de Cambodianen hebben om hun land op te bouwen na alles wat er gebeurde. Elke familie heeft hier slachtoffers en…moordenaars. Je weet niet hoe een volk op zo’n korte periode zich min of meer kan herstellen, vooral omdat het ganse onderwijssysteem totaal vernield was. Hun optimisme en levensvreugde dwingt respect af!




22 November ‘06

Phnom Penh – Siem Reap
De busrit van zes uur zou je kunnen samenvatten: water en rijst. We rijden dwars door de Mekong delta. Alle huizen staan op palen, omdat je in de Moessonperiode hier grote overstromingen krijgt, ideaal om dan de rijst uit te planten.
Na Pol Pot heb ik slecht geslapen, en voel me een beetje triest. Ik kijk naar buiten en zie in elke waterput schedels en beenderen drijven. Hoeveel killing fields zijn hier nog niet ontdekt?
Ook de Amerikanen hebben hun best gedaan: ze hebben het oerwoud van uit de lucht besproeid met ‘Angent Orange’, een ontbladeringsmiddel, zodat ze tenminste de vijand onder de bomen konden zien. Ook nu nog worden hier en in Viëtnam door die massale chemicaliën veel gehandicapten geboren…
Later heeft de VS, samen met China en Thailand dan weer de Rode Khmer gesteund, tegen Viëtnam… Waarom al dat leed??? (money, money, money…)
De chauffeur is heel goed, maar houdt precies een minirace om zijn persoonlijk snelheidsrecord te breken, en als ik verschillende kinderen zie braken op de bus, zit het me ook tot in mijn strot…
We reizen met de Cambodjanen, en daardoor zie je op die rit weer een stukje van het Cambodjaanse leven dat moeilijk onder woorden te brengen is.
Je ziet rond je echt een landbouwgemeenschap, maar alles ziet er zo hoopvol uit. Mensen hebben de wil in deze post-rodekhmertijd er iets van te maken. Er wordt volop gebouwd, wegen aangelegd…Op grote panelen wordt opgeroepen geen wapens te gebruiken. Sommige delen van dit land zijn ontoegankelijk omwille van de landmijnen. Maar, niet getreurd. Heb je geen voeten meer, gebruik dan je armen om bijvoorbeeld te musiceren, verkopen…
Er is iets waar je intens van begint te houden, in dit land. Ik weet niet wat. Wellicht die enorme wil om te léven, léven, en nog eens léven, na de lange dood.

23, 24, 25 november ‘06

Siem Reap
De tempels van Angor Wat zijn niet alleen getuigen van een groots verleden, en geklasseerd als werelderfgoed, ze zijn het hart, het geheugen en het cement van het Cambodiaanse volk. Gelukkig zijn de Rode Khmer er niet in geslaagd de tempelcomplexen te vernielen. Nu zijn ze een hier een symbool geworden!
We kiezen voor een pas van drie dagen, en huren fietsen om op ons gemak door die prachtige jungle te rijden, en de tempels op te zoeken. Alle tempels bezoeken is gekkenwerk. We maken een keuze.
Het is werkelijk prachtig, en de moeite hier 3 dagen te verblijven en de enorme hitte te trotseren. (het is hier nu koud seizoen, 40°C) Christine geniet met volle teugen. Voor mij is de natuur errond belangrijker, dan vooral hoe de jungle sommige tempels helemaal weer veroverd heeft: grote boomwortels, onder reusachtige tropische kruinen, grijpen als handen vast op de muren en daken. Langzaam vernietigt die wurggreep alle bouwwerken…
Je ziet ook weer een stukje ven het Cambodiaanse leven, hier. Siem Reap leeft van het toerisme, ‘Cambodian Way’. We voelen ons precies wandelende dollarbomen. Vooral Christine moet het ontgelden, omdat iedereen weet dat een vrouw makkelijker tot een aankoop te verleiden is: madààààm, doyou want fresh water, coconut, pineapple, flute, postcards,…only four dollar…. for five.
Indien je niet koopt wordt dit snel one dollar for ten…
Het is net een zwerm bijen achter je aan. Je kunt dit vervelend vinden, maar je mag dit niet zo zien. We bewonderen de enorme levenskracht van de mensen hier, glimlachen vrienelijk, en zeggen beleefd: no, thank you. Indien je iets wil kopen moet je een eerlijke prijs geven, en niet afbieden tot op het bot.
(Alles wordt hier in dollar betaald, ook uit de ATM komen dollars. Niemand wil de plaatselijke munt gebruiken. Enkel om wisselgeld beneden de USD terug te geven.)

26 november ’06

Siem Reap – Bangkok (Thailand)
Ik verheug me al op de busrit van vandaag, maar het is niet echt de moeite. We hebben een slechte maatschappij gekozen. De bus tot aan de grens is een rammelkar. Elke rust moet er aan gewerkt worden en één van de tot op de draad versleten banden begeeft het. Maar hier is dit allemaal geen probleem…We lopen wat vertraging op, maar ja…
Er is bijna geen asfalt te bespeuren, de bus raast over het grint. Bijna alle bruggen zijn weggespoeld door de moesson. Hier werkt men niet aan een nieuwe weg. Corruptie naar het schijnt: nu nemen de meeste toeristen het vliegtuig naar Siem Reap, en juist, ja, de vliegmaatschappijen betalen om géén weg aan te leggen…
Voor ons betekent dit een dagrood stof vreten, voor de mensen hier elke dag. Onze bus verspreidt één rode stofwolk. Je kunt bijna niet fotograferen.
De meeste dorpen liggen langs de weg. De huisjes zijn rood van het stof. De rijst ook, de mensen ook…
Mensen werken hier elke dag op de velden, verplaatsen zich…Velen lopen met een doek voor hun neus en mond gespannen.
Het is het einde van de Moesson, het watertrekt zich terug. In dit seizoen proberen mensen vis te vangen in de slinkende slijkwaterpoelen. Netten worden uitgeworpen. Heel mooi en sierlijk…
Cambodianen zijn een mooi volk met een enorme levenskracht. Je zou het gaan missen: madààààm, madààààm…Dank je wel om dit aan ons te tonen.
Aan de grens verloopt alles vlot. Een uur laterhebben we een Thaise stempel.
We stappen in een grote luxueuze bus, en rijden over mooie snelwegen naar Bangkok: Welcome to Thailand!
We zijn afgesproken naar huis te telefoneren, omdat we hier weer ADSL-lijnen hebben. Skype werkt dan zeer goed. Het wordt méér dan een uur bellen: Roeland wil een huis kopen! We moeten vanalles bespreken…Het leven staat duidelijk niet stil, thuis. Soms zou je echt willen thuis zijn.
Internet is voor ons een wondermiddel, en van achter je computer kun je alles volgen, maar het is toch echt nodig dat we nu voor 14 dagen naar huis gaan.
Ma heeft ook een mail gezonden: Het wordt stilletjesaan tijd dat jullie thuiskomen. Het duurt nu al zo lang, we worden het beu. Veel liefs,ma.