Kupang – Darwin(Australia)
23 januari ‘07
Het kleine tweemotorig toestelletje van Merpati bonkt op de landingsbaan van Darwin! We remmen hard af. Welcome to Australia!
De grensformaliteiten zijn snel afgehandeld, het elektronisch visum is in orde.
De grenscontrole is zeer streng. De bagage wordt volledig ingescand en uitgehaald. Je mag geen voedingswaren overbrengen, zelfs geen koffie!
Oei. we hebben een ananas bij in mìjn rugzak. De zak van Christine wordt helemaal uitgehaald, maar gelukkig de mijne niet, anders zaten we in deep trouble, want hier wordt niet gelachen!
Met de airportshuttle raken we vlot in het centrum. Wat is alles hier netjes en goed georganiseerd! Het is wennen, na het chaotische Indonesia.
We nemen een goedkope kamer in het jouthhostel ‘Youth Shack’.
Wat een mooie kamer. Naar Europese normen écht geen luxe, maar voor ons…!
Er is hier zelfs een klein zwembad, en internet, en een mooie keuken! So, to the supermarket for selfcooking!
Je loopt verdwaasd tussen al die luxe! En dit op een uurtje vliegen van Timor. Niet te geloven. Het is net als thuis.
Ik denk voortdurend: ‘nè, der zijn hier nog toeristen’. Maar, het is natuurlijk de blanke Australische bevolking. Wat raar.
Vooral de enorme energieverspilling stoot tegen de borst: klimatisering met de deur wagewijd open, lichten blijven maar branden…Als ze enkele honderden kilometers hiervandaan maar een fractie van dìe energie zouden hebben…Het is onwezenlijk, en toch, het is je eigen wereld waar je binnenkomt.
We bellen met skype direct naar huis en naar onze ouders. Het doet deugd iedereen te horen!
24 januari ’07
Darwin
Omdat onze tijd hier in Australië nogal beperkt is moeten we vandaag snel handelen en zo vlug mogelijk onze reis naar Melbourne plannen. Een auto huren schijnt hier relatief goedkoop te zijn. Ik vraag dit na op de hotelreceptie maar de prijzen vallen helemaal niet mee. Het kost ons zeker 1 000 € aan huurprijs voor een week. Brandstof en verzekering komen er dan nog bij, om de 3 000 km naar Melbourne te overbruggen, en dan heb je in het binnenland nog niets gezien. We onderzoeken andere mogelijkheden. De trein is nog duurder. Wanneer we dan besluiten toch een wagen te huren blijken er nergens beschikbaar, omdat het hier nog zomervakantie is.
Bus en vliegtuig zijn ongeveer even duur. Een ticket naar Alice Springs kost 200 Austr Dollar (=125 €) We willen wel over land reizen…We raken er niet uit.
In het youth hostel zijn we echt met ons gat in de boter gevallen. Niets is teveel om ons te helpen, en dat is nodig, omdat ieder land zijn eigen systeem heeft. Openbaar vervoer is hier vaak veel duurder dan een excursie met jeep. Raar maar waar.We bekijken een aantal brochures, en merken dat we goedkoper in Melbourne raken, als we een aantal woestijntochten aan mekaar koppelen. We maken het volgend schema:
-Eerst met de local bus naar Palmerston, 15 km verder. Het is dan nog 1500 km naar Alice Springs, zodat we een 1 500 km pas kunnen nemen voor het openbaar vervoer
-Daarna de lijnbus naar Alice Springs: een dag en een nachtje bussen
-We komen echter te laat om daar nog te vertrekken, maar de volgende morgen nemen we een driedaagse woestijnexcursie in de central desert.
-Aansluitend een tweedaagse excursie: vertrek Alice Springs, drop off in Adelaïde
-De volgende dag een driedaagse trip tot Melbourne.
-We hebben dan nog één dag over om Melbourne te bezoeken voor we terugvliegen naar Bangkok!
Het is een wonder dat alles zo haarfijn in elkaar past, omdat die excursies op vaste dagen vertrekken!
We boeken alles, eten en hostals inbegrepen. Voor ons beiden ongeveer 1 000€.
Australië is een peperduur land! We zouden het hier niet lang uithouden met mijn uitkering.
In een halve dag is alles geregeld. We hebben nog wat tijd om Darwin te bezoeken. Eerst naar het gemeentemuseum. Het valt wat tegen, maar geeft toch een mooi beeld van de flora en fauna in de Northern Territories. De zoetwaterkrokodil kom je maar best niet tegen. Brrr, wat een kanjer! Evenmin de 3 soorten jellyfish.(kwallen) Hun netelcellen zijn dodelijk!
Een andere afdeling geeft de geologische geschiedenis en de evolutie van het leven van Australië weer. Natuurlijk, want de stad is genoemd door zijn ontdekker (de kapitein van de Beagle apropos), naar de vader van de evoutieleer, Charles Darwin.
Eerst vormde Australië samen met de andere continenten één oercontinent Pangea. Daarna splitste Gondwana(=Antarctica en Australië) zich af van Pangea. Tenslotte begon Australië aan zijn eigen, eigenzinige zwerftocht; waardoor het leven hier op een totaal andere manier evolueerde. Biologisch kun je dit ook makkelijk aantonen: op de tijdschaal zie je de verdere evolutie van het dierenrijk. En dan komt de mens. Uit Afrika. Via Thailand, Maleisië en de Indonesische eilanden: Java, Bali, Lombok, Sumbawa, Flores, en Timor tot hier.
We volgden dezelfde eeuwenoude route, 50 000 jaar later. Ontroerend.
Via de kustwandelroute komen we terug in het centrum van Darwin. De zee is niet echt mooi, zeker na Indonesië, en met de jellyfish moet je er niet aan denken te zwemmen…
25 januari ’07
Darwin – Katherin – Tennant Creek
De busrit dwars door de ‘Outback’ is prachtig. Eén van de dunst bevolkte en onherbergzaamste gebieden van de wereld. De weg boort zich door een gebied dat schaars bebost is, en waar de grassen nu in het regenseizoen volop groen staan. De aarde is donkerrood. We rijden de ziel van Australië binnen. Een heel ander Australië. Waar we stoppen wemelt het van de Aboriginals. Blanken zijn hier in de minderheid. Maar, vele Aboriginals zijn er slecht aan toe! Het zijn clochards. Ze hangen rond, onverzorgd. Sommigen zijn dronken. Iemand komt naar ons toe: Heb je 5 dollar? We weten dat ziektes, alcoholisme en werkloosheid hoog zijn onder de oorspronkelijke bevolking van dit continent, en dat merk je nu op straat. Deze mensen zijn volledig ontheemd. Het is een trieste aanblik.
Vandaag rijden we onder de zon door. Op 21/12 stond de zon loodrecht boven de steenbokskeerkring, dit is op 23°ZB, of net de ligging van Alice Springs. De zon schuift nu langzaam op, richting evenaar, waar hij loodrecht boven zal staan op 21/3. Je kunt dus makkelijk uitrekenen dat de zon vandaag loodrecht boven de breedtelijn van 14° ZB zit. Dit is iets ten zuiden van Katherin. We stoppen er net om 12.30 h. Ik neem een foto van een loodrechte paal in de zon, zònder schaduw ernaast. Verbluffend! We staan loodrecht onder de zon. Tot hier toe zat de zon ’s middags in het zuiden. Vanaf nu in het noorden! En je merkt het heel goed omdat we pal zuid rijden op de bus: na een halfuur zie je dat de verkeersborden weer een kleine schaduw geven, maar nu aan de zuidkant. Het is een prachtervaring dit met je eigen oogjes te mogen zien! Men wist reeds in de oudheid, dat als je maar ver genoeg langs de Nijl zuidwaarts trok, er een moment op het jaar was dat er géén schaduw meer was. De verklaring voor dit fenomeen van de sterrekundigen in die tijd is jammer genoeg verloren gegaan in de grote brand van de bibliotheek van Alexandrië. We hebben nog duizenden jaren moeten wachten op Galileï, en vooral de wetten van Keppler om een volledig inzicht te verkrijgen in de interne beweging van ons zonnestelsel…
Het is verder genieten. De begroeiing wordt schaarser. De zon zakt langzaam onder de horizon en zet het landschap in het westen in een vuurrode gloed… De eerste sterren…Het landschap schuift verder onder de twinkling stars.
26 januari ’07
Tennant Creek – Aileron – Alice Springs
De bus stopt regelmatig om post in de omgeving te verdelen. We moeten er dan iedere keer uit, waardoor je niet kunt doorslapen.
De chauffeur krijgt het tijdschema door de vele postpaketten bijna niet rond. Stress! Hij wordt kwaad omdat het nog 10 seconden duurt om iets uit mijn rugzak te halen. Het is vreemd, na slowly slowly Azië. Zo’n nachtje bussen kruipt toch echt wel in de kleren., maar de zonsopgang boven het ruwe Australische binnenland is zò adembenemend dat je dit snel vergeet.
‘Just in time’ in Alice Springs, om 9h.
We nemen een kamer in Annie’s place, een backpackers hostal. Er is een klein zwembad. Het doet deugd bij méér dan 40°C.
We nemen het voor de rest van de dag op ’t gemak: wat lezen, foto’s klasseren, verslag schrijven, zwemmen en eens een goede maaltijd klaarmaken zoals thuis: gebakken vis met aardappelpuree en bloemkool.
Ook hier maken Aboriginals een triestige indruk. We vragen ons af waarom. Hun blik is levensloos…Op blote voeten lopen ze de geklimatiseerde supermarkt binnen, precies recht uit de bush. Zielig.
27 januari ’07
Alice Springs – Eridunda – Yulara – Uluru
Vertrek om 6 h, in zuidelijke richting op de Stuart Highway. De tour waarvoor we boekten gaat niet door, maar het youth hostal waar we logeren heeft een overeenkomst met een andere maatschappij, om ons erbij te nemen. Alleen, de tour kost net het dubbel! Gelukkig niet bij te passen door ons. Het is zo’n beetje de ‘betere tour’, a la ‘back to nature’ en ‘small groups are beautiful’.
Voor ons niet gelaten.
Het is een lange rit naar het nationaal park, maar het steekt geen moment tegen: adembenemend mooi! De rode okerkleurige bodem en de staalblauwe lucht, gecombineerd met de prachtige plantengroei zouden Van Gogh een delirium bezorgd hebben. De gids vertelt dat we ‘lucky ones’ zijn: vorige week, viel hier de neerslag van een heel jaar, wat niet normaal is voor het hete zomerseizoen, waar we nu middenin zitten. De woestijn reageert daar direct op: zaden ontkiemen vliegensvlug, en andere planten komen in enkele dagen tot bloei. Het is hier dus net lente, in…de zomer!
Onze eerste stopplaats in het Uluru National Park is het infocentrum ivm de Aboriginals. We willen er graag meer over weten, want wat we tot nog toe zagen klopt niet met de vele boeken die we lazen thuis over de Aboriginalcultuur. We hebben veel sympathie voor die manier van leven, in complete harmonie met de natuur.
In het infocentrum wordt dit ook uitgelegd.
Het beheer van het nationaal park is een samenwerking tussen de ‘zwarte’ traditionele kennis en de ‘witte’ wetenschappelijke kennis
Het is allemaal prachtig, maar we zìen hier geen Aboriginals?? Zelfs aan de balie of de souvenirshop niet.
Uitleg van de gids: Aboriginals hebben niet de cultuur om je ‘aan te kijken’. Iemand aankijken getuigt van heel weinig respect voor de persoon. Ze kunnen in deze jobs dus ook niet ingezet worden. Hum. Ik denk er het mijne van.
We wandelen rond de ‘heilige Uluru monoliet’. Uit respect voor dit heilige der heiligen vragen Aboriginals de rots niet te beklimmen, wat we dan ook niet doen.
Uluru zelf is schitterend. Een bloedrode monoliet in dit onwezenlijke woestijnlandschap. Je zou er ùren rondwandelen. Plots, aan de voet vinden we een waterreservoir! Het énige in de heel brede omgeving dat nooit uitdroogt. Je zou een berg voor minder heilig verklaren als je leven ervan afhangt in tijden van droogte. De gids bespreekt met ons de rotsschilderingen en plaatst dit alles in de Aboriginalcultuur. We komen diep onder de indruk van de ongelofelijke kennis en harmonie. Eén voorbeeld: Blanken hebben steeds geprobeerd brand in de woestijn te vermijden. Aboriginals wisten dat gecontroleerd afbranden na het regenseizoen nodig was, omdat bepaalde zaden maar ontkiemen na brand!
We kunnen ook vele vreemdsoortige reptielen fotograferen. Een wereld van onbeweeglijkheid en stilte.
Op onze ‘terug naar de natuurtocht’ slapen we natuurlijk buiten. In een ‘swag’. Dit is een soort impermeabele zak, met een kleine matras in, gebruikt door de ‘Outbackveteranen’. Je kunt er je slaapzak inleggen. We leggen de swag neer op het rode zand. Je waant je op de rode planeet Mars! Het is heerlijk onder de sterrenhemel te slapen. We leren het zuiderkruis te vinden, maar jammer genoeg kan niemand ons vertellen hoe je dan daaruit het zuiden kunt afleiden.
28 januari ’07
Yulara – Kata Tjuta – Kings Creek
Vier uur in de morgen: ‘Hello guys, wake up for the sunrise!’
In het donker opbreken, en nu naar Kata Tjuta. We zien de zon opkomen boven dit prachtige gebied, en wandelen de hele voormiddag in de ‘valley of the wind’, een indrukwekkend canyon, opgebouwd uit bloedrood conglomeraat. Zo’n machtige natuur
is zalf voor de ziel. Ook dit is een heilige plaats. We worden verder ondergedomeld in de prachtige harmonie van de Aboriginals: Aboriginal betekent ‘de mensen’. Mensen zijn één met de natuur. Je kunt een land niet bezitten, nee, je bent er een deel van. Je mag het in dit korte leven gebruiken om te overleven, niet méér dan nodig, en in vol respect, want het is een deel van jezelf. Het stuk land dat je mag gebruiken hangt af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel en water op dit gebied. In het zuiden van Australië leefden veel meer stammen kort op mekaar, omdat het er makkelijker overleven is dan hier in dit superhete, droge woestijngebied. Temeraturen van boven de 50°C zijn hier normaal, maar ook -10°C ’s nachts…
We brengen de nacht door te midden van de woestijn. Er is ons gezegd in primitieve omstandigheden: Een ‘bush shower’ en ‘bush toilet’. Ik stel me daar een put in de grond bij voor, waar je boven moet schijten, en een emmer water met een pot om over je hoofd te gieten. Niet waar in Australië. Tussen de struiken staat een heus toilet met spoelbak en WC papier incluis. Wat verder een douche, ook…zoals thuis. Ik vind het een beetje raar zoveel water te gebruiken in een gebied waar er zo’n waterschaarste is… Ik zeg tegen de gids dat ik dit bush-luxuary vind. Wat zouden Aboriginals daar in hùn cultuur over denken? Voor mij niet gelaten hoor, maar het bewijst wat Truganini getuigt: ‘Wij passen ons aan, aan de natuur. Blanken passen de natuur aan, en gebruiken hem als wegwerpvoorwerp. Tegen zo’n manier van denken kunnen wij niets beginnen.’
29 januari ’07
Kings Creek – Alice Springs
We vertrekken weer voor dag en dauw, om de lange wandeling in Kings Creek Canyon vòòr de grootste hitte te kunnen doen.
Dit prachtige canyon is een schoolvoorbeeld van winderosie. Geologische factoren en water hebben eeen diepe vallei uitgesleten. De wind heeft dit verder geërodeerd, zodat je je nu net in de ruïne van een verlaten stad waant! Je kunt de pracht van dit gebied niet onder woorden brengen. Het is genieten, genieten…
We zwemmmen in het machtige canyon. Is dit wel respectvol omgaan met zo’n heilige plaats, in een gebied waar drinkwater zò schaars is?
De aanpassing van planten blijft verbazen. De ene plant is al 400 jaar oud, omdat hij maar 1 cm per jaar groeit, terwijl de andere dan weer zijn eigen natuurlijke zonnecrème maakt!
Samen met de werkende Bromovulkaan en de onderwaterwereld behoort wat we in de voorbije dagen zagen tot het indrukwekkendste van onze reis.
Het is een lange weg terug naar Alice Springs, deels over onverharde wegen.
We wisselen van jeep, toevallig nét aan de rand van een Aboriginal nederzetting.
De mensen wonen in redelijke huisjes, maar zien er weer zo zielig uit. Uit de vele berichten aan de muur van het gemeenschapshuis kun je afleiden dat er hier een reuzegroot drug-en alkoholprobleem is, met bijhorende criminaliteit. Mensen sloffen volledig levensmoe, onverzorgd de supermarkt binnen, gerund door…een blanke. Slechts één bericht doet je denken aan de vroegere prachtige harmonie met de natuur: WARNING: Issues such as global warming, population growth and the depletion of natural resources are being ignored by the worlds leaders despite threatening the foundations of our existence on planet earth. There is a chronic lack of leadership. Pity your grandchildren.
Misschien krijg je ooit gelijk, Truganini: ooit spuwt de aarde jullie uit…?
30 januari ’07
Alice Springs – Coober Pedi (South Australia)
We vertrekken weer vroeg, voor de 750 km durende rit naar Coober Pedi, langs de Stuarthighway.
Het rode Marslandschap ontplooit zich in al zijn glorie. Het is bloedheet en zweten geblazen, zelfs met de ruiten open, omdat de jeep niet geklimatiseerd is. Toch veel liever zo, omdat je alles veel dieper ervaart. Je weet anders niet wat een rit in 50°C is, alle geuren dringen tot je door, je proeft het woestijnstof, je haar wappert in de wind… heerlijk!
Regelmatig passeren we een bordje:’Keep you alive!’ Je mag er inderdaad niet aan denken bij zo’n temperaturen een panne op te lopen en geen drinkwater bij te hebben! Geen streepje schaduw. Enkel de moordende zon.
De weg zindert in de hitte. Er is weinig verkeer. Regelmatig passeert ons een ‘road train’. Dit zijn reusachtige trucks, met 3 of 4 opliggers.
Een half uitgedroogde rivier is de oudste rivierbedding op onze planeet. Vormde samen met de Kongostroom en de Amazone op Gondwana ooit één riviersysteem.
We rijden de staat ‘South Australia’ binnen, en draaien weer een uur door. Je staat er niet bij stil in Europa, maar Australië is net als België een federatie met aparte staten, met grenscontrole en een eigen parlement en zo. Je mag weer geen voedingswaren over de grens brengen, omwille van de ziekteverspreiding.
Het landschap is grandioos, en blijft eindeloos variëren. Wat is dit een prachtig land, met ruimte, ruimte, ruimte…!
Langzaam wordt, naar het zuiden toe, de begroeiing nog schaarser. Het land is hier zò heet, dat mensen hun huizen uitgraven in de bodem, en intussen naar opaal zoeken. Ook wij slapen vanavond in zo’n ondergrondse ‘frisse’ruimte. Het is er zeker nog méér dan 25°C! Merkwaardig. Nog merkwaardiger is de ‘konijneafsluiting, die we wat verder paseren. Ze is ooit 9400 km lang geweest, , van west naar oost, en moest de konijnen uit N Australië tegenhouden. Ze hadden geen natuurlijke vijanden in dit nieuwe continent, zodat ze zich ongebreideld konden voortplanten en een ware plaag werden!
Tijdens de rit is er wat tijd om ons verder te verdiepen in het probleem van de aboriginals, dat ons blijft intrigeren. We lezen bij over het probleem en hebben geluk met de chauffeur. Hij heeft zich verdiept in leven en cultuur van die mensen en neemt geen blad voor de mond.
Terwijl we door dit hete landschap rijden denk ik aan Dirk. De slaplantjes zijn gearriveerd. Dit is niet zomaar een gebeurtenis, nee, het is het eerste teken van de naderende lente thuis. Een ritueel, gevolgd door een kleine onuitgesproken straatwedstrijdje: om ter eerst sla.Elk jaar steevast gewonnen door… Dik of Arnold. Je mist het.
31 januari ’07
Kuber Peedi – Adelaïde
Kuber Peedi kan ons niet echt bekoren, wel het landschap errond. Net als op de maan, oa door de opaalontginning.
Het bizarre landschap schuift verder. Rood, rood, rood.
Plots zien we een staalblauw meer, omgeven door een witte rand: een zoutmeer.
Vroeger dacht men dat er een grote binnenzee in het centrum van Australië moést zijn, omdat de meeste rivieren richting binnenland stromen. Achteraf heeft men ontdekt dat ze na enkele duizenden kilometers uitgedroogd zijn, of in vele aparte zoutmeren uitmonden.
We passeren een ‘verboden’ gebied, de grootte van Oostenrijk. Het is voor 2 miljoen jaar onbewoonbaar, omdat Britten en Amerikanen er kernbommen lieten ontploffen. Spijtig genoeg leefden er dan ook nog Aboriginals in dit gebied, maar ja, meneer, ze konden niet worden opgespoord omdat ze geen vaste woonplaats hadden. Officieel waren er geen slachtoffers. De Ab bevolking weet dat er duizenden mensen ziek werden en stierven. Ook nu is er nog niets opgeruimd, en komt er nog steeds radioactiviteit vrij…Dit betekent, dat als de Neanderthalers zo’n proeven zouden gedaan hebben, dit nu nog steeds radioactief zou zijn! Waarmee zijn we eigenlijk bezig?
Als we de kust naderen wordt de hitte weer draaglijk maar het landschap heeft hier heel wat minder te bieden. Rond 19 h rijden we doodmoe Adelaide binnen.
We belanden in de Backpackers Oz. Net op woensdag kun je hier aanschuiven voor een gratis barbecue. Dat is kunnen passen. We raken in gesprek met een Duits student.
-Waarom reizen zoveel Duitsers in Australië?
-Het is bij ons een echte hype geworden. Als je 18 bent mòet je precies naar Australië, vòòr de aanvang van je studies. Je kunt er werken, dus selfsupporting reizen, en ook je Engels leren. Maar het is wel een beetje een mythe.
-Hoezo?
-Je moet al 1 000€ vliegticket en 700€ verzekering ophoesten. Als je hier dan toekomt is het niet zo gemakkelijk werk te vinden, en als je dan eindelijk iets vindt is het vaak slecht betaald, in de fruitpluk of schoonmaak of zo. Je kunt in dit peperdure land met zo’n laag loon niet eens in je eigen levensonderhoud voorzien. En als je dan nog wat wil reizen…Je moet voortdurend spaarcenten bijpassen!
Vrienden van me leenden geld voor hun ticket, en dachten het hier terug te verdienen. Ze zitten goed in de puree.
En, wat het Engels betreft, ik praatte hier al veel meer Duits dan Engels. Het stikt van de Duitse jongeren. Je belandt hier gewoon weer in je eigen wereld.
-Waarom maak je de oversteek niet naar Indonesië als je wat verdiend hebt? Het is maar enkele honderden kilometers ver, zelfs dichter dan Darwin?
Ik krijg een twijfelachtige blik. Dit is duidelijk een brug te ver voor deze 18-jarige jongen. Begrijpelijk ook.
1 februari ’07
Adelaide – Halls Gap (Victoria)
Een nieuwe tour brengt ons in drie dagen naar Melbourne.
Eerst het national park van de Grampians. De Mc Kenziefalls zijn niet erg overtuigend. De uitzichtspunten evenmin. Misschien omdat je van de Himalaya komt? Ook omdat je overal naartoe gevoerd wordt. De very big and steep walk kun je in een half uur en in een rolstoel afleggen. Nogal boaring naar onze normen.
’s Avonds zoeken we een ‘kangoeroespot’. De dieren komen grazen. Als je voorzichtig bent kun je ze tot op enkele meters naderen. Echt fascinerend om te zien hoe een jong in de buidel gezoogd wordt, hoe ze spelen of vechten met mekaar…
2 februari ’07
Halls Gap – Killamey - Port Campbell
Het cultureel centrum van de Aboriginals is de moeite! Het is de eerst maal dat het probleem écht getoond wordt zoals het is!
Je wordt er stil van. Het onrecht aan die mensen aangedaan is niet onder woorden te brengen. We beginnen het nu een beetje te snappen. Van het klein miljoen Aboriginals is nu nog een 200 000 over. Je krijgt het bloed in je mond bij de fototentoonstelling en de vele moordpartijen. Toen uitroeiing niet lukte is een apartheispolitiek gevoerd met verplichte vestiging in nederzettingen. Ook dit was geen groot succes. De volgende stap was ‘volledige integratie’. Dit ging zo: Op een dag stopte een auto in het dorp, en werden alle kinderen door de politie opgeladen. Ze werden voor ‘heropvoeding’ in een missietehuis of pleeggezin geplaatst vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Dit werd toegepast tot in de ‘70er jaren! Ook nu zoeken nog veel ouders naar hun kinderen.
In de jaren ’90 pas kwam de kentering. De Ab cultuur werd erkend, en ook burgerrechten en stemrecht werden toegekend. De gevraagde officiële verontschuldiging voor wat is gebeurd blijft wel nog steeds uit.
Toch heeft de regering de laatste jaren geprobeerd vroegere fouten weer goed te maken door autonomie te verlenen voor grote gebieden en schadevergoeding uit te betalen. De opbrengst uit de mijngebieden stroomt nu ook gedeeltelijk terug naar de Aboriginalgemeenschap. Toch leven de Aboriginals nog steeds op een manier die niet de hunne is, op de slechtste plaatsen in Australië. Aan de kusten kom je ze bijna niet tegen. Die trieste blik laat je nooit meer los.
Maar er is een revival bezig in vele gemeeschappen. De meeste mensen willen niet meer met hun speer gaan jagen, maar willen een integratie van de eigen cultuur in een evoluerende samenleving in respect voor de eigen gewoontes.
In realiteit leven de meeste Ab van een uitkering, volledig ontheemd, met alle problemen vandien. Je kunt het vergelijken met de situatie van onze Allochtone jongeren, die ook allerlei problemen veroorzaken omdat ze geen toekomst zien. Hier is het nog erger, omdat het hun éigen land was.
Ja, blanken passen zich overal aan…Ik ben beschaamd een blanke te zijn als ik zie wat er hier is gebeurd, en nog beschaamder in een land te wonen waar de grootste partij zo’n lulkoek verkoopt…
Op de hoogste top in the Grampians is een aandenken geplaatst aan ‘Mc Dendienen..’, die in 1830 de top bedwong. Hoe belachelijk, als je weet dat Aboriginals, die toch à propos òòk Australiërs zijn hier al 50 000 jaar komen. Het moet er toch eens uit. Met onze gids heb ik het volgende gesprek aan tafel:
-Jullie komen uit België, Europa?
-Yes, yes.
-Wat vind je het grootste verschil met Australië?
-Het gebrek aan geschiedenis. Alles is rechtijnig, nieuw.
-Ja, wij zijn een heel jong land.
-Pardon, jullie hebben hier de oudste beschaving van onze planeet, en ook geologisch is dit continent het vroegst van de anderen weggedreven. Maar je moet het willen zien.
-Hoezo?
-Wel, het stoort me een beetje dat jullie geschiedenis begint met de ‘blanke pioniers’ die jullie zò vereren. Waarom kun je niet op een bergtop plaatsen dat vòòr de eerst Europeaan in 1830 daar al 50 000 jaar Aboriginals kwamen? Waarom negeren jullie dit? Het is toch de geschiedenis van jullie land? Aboriginals zijn toch ook Australiërs?
Het wordt muisstil aan tafel…
-Yèh, yèh,…
Na de middag komen we op ‘the great oceanroad’. Een schitterende falaisekust.
We stoppen op de meest schilderachtige plaatsen. Oa ‘Martyr Bay’. Eén van de vele plaatsen waar honderden Aboriginalpeople neergeschoten werden, of in zee geduwd. Gewoon om ervanaf te zijn… Weer vermeldt een plakkaatje wie hier eerst in de baai per schip toekwam. Geen enkel plaatje herinnert aan de vele slachtoffers…
3 februari
Port Campbell nat park – Otway nat park – Bells beach – Melbourne
Vandaag twee andere delen van de kust: de groene kust en de surfkust. Een stukje gematigd regenwoud doet ons plots een heel stuk meer nog het tropisch regenwoud uit Maleisië apreciëren!
Samen met de kleurrijke tropische vogels zijn koalaberen in de Eucaliptusbomen een speciale attractie…
Heel mooi, maar zeker niet zo overtuigend als het binneland. Voor ons is dit het echte Australië!
4 februari ’07
Melbourne
Een bruisend moderne stad, maar toch niet echt ons ding. Missen we het swingende van een Aziatische stad?
Vanaf de haven van Melbourne vertrekken de ferry’s naar Tasmanië. We kijken uit over het water. Truganini…
Melbourne is de verste plaats op onze reis. Morgen beginnen we eigenlijk aan onze 5 maand durende terugkeer. Een raar gevoel
Wellicht gaan we nooit meer zo ver weg van ons geliefde Europa.
Als we hier héél ver dòòr de aarde konden kijken zagen we nu de schoenzolen van onze vrienden en familie, hangend aan de aarde. En…voor ons is het nu zondagmorgen 8 h, Voor hen zaterdagavond 22 h!
5 februari ’07
Melbourne – Bangkok
Gekukkig is het vandaag maandag, en kunnen we een in een bureau van Thai air ons ticket naar Varanasi checken. Het is in orde. Joepie!!! Dus toch. Overmorgen vliegen we terug naar onze auto. Hoe zou het met Hira zijn?
We nemen de skybus naar de luchthaven. Check in:
-Geen fuel of gas mee?
-Oei. Er zit nog een restje benzine in onze MSR fles…
-We nemen hem in beslag…
-Momentje!! Ik raak wel van die paar druppels benzine af.
-We mogen het niet meer ruiken.
Ook na uitspoelen met zeep enz mogen we de fles niet meenemen. Ik maak me goed kwaad en smijt hem in de handbagage.
We bedenken een list. Christine spoelt de fles nog vele malen uit, tot hij naar zeep ruikt. De plastieken pomp blijft naar bezine ruiken, maar steken we in een plastiek zakje bij de computer. Gaat makkelijk door de elektronisch scanning. De aluminium fles wordt gededecteerd en bekeken. OK.
Maar na de scanning worden we uitgepikt. Ze zijn verwittigd, natuurlijk! Alles wordt gecontroleerd op ‘explosifs’ zogezegd. De man is verwonderd. Nee, de fles ruikt niet. Computervalies open. Kijkt òver het zakje met de pomp. We glimlachen als engeltjes. Natuurlijk hebben we geen explosieven, sir…
Ja, douaneformaliteiten kunnen soms spannend zijn.
De vlucht naar Bangkok duurt 9 uur, waarvan 4 uur boven Australië om de
4 000 km te overbruggen die wij overland aflegden. Een wit lint slingert zich door die prachtige rode woestijn: de Stuarthighway. We zien nog veel meer: zoutmeren, witte zandvlaktes, rivierbeddingen, en rood, rood, rood…Je wil hier direct terug komen, het binneland verder doorkruisen. Wat we hier konden bewonderen behoort tot het mooiste van deze reis!
Plots zien we het vliegveld van Darwin, waar we toekwamen. De kustlijn erachter. Net een landkaart van op 13 000 m hoogte.
Good Buye, Australia…!
We zijn dankbaar voor het toeval dat ons in dit continent bracht. We starten in de stad, genoemd naar de vader van de evolutieleer. Een trendsetter voor ons! De geologie en evolutie van onze prachtige blauwe planeet konden we bewonderen in de extremen van dit continent. Het permanent evolueren, veranderen van de aarde en zijn levensvormen. Als op geen enkele andere plaats op aarde ondervinden de Aussies wat opwarming van de aarde betekent. Het is hier al enkele jaren extreem droog door het stijgende broeikaseffect. Australiërs zijn daardoor méér milieubewust dan de doorsnee Europeaan: De kranten staan er bol van.
We hebben ze ervaren als vriendelijke, rustige en behulpzame mensen, nogal opgesloten in hun eigen wereld: ‘we and the UK’. De geschiedenis begint met Captain Cook. Andere talen? Nog wel van gehoord, ja.
De blanken hebben van dit land een modern land gemaakt. De helft van Azië wil hier direct komen wonen! Zouden de Europeanen Australië niet ontdekt hebben, dan waren het de Chinezen of Japanners die de Aboriginals in de moderne tijd brachten.
Hoe pijnlijk dit verlopen is kun je hier zien. Een volk bijna uitroeien en zijn waardigheid afnemen is het ergste wat je iemand kunt aandoen. Dit verdriet van de Aboriginals is veel erger dan de armoede van Hira, die maar kan dromen van hun uitkering. Die blik laat je nooit meer los: dit land is ondergedompeld in hun tranen…
Toch is de toekomst hoopvol: er is een kentering: erkenning van hun unieke cultuur als oudste beschaving van de wereld.
Truganini, voor jouw Tasmaanse volk is het te laat gekomen, maar door je indrukwekkend getuigenis leef je verder in vele harten. Het Aboriginalgedachtengoed wordt oa door jou in de toekomst vast veel meer een deel van de Australische cultuur en geschiedenis en ook van het werelderfgoed. Misschien zullen we een stukje van jullie harmonie met de natuur hard nodig hebben om onze planeet morgen leefbaar te houden.
6 februari ’07
Bangkok
Omdat we met een tijdsverschil van 4 uur in de kleren zitten, zijn we al wakker om 4h ’s ochtends. Nogal op tijd voor ons Iraans visum dus, dat we direct meekrijgen. Alhoewel:
-Je kunt hier de visa niet betalen, je moet dit overschrijven in de ank, en de overschrijving meebrengen, morgen
-Morgen? Je zei ons in december dat we het direct meekregen?
-Nee, pas morgen.
-Maar dat kan niet, we vliegen morgenochtend naar India!
-ja, ja…, en dan na wat aarzelen:
-kom vanmiddag terug.
Oef. We hebben weer dat kleine tikkeltje geluk gehad, elke dag broodnodig op zo’n reis…
Yesss!!! Alle papieren en ticketten zijn nu in orde tot thuis! Als we heelhuids thuisraken gaan we wel een héle dikke kaars branden in de Rue St-Jacques…
7 februari
Bangkok – Varanasi ( India)
Met een paar uur vertraging door de mist landen we in Varanasi. Het is hier uitzonderlijk koud en mistig. Je waant je in België in de herfst!
Na de vlotte grensformaliteiten en een korte taxirit staat daar warempel… een peugeot boxer met Belgische nummerplaat, in de volksmond ook wel kameleon genoemd. En nog wel volledig in orde ook! Het is precies een beetje thuiskomen: de drukte op straat, getoeter, en mensen, mensen…India heeft een speciale aantrekkingskracht. We voelen ons gelukkig hier terug te zijn.
Hoe zou het met Hira zijn?
23 januari ‘07
Het kleine tweemotorig toestelletje van Merpati bonkt op de landingsbaan van Darwin! We remmen hard af. Welcome to Australia!
De grensformaliteiten zijn snel afgehandeld, het elektronisch visum is in orde.
De grenscontrole is zeer streng. De bagage wordt volledig ingescand en uitgehaald. Je mag geen voedingswaren overbrengen, zelfs geen koffie!
Oei. we hebben een ananas bij in mìjn rugzak. De zak van Christine wordt helemaal uitgehaald, maar gelukkig de mijne niet, anders zaten we in deep trouble, want hier wordt niet gelachen!
Met de airportshuttle raken we vlot in het centrum. Wat is alles hier netjes en goed georganiseerd! Het is wennen, na het chaotische Indonesia.
We nemen een goedkope kamer in het jouthhostel ‘Youth Shack’.
Wat een mooie kamer. Naar Europese normen écht geen luxe, maar voor ons…!
Er is hier zelfs een klein zwembad, en internet, en een mooie keuken! So, to the supermarket for selfcooking!
Je loopt verdwaasd tussen al die luxe! En dit op een uurtje vliegen van Timor. Niet te geloven. Het is net als thuis.
Ik denk voortdurend: ‘nè, der zijn hier nog toeristen’. Maar, het is natuurlijk de blanke Australische bevolking. Wat raar.
Vooral de enorme energieverspilling stoot tegen de borst: klimatisering met de deur wagewijd open, lichten blijven maar branden…Als ze enkele honderden kilometers hiervandaan maar een fractie van dìe energie zouden hebben…Het is onwezenlijk, en toch, het is je eigen wereld waar je binnenkomt.
We bellen met skype direct naar huis en naar onze ouders. Het doet deugd iedereen te horen!
24 januari ’07
Darwin
Omdat onze tijd hier in Australië nogal beperkt is moeten we vandaag snel handelen en zo vlug mogelijk onze reis naar Melbourne plannen. Een auto huren schijnt hier relatief goedkoop te zijn. Ik vraag dit na op de hotelreceptie maar de prijzen vallen helemaal niet mee. Het kost ons zeker 1 000 € aan huurprijs voor een week. Brandstof en verzekering komen er dan nog bij, om de 3 000 km naar Melbourne te overbruggen, en dan heb je in het binnenland nog niets gezien. We onderzoeken andere mogelijkheden. De trein is nog duurder. Wanneer we dan besluiten toch een wagen te huren blijken er nergens beschikbaar, omdat het hier nog zomervakantie is.
Bus en vliegtuig zijn ongeveer even duur. Een ticket naar Alice Springs kost 200 Austr Dollar (=125 €) We willen wel over land reizen…We raken er niet uit.
In het youth hostel zijn we echt met ons gat in de boter gevallen. Niets is teveel om ons te helpen, en dat is nodig, omdat ieder land zijn eigen systeem heeft. Openbaar vervoer is hier vaak veel duurder dan een excursie met jeep. Raar maar waar.We bekijken een aantal brochures, en merken dat we goedkoper in Melbourne raken, als we een aantal woestijntochten aan mekaar koppelen. We maken het volgend schema:
-Eerst met de local bus naar Palmerston, 15 km verder. Het is dan nog 1500 km naar Alice Springs, zodat we een 1 500 km pas kunnen nemen voor het openbaar vervoer
-Daarna de lijnbus naar Alice Springs: een dag en een nachtje bussen
-We komen echter te laat om daar nog te vertrekken, maar de volgende morgen nemen we een driedaagse woestijnexcursie in de central desert.
-Aansluitend een tweedaagse excursie: vertrek Alice Springs, drop off in Adelaïde
-De volgende dag een driedaagse trip tot Melbourne.
-We hebben dan nog één dag over om Melbourne te bezoeken voor we terugvliegen naar Bangkok!
Het is een wonder dat alles zo haarfijn in elkaar past, omdat die excursies op vaste dagen vertrekken!
We boeken alles, eten en hostals inbegrepen. Voor ons beiden ongeveer 1 000€.
Australië is een peperduur land! We zouden het hier niet lang uithouden met mijn uitkering.
In een halve dag is alles geregeld. We hebben nog wat tijd om Darwin te bezoeken. Eerst naar het gemeentemuseum. Het valt wat tegen, maar geeft toch een mooi beeld van de flora en fauna in de Northern Territories. De zoetwaterkrokodil kom je maar best niet tegen. Brrr, wat een kanjer! Evenmin de 3 soorten jellyfish.(kwallen) Hun netelcellen zijn dodelijk!
Een andere afdeling geeft de geologische geschiedenis en de evolutie van het leven van Australië weer. Natuurlijk, want de stad is genoemd door zijn ontdekker (de kapitein van de Beagle apropos), naar de vader van de evoutieleer, Charles Darwin.
Eerst vormde Australië samen met de andere continenten één oercontinent Pangea. Daarna splitste Gondwana(=Antarctica en Australië) zich af van Pangea. Tenslotte begon Australië aan zijn eigen, eigenzinige zwerftocht; waardoor het leven hier op een totaal andere manier evolueerde. Biologisch kun je dit ook makkelijk aantonen: op de tijdschaal zie je de verdere evolutie van het dierenrijk. En dan komt de mens. Uit Afrika. Via Thailand, Maleisië en de Indonesische eilanden: Java, Bali, Lombok, Sumbawa, Flores, en Timor tot hier.
We volgden dezelfde eeuwenoude route, 50 000 jaar later. Ontroerend.
Via de kustwandelroute komen we terug in het centrum van Darwin. De zee is niet echt mooi, zeker na Indonesië, en met de jellyfish moet je er niet aan denken te zwemmen…
25 januari ’07
Darwin – Katherin – Tennant Creek
De busrit dwars door de ‘Outback’ is prachtig. Eén van de dunst bevolkte en onherbergzaamste gebieden van de wereld. De weg boort zich door een gebied dat schaars bebost is, en waar de grassen nu in het regenseizoen volop groen staan. De aarde is donkerrood. We rijden de ziel van Australië binnen. Een heel ander Australië. Waar we stoppen wemelt het van de Aboriginals. Blanken zijn hier in de minderheid. Maar, vele Aboriginals zijn er slecht aan toe! Het zijn clochards. Ze hangen rond, onverzorgd. Sommigen zijn dronken. Iemand komt naar ons toe: Heb je 5 dollar? We weten dat ziektes, alcoholisme en werkloosheid hoog zijn onder de oorspronkelijke bevolking van dit continent, en dat merk je nu op straat. Deze mensen zijn volledig ontheemd. Het is een trieste aanblik.
Vandaag rijden we onder de zon door. Op 21/12 stond de zon loodrecht boven de steenbokskeerkring, dit is op 23°ZB, of net de ligging van Alice Springs. De zon schuift nu langzaam op, richting evenaar, waar hij loodrecht boven zal staan op 21/3. Je kunt dus makkelijk uitrekenen dat de zon vandaag loodrecht boven de breedtelijn van 14° ZB zit. Dit is iets ten zuiden van Katherin. We stoppen er net om 12.30 h. Ik neem een foto van een loodrechte paal in de zon, zònder schaduw ernaast. Verbluffend! We staan loodrecht onder de zon. Tot hier toe zat de zon ’s middags in het zuiden. Vanaf nu in het noorden! En je merkt het heel goed omdat we pal zuid rijden op de bus: na een halfuur zie je dat de verkeersborden weer een kleine schaduw geven, maar nu aan de zuidkant. Het is een prachtervaring dit met je eigen oogjes te mogen zien! Men wist reeds in de oudheid, dat als je maar ver genoeg langs de Nijl zuidwaarts trok, er een moment op het jaar was dat er géén schaduw meer was. De verklaring voor dit fenomeen van de sterrekundigen in die tijd is jammer genoeg verloren gegaan in de grote brand van de bibliotheek van Alexandrië. We hebben nog duizenden jaren moeten wachten op Galileï, en vooral de wetten van Keppler om een volledig inzicht te verkrijgen in de interne beweging van ons zonnestelsel…
Het is verder genieten. De begroeiing wordt schaarser. De zon zakt langzaam onder de horizon en zet het landschap in het westen in een vuurrode gloed… De eerste sterren…Het landschap schuift verder onder de twinkling stars.
26 januari ’07
Tennant Creek – Aileron – Alice Springs
De bus stopt regelmatig om post in de omgeving te verdelen. We moeten er dan iedere keer uit, waardoor je niet kunt doorslapen.
De chauffeur krijgt het tijdschema door de vele postpaketten bijna niet rond. Stress! Hij wordt kwaad omdat het nog 10 seconden duurt om iets uit mijn rugzak te halen. Het is vreemd, na slowly slowly Azië. Zo’n nachtje bussen kruipt toch echt wel in de kleren., maar de zonsopgang boven het ruwe Australische binnenland is zò adembenemend dat je dit snel vergeet.
‘Just in time’ in Alice Springs, om 9h.
We nemen een kamer in Annie’s place, een backpackers hostal. Er is een klein zwembad. Het doet deugd bij méér dan 40°C.
We nemen het voor de rest van de dag op ’t gemak: wat lezen, foto’s klasseren, verslag schrijven, zwemmen en eens een goede maaltijd klaarmaken zoals thuis: gebakken vis met aardappelpuree en bloemkool.
Ook hier maken Aboriginals een triestige indruk. We vragen ons af waarom. Hun blik is levensloos…Op blote voeten lopen ze de geklimatiseerde supermarkt binnen, precies recht uit de bush. Zielig.
27 januari ’07
Alice Springs – Eridunda – Yulara – Uluru
Vertrek om 6 h, in zuidelijke richting op de Stuart Highway. De tour waarvoor we boekten gaat niet door, maar het youth hostal waar we logeren heeft een overeenkomst met een andere maatschappij, om ons erbij te nemen. Alleen, de tour kost net het dubbel! Gelukkig niet bij te passen door ons. Het is zo’n beetje de ‘betere tour’, a la ‘back to nature’ en ‘small groups are beautiful’.
Voor ons niet gelaten.
Het is een lange rit naar het nationaal park, maar het steekt geen moment tegen: adembenemend mooi! De rode okerkleurige bodem en de staalblauwe lucht, gecombineerd met de prachtige plantengroei zouden Van Gogh een delirium bezorgd hebben. De gids vertelt dat we ‘lucky ones’ zijn: vorige week, viel hier de neerslag van een heel jaar, wat niet normaal is voor het hete zomerseizoen, waar we nu middenin zitten. De woestijn reageert daar direct op: zaden ontkiemen vliegensvlug, en andere planten komen in enkele dagen tot bloei. Het is hier dus net lente, in…de zomer!
Onze eerste stopplaats in het Uluru National Park is het infocentrum ivm de Aboriginals. We willen er graag meer over weten, want wat we tot nog toe zagen klopt niet met de vele boeken die we lazen thuis over de Aboriginalcultuur. We hebben veel sympathie voor die manier van leven, in complete harmonie met de natuur.
In het infocentrum wordt dit ook uitgelegd.
Het beheer van het nationaal park is een samenwerking tussen de ‘zwarte’ traditionele kennis en de ‘witte’ wetenschappelijke kennis
Het is allemaal prachtig, maar we zìen hier geen Aboriginals?? Zelfs aan de balie of de souvenirshop niet.
Uitleg van de gids: Aboriginals hebben niet de cultuur om je ‘aan te kijken’. Iemand aankijken getuigt van heel weinig respect voor de persoon. Ze kunnen in deze jobs dus ook niet ingezet worden. Hum. Ik denk er het mijne van.
We wandelen rond de ‘heilige Uluru monoliet’. Uit respect voor dit heilige der heiligen vragen Aboriginals de rots niet te beklimmen, wat we dan ook niet doen.
Uluru zelf is schitterend. Een bloedrode monoliet in dit onwezenlijke woestijnlandschap. Je zou er ùren rondwandelen. Plots, aan de voet vinden we een waterreservoir! Het énige in de heel brede omgeving dat nooit uitdroogt. Je zou een berg voor minder heilig verklaren als je leven ervan afhangt in tijden van droogte. De gids bespreekt met ons de rotsschilderingen en plaatst dit alles in de Aboriginalcultuur. We komen diep onder de indruk van de ongelofelijke kennis en harmonie. Eén voorbeeld: Blanken hebben steeds geprobeerd brand in de woestijn te vermijden. Aboriginals wisten dat gecontroleerd afbranden na het regenseizoen nodig was, omdat bepaalde zaden maar ontkiemen na brand!
We kunnen ook vele vreemdsoortige reptielen fotograferen. Een wereld van onbeweeglijkheid en stilte.
Op onze ‘terug naar de natuurtocht’ slapen we natuurlijk buiten. In een ‘swag’. Dit is een soort impermeabele zak, met een kleine matras in, gebruikt door de ‘Outbackveteranen’. Je kunt er je slaapzak inleggen. We leggen de swag neer op het rode zand. Je waant je op de rode planeet Mars! Het is heerlijk onder de sterrenhemel te slapen. We leren het zuiderkruis te vinden, maar jammer genoeg kan niemand ons vertellen hoe je dan daaruit het zuiden kunt afleiden.
28 januari ’07
Yulara – Kata Tjuta – Kings Creek
Vier uur in de morgen: ‘Hello guys, wake up for the sunrise!’
In het donker opbreken, en nu naar Kata Tjuta. We zien de zon opkomen boven dit prachtige gebied, en wandelen de hele voormiddag in de ‘valley of the wind’, een indrukwekkend canyon, opgebouwd uit bloedrood conglomeraat. Zo’n machtige natuur
is zalf voor de ziel. Ook dit is een heilige plaats. We worden verder ondergedomeld in de prachtige harmonie van de Aboriginals: Aboriginal betekent ‘de mensen’. Mensen zijn één met de natuur. Je kunt een land niet bezitten, nee, je bent er een deel van. Je mag het in dit korte leven gebruiken om te overleven, niet méér dan nodig, en in vol respect, want het is een deel van jezelf. Het stuk land dat je mag gebruiken hangt af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel en water op dit gebied. In het zuiden van Australië leefden veel meer stammen kort op mekaar, omdat het er makkelijker overleven is dan hier in dit superhete, droge woestijngebied. Temeraturen van boven de 50°C zijn hier normaal, maar ook -10°C ’s nachts…
We brengen de nacht door te midden van de woestijn. Er is ons gezegd in primitieve omstandigheden: Een ‘bush shower’ en ‘bush toilet’. Ik stel me daar een put in de grond bij voor, waar je boven moet schijten, en een emmer water met een pot om over je hoofd te gieten. Niet waar in Australië. Tussen de struiken staat een heus toilet met spoelbak en WC papier incluis. Wat verder een douche, ook…zoals thuis. Ik vind het een beetje raar zoveel water te gebruiken in een gebied waar er zo’n waterschaarste is… Ik zeg tegen de gids dat ik dit bush-luxuary vind. Wat zouden Aboriginals daar in hùn cultuur over denken? Voor mij niet gelaten hoor, maar het bewijst wat Truganini getuigt: ‘Wij passen ons aan, aan de natuur. Blanken passen de natuur aan, en gebruiken hem als wegwerpvoorwerp. Tegen zo’n manier van denken kunnen wij niets beginnen.’
29 januari ’07
Kings Creek – Alice Springs
We vertrekken weer voor dag en dauw, om de lange wandeling in Kings Creek Canyon vòòr de grootste hitte te kunnen doen.
Dit prachtige canyon is een schoolvoorbeeld van winderosie. Geologische factoren en water hebben eeen diepe vallei uitgesleten. De wind heeft dit verder geërodeerd, zodat je je nu net in de ruïne van een verlaten stad waant! Je kunt de pracht van dit gebied niet onder woorden brengen. Het is genieten, genieten…
We zwemmmen in het machtige canyon. Is dit wel respectvol omgaan met zo’n heilige plaats, in een gebied waar drinkwater zò schaars is?
De aanpassing van planten blijft verbazen. De ene plant is al 400 jaar oud, omdat hij maar 1 cm per jaar groeit, terwijl de andere dan weer zijn eigen natuurlijke zonnecrème maakt!
Samen met de werkende Bromovulkaan en de onderwaterwereld behoort wat we in de voorbije dagen zagen tot het indrukwekkendste van onze reis.
Het is een lange weg terug naar Alice Springs, deels over onverharde wegen.
We wisselen van jeep, toevallig nét aan de rand van een Aboriginal nederzetting.
De mensen wonen in redelijke huisjes, maar zien er weer zo zielig uit. Uit de vele berichten aan de muur van het gemeenschapshuis kun je afleiden dat er hier een reuzegroot drug-en alkoholprobleem is, met bijhorende criminaliteit. Mensen sloffen volledig levensmoe, onverzorgd de supermarkt binnen, gerund door…een blanke. Slechts één bericht doet je denken aan de vroegere prachtige harmonie met de natuur: WARNING: Issues such as global warming, population growth and the depletion of natural resources are being ignored by the worlds leaders despite threatening the foundations of our existence on planet earth. There is a chronic lack of leadership. Pity your grandchildren.
Misschien krijg je ooit gelijk, Truganini: ooit spuwt de aarde jullie uit…?
30 januari ’07
Alice Springs – Coober Pedi (South Australia)
We vertrekken weer vroeg, voor de 750 km durende rit naar Coober Pedi, langs de Stuarthighway.
Het rode Marslandschap ontplooit zich in al zijn glorie. Het is bloedheet en zweten geblazen, zelfs met de ruiten open, omdat de jeep niet geklimatiseerd is. Toch veel liever zo, omdat je alles veel dieper ervaart. Je weet anders niet wat een rit in 50°C is, alle geuren dringen tot je door, je proeft het woestijnstof, je haar wappert in de wind… heerlijk!
Regelmatig passeren we een bordje:’Keep you alive!’ Je mag er inderdaad niet aan denken bij zo’n temperaturen een panne op te lopen en geen drinkwater bij te hebben! Geen streepje schaduw. Enkel de moordende zon.
De weg zindert in de hitte. Er is weinig verkeer. Regelmatig passeert ons een ‘road train’. Dit zijn reusachtige trucks, met 3 of 4 opliggers.
Een half uitgedroogde rivier is de oudste rivierbedding op onze planeet. Vormde samen met de Kongostroom en de Amazone op Gondwana ooit één riviersysteem.
We rijden de staat ‘South Australia’ binnen, en draaien weer een uur door. Je staat er niet bij stil in Europa, maar Australië is net als België een federatie met aparte staten, met grenscontrole en een eigen parlement en zo. Je mag weer geen voedingswaren over de grens brengen, omwille van de ziekteverspreiding.
Het landschap is grandioos, en blijft eindeloos variëren. Wat is dit een prachtig land, met ruimte, ruimte, ruimte…!
Langzaam wordt, naar het zuiden toe, de begroeiing nog schaarser. Het land is hier zò heet, dat mensen hun huizen uitgraven in de bodem, en intussen naar opaal zoeken. Ook wij slapen vanavond in zo’n ondergrondse ‘frisse’ruimte. Het is er zeker nog méér dan 25°C! Merkwaardig. Nog merkwaardiger is de ‘konijneafsluiting, die we wat verder paseren. Ze is ooit 9400 km lang geweest, , van west naar oost, en moest de konijnen uit N Australië tegenhouden. Ze hadden geen natuurlijke vijanden in dit nieuwe continent, zodat ze zich ongebreideld konden voortplanten en een ware plaag werden!
Tijdens de rit is er wat tijd om ons verder te verdiepen in het probleem van de aboriginals, dat ons blijft intrigeren. We lezen bij over het probleem en hebben geluk met de chauffeur. Hij heeft zich verdiept in leven en cultuur van die mensen en neemt geen blad voor de mond.
Terwijl we door dit hete landschap rijden denk ik aan Dirk. De slaplantjes zijn gearriveerd. Dit is niet zomaar een gebeurtenis, nee, het is het eerste teken van de naderende lente thuis. Een ritueel, gevolgd door een kleine onuitgesproken straatwedstrijdje: om ter eerst sla.Elk jaar steevast gewonnen door… Dik of Arnold. Je mist het.
31 januari ’07
Kuber Peedi – Adelaïde
Kuber Peedi kan ons niet echt bekoren, wel het landschap errond. Net als op de maan, oa door de opaalontginning.
Het bizarre landschap schuift verder. Rood, rood, rood.
Plots zien we een staalblauw meer, omgeven door een witte rand: een zoutmeer.
Vroeger dacht men dat er een grote binnenzee in het centrum van Australië moést zijn, omdat de meeste rivieren richting binnenland stromen. Achteraf heeft men ontdekt dat ze na enkele duizenden kilometers uitgedroogd zijn, of in vele aparte zoutmeren uitmonden.
We passeren een ‘verboden’ gebied, de grootte van Oostenrijk. Het is voor 2 miljoen jaar onbewoonbaar, omdat Britten en Amerikanen er kernbommen lieten ontploffen. Spijtig genoeg leefden er dan ook nog Aboriginals in dit gebied, maar ja, meneer, ze konden niet worden opgespoord omdat ze geen vaste woonplaats hadden. Officieel waren er geen slachtoffers. De Ab bevolking weet dat er duizenden mensen ziek werden en stierven. Ook nu is er nog niets opgeruimd, en komt er nog steeds radioactiviteit vrij…Dit betekent, dat als de Neanderthalers zo’n proeven zouden gedaan hebben, dit nu nog steeds radioactief zou zijn! Waarmee zijn we eigenlijk bezig?
Als we de kust naderen wordt de hitte weer draaglijk maar het landschap heeft hier heel wat minder te bieden. Rond 19 h rijden we doodmoe Adelaide binnen.
We belanden in de Backpackers Oz. Net op woensdag kun je hier aanschuiven voor een gratis barbecue. Dat is kunnen passen. We raken in gesprek met een Duits student.
-Waarom reizen zoveel Duitsers in Australië?
-Het is bij ons een echte hype geworden. Als je 18 bent mòet je precies naar Australië, vòòr de aanvang van je studies. Je kunt er werken, dus selfsupporting reizen, en ook je Engels leren. Maar het is wel een beetje een mythe.
-Hoezo?
-Je moet al 1 000€ vliegticket en 700€ verzekering ophoesten. Als je hier dan toekomt is het niet zo gemakkelijk werk te vinden, en als je dan eindelijk iets vindt is het vaak slecht betaald, in de fruitpluk of schoonmaak of zo. Je kunt in dit peperdure land met zo’n laag loon niet eens in je eigen levensonderhoud voorzien. En als je dan nog wat wil reizen…Je moet voortdurend spaarcenten bijpassen!
Vrienden van me leenden geld voor hun ticket, en dachten het hier terug te verdienen. Ze zitten goed in de puree.
En, wat het Engels betreft, ik praatte hier al veel meer Duits dan Engels. Het stikt van de Duitse jongeren. Je belandt hier gewoon weer in je eigen wereld.
-Waarom maak je de oversteek niet naar Indonesië als je wat verdiend hebt? Het is maar enkele honderden kilometers ver, zelfs dichter dan Darwin?
Ik krijg een twijfelachtige blik. Dit is duidelijk een brug te ver voor deze 18-jarige jongen. Begrijpelijk ook.
1 februari ’07
Adelaide – Halls Gap (Victoria)
Een nieuwe tour brengt ons in drie dagen naar Melbourne.
Eerst het national park van de Grampians. De Mc Kenziefalls zijn niet erg overtuigend. De uitzichtspunten evenmin. Misschien omdat je van de Himalaya komt? Ook omdat je overal naartoe gevoerd wordt. De very big and steep walk kun je in een half uur en in een rolstoel afleggen. Nogal boaring naar onze normen.
’s Avonds zoeken we een ‘kangoeroespot’. De dieren komen grazen. Als je voorzichtig bent kun je ze tot op enkele meters naderen. Echt fascinerend om te zien hoe een jong in de buidel gezoogd wordt, hoe ze spelen of vechten met mekaar…
2 februari ’07
Halls Gap – Killamey - Port Campbell
Het cultureel centrum van de Aboriginals is de moeite! Het is de eerst maal dat het probleem écht getoond wordt zoals het is!
Je wordt er stil van. Het onrecht aan die mensen aangedaan is niet onder woorden te brengen. We beginnen het nu een beetje te snappen. Van het klein miljoen Aboriginals is nu nog een 200 000 over. Je krijgt het bloed in je mond bij de fototentoonstelling en de vele moordpartijen. Toen uitroeiing niet lukte is een apartheispolitiek gevoerd met verplichte vestiging in nederzettingen. Ook dit was geen groot succes. De volgende stap was ‘volledige integratie’. Dit ging zo: Op een dag stopte een auto in het dorp, en werden alle kinderen door de politie opgeladen. Ze werden voor ‘heropvoeding’ in een missietehuis of pleeggezin geplaatst vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Dit werd toegepast tot in de ‘70er jaren! Ook nu zoeken nog veel ouders naar hun kinderen.
In de jaren ’90 pas kwam de kentering. De Ab cultuur werd erkend, en ook burgerrechten en stemrecht werden toegekend. De gevraagde officiële verontschuldiging voor wat is gebeurd blijft wel nog steeds uit.
Toch heeft de regering de laatste jaren geprobeerd vroegere fouten weer goed te maken door autonomie te verlenen voor grote gebieden en schadevergoeding uit te betalen. De opbrengst uit de mijngebieden stroomt nu ook gedeeltelijk terug naar de Aboriginalgemeenschap. Toch leven de Aboriginals nog steeds op een manier die niet de hunne is, op de slechtste plaatsen in Australië. Aan de kusten kom je ze bijna niet tegen. Die trieste blik laat je nooit meer los.
Maar er is een revival bezig in vele gemeeschappen. De meeste mensen willen niet meer met hun speer gaan jagen, maar willen een integratie van de eigen cultuur in een evoluerende samenleving in respect voor de eigen gewoontes.
In realiteit leven de meeste Ab van een uitkering, volledig ontheemd, met alle problemen vandien. Je kunt het vergelijken met de situatie van onze Allochtone jongeren, die ook allerlei problemen veroorzaken omdat ze geen toekomst zien. Hier is het nog erger, omdat het hun éigen land was.
Ja, blanken passen zich overal aan…Ik ben beschaamd een blanke te zijn als ik zie wat er hier is gebeurd, en nog beschaamder in een land te wonen waar de grootste partij zo’n lulkoek verkoopt…
Op de hoogste top in the Grampians is een aandenken geplaatst aan ‘Mc Dendienen..’, die in 1830 de top bedwong. Hoe belachelijk, als je weet dat Aboriginals, die toch à propos òòk Australiërs zijn hier al 50 000 jaar komen. Het moet er toch eens uit. Met onze gids heb ik het volgende gesprek aan tafel:
-Jullie komen uit België, Europa?
-Yes, yes.
-Wat vind je het grootste verschil met Australië?
-Het gebrek aan geschiedenis. Alles is rechtijnig, nieuw.
-Ja, wij zijn een heel jong land.
-Pardon, jullie hebben hier de oudste beschaving van onze planeet, en ook geologisch is dit continent het vroegst van de anderen weggedreven. Maar je moet het willen zien.
-Hoezo?
-Wel, het stoort me een beetje dat jullie geschiedenis begint met de ‘blanke pioniers’ die jullie zò vereren. Waarom kun je niet op een bergtop plaatsen dat vòòr de eerst Europeaan in 1830 daar al 50 000 jaar Aboriginals kwamen? Waarom negeren jullie dit? Het is toch de geschiedenis van jullie land? Aboriginals zijn toch ook Australiërs?
Het wordt muisstil aan tafel…
-Yèh, yèh,…
Na de middag komen we op ‘the great oceanroad’. Een schitterende falaisekust.
We stoppen op de meest schilderachtige plaatsen. Oa ‘Martyr Bay’. Eén van de vele plaatsen waar honderden Aboriginalpeople neergeschoten werden, of in zee geduwd. Gewoon om ervanaf te zijn… Weer vermeldt een plakkaatje wie hier eerst in de baai per schip toekwam. Geen enkel plaatje herinnert aan de vele slachtoffers…
3 februari
Port Campbell nat park – Otway nat park – Bells beach – Melbourne
Vandaag twee andere delen van de kust: de groene kust en de surfkust. Een stukje gematigd regenwoud doet ons plots een heel stuk meer nog het tropisch regenwoud uit Maleisië apreciëren!
Samen met de kleurrijke tropische vogels zijn koalaberen in de Eucaliptusbomen een speciale attractie…
Heel mooi, maar zeker niet zo overtuigend als het binneland. Voor ons is dit het echte Australië!
4 februari ’07
Melbourne
Een bruisend moderne stad, maar toch niet echt ons ding. Missen we het swingende van een Aziatische stad?
Vanaf de haven van Melbourne vertrekken de ferry’s naar Tasmanië. We kijken uit over het water. Truganini…
Melbourne is de verste plaats op onze reis. Morgen beginnen we eigenlijk aan onze 5 maand durende terugkeer. Een raar gevoel
Wellicht gaan we nooit meer zo ver weg van ons geliefde Europa.
Als we hier héél ver dòòr de aarde konden kijken zagen we nu de schoenzolen van onze vrienden en familie, hangend aan de aarde. En…voor ons is het nu zondagmorgen 8 h, Voor hen zaterdagavond 22 h!
5 februari ’07
Melbourne – Bangkok
Gekukkig is het vandaag maandag, en kunnen we een in een bureau van Thai air ons ticket naar Varanasi checken. Het is in orde. Joepie!!! Dus toch. Overmorgen vliegen we terug naar onze auto. Hoe zou het met Hira zijn?
We nemen de skybus naar de luchthaven. Check in:
-Geen fuel of gas mee?
-Oei. Er zit nog een restje benzine in onze MSR fles…
-We nemen hem in beslag…
-Momentje!! Ik raak wel van die paar druppels benzine af.
-We mogen het niet meer ruiken.
Ook na uitspoelen met zeep enz mogen we de fles niet meenemen. Ik maak me goed kwaad en smijt hem in de handbagage.
We bedenken een list. Christine spoelt de fles nog vele malen uit, tot hij naar zeep ruikt. De plastieken pomp blijft naar bezine ruiken, maar steken we in een plastiek zakje bij de computer. Gaat makkelijk door de elektronisch scanning. De aluminium fles wordt gededecteerd en bekeken. OK.
Maar na de scanning worden we uitgepikt. Ze zijn verwittigd, natuurlijk! Alles wordt gecontroleerd op ‘explosifs’ zogezegd. De man is verwonderd. Nee, de fles ruikt niet. Computervalies open. Kijkt òver het zakje met de pomp. We glimlachen als engeltjes. Natuurlijk hebben we geen explosieven, sir…
Ja, douaneformaliteiten kunnen soms spannend zijn.
De vlucht naar Bangkok duurt 9 uur, waarvan 4 uur boven Australië om de
4 000 km te overbruggen die wij overland aflegden. Een wit lint slingert zich door die prachtige rode woestijn: de Stuarthighway. We zien nog veel meer: zoutmeren, witte zandvlaktes, rivierbeddingen, en rood, rood, rood…Je wil hier direct terug komen, het binneland verder doorkruisen. Wat we hier konden bewonderen behoort tot het mooiste van deze reis!
Plots zien we het vliegveld van Darwin, waar we toekwamen. De kustlijn erachter. Net een landkaart van op 13 000 m hoogte.
Good Buye, Australia…!
We zijn dankbaar voor het toeval dat ons in dit continent bracht. We starten in de stad, genoemd naar de vader van de evolutieleer. Een trendsetter voor ons! De geologie en evolutie van onze prachtige blauwe planeet konden we bewonderen in de extremen van dit continent. Het permanent evolueren, veranderen van de aarde en zijn levensvormen. Als op geen enkele andere plaats op aarde ondervinden de Aussies wat opwarming van de aarde betekent. Het is hier al enkele jaren extreem droog door het stijgende broeikaseffect. Australiërs zijn daardoor méér milieubewust dan de doorsnee Europeaan: De kranten staan er bol van.
We hebben ze ervaren als vriendelijke, rustige en behulpzame mensen, nogal opgesloten in hun eigen wereld: ‘we and the UK’. De geschiedenis begint met Captain Cook. Andere talen? Nog wel van gehoord, ja.
De blanken hebben van dit land een modern land gemaakt. De helft van Azië wil hier direct komen wonen! Zouden de Europeanen Australië niet ontdekt hebben, dan waren het de Chinezen of Japanners die de Aboriginals in de moderne tijd brachten.
Hoe pijnlijk dit verlopen is kun je hier zien. Een volk bijna uitroeien en zijn waardigheid afnemen is het ergste wat je iemand kunt aandoen. Dit verdriet van de Aboriginals is veel erger dan de armoede van Hira, die maar kan dromen van hun uitkering. Die blik laat je nooit meer los: dit land is ondergedompeld in hun tranen…
Toch is de toekomst hoopvol: er is een kentering: erkenning van hun unieke cultuur als oudste beschaving van de wereld.
Truganini, voor jouw Tasmaanse volk is het te laat gekomen, maar door je indrukwekkend getuigenis leef je verder in vele harten. Het Aboriginalgedachtengoed wordt oa door jou in de toekomst vast veel meer een deel van de Australische cultuur en geschiedenis en ook van het werelderfgoed. Misschien zullen we een stukje van jullie harmonie met de natuur hard nodig hebben om onze planeet morgen leefbaar te houden.
6 februari ’07
Bangkok
Omdat we met een tijdsverschil van 4 uur in de kleren zitten, zijn we al wakker om 4h ’s ochtends. Nogal op tijd voor ons Iraans visum dus, dat we direct meekrijgen. Alhoewel:
-Je kunt hier de visa niet betalen, je moet dit overschrijven in de ank, en de overschrijving meebrengen, morgen
-Morgen? Je zei ons in december dat we het direct meekregen?
-Nee, pas morgen.
-Maar dat kan niet, we vliegen morgenochtend naar India!
-ja, ja…, en dan na wat aarzelen:
-kom vanmiddag terug.
Oef. We hebben weer dat kleine tikkeltje geluk gehad, elke dag broodnodig op zo’n reis…
Yesss!!! Alle papieren en ticketten zijn nu in orde tot thuis! Als we heelhuids thuisraken gaan we wel een héle dikke kaars branden in de Rue St-Jacques…
7 februari
Bangkok – Varanasi ( India)
Met een paar uur vertraging door de mist landen we in Varanasi. Het is hier uitzonderlijk koud en mistig. Je waant je in België in de herfst!
Na de vlotte grensformaliteiten en een korte taxirit staat daar warempel… een peugeot boxer met Belgische nummerplaat, in de volksmond ook wel kameleon genoemd. En nog wel volledig in orde ook! Het is precies een beetje thuiskomen: de drukte op straat, getoeter, en mensen, mensen…India heeft een speciale aantrekkingskracht. We voelen ons gelukkig hier terug te zijn.
Hoe zou het met Hira zijn?
0 Reacties:
Een reactie posten
<< Terug