OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

donderdag, maart 29, 2007

15 maart ’07

Jerash – Amman
We rijden in een sneeuwbui Amman binnen! Aan de sneeuwpret te zien moet dit hier toch wel uitzonderlijk zijn. Omdat we nog steeds niet zeker weten of we de grensovergang met Israël zonder stempel kunnen passeren, gaan we eerst langs op de Belgische ambassade. Het advies luidt: ‘De Jordaniërs spelen het spel correct, en plaatsen inderdaad geen stempel, maar aan de Israëlische kant hangt het plaatsen van de stempel gewoon af van de ‘goodwill van diegene die aan het loket zit! Neem dus dit risico niet, en ga Israël niet binnen! Indien hoe dan ook een onregelmatigheid in je paspoort ontdekt wordt door de Syriërs, mag je het vergeten met de auto naar Europa terug te rijden.’
Voor ons is het voornaamste dat we nu zeker weten dat de Jordaniërs geen stempel plaatsen. De Israeli hopen we te kunnen overtuigen, we proberen het dus. Ook voor ons bijna volle paspoort is er een oplossing: je kunt een voorlopig paspoort naast je eerste krijgen. De bladzijden met je identiteit in je oud paspoort worden dan geknipt, maar alle visa in je oud boekje blijven geldig. Kostprijs:
100 €, direct af te halen in elke buitenlandse ambassade. We proberen dus heel profijtig te zijn met de bladzijden, maar als het toch niet lukt is er dus wel een snelle oplossing.
We kunnen het oude Amman niet echt smaken door de regen en sneeuw, en zetten ons ten lange laatste in de auto om wat te lezen.
Om 22 h rijden we naar de luchthaven om Koenraad af te halen. Het weerzien is allerheuglijkst, na de vele maanden. We vertellen honderduit, drinken een glas van de meegebrachte wijn, en leggen ons om 2 h te slapen in onze auto op de luchthavenparking.

16 maart ’07

Amman – King Housseinbridge: grens Jordanië-Israël – Jeruzalem
We zijn niet zo vroeg wakker, maar naar de Israelische grensovergang is het maar een uurtje rijden. We parkeren de auto naast de grensbewaking ( gratis, en zeker veilig!) en moeten ons al haasten om de laatste bus te halen. De Jordaniërs schuiven een ‘uitreisdocument’ in het paspoort. Geen stempels, dus.
Na de brug is de eerste Israëlische grenspost. We moeten ons paspoort afgeven:
Komt er een stempel in mijn paspoort?
Ja, natuurlijk!
In dat geval gaan we terug, want we zijn hier met de wagen en kunnen niet anders dan door Syrië terug te keren;
Jamaar, we plaatsen hiér geen stempel. Vraag dit duidelijk aan de 2de paspoortcontrole.
We komen het douanegebouw binnen, waar de veiligheidsmaatregelen niet van de poes zijn. Ik zie iedereen naast zijn bagage ook zijn paspoort afgeven…
Omdat we enkel handbagage meehebben slaan we die controle over, zodat we ons paspoort niet moeten afgeven.
Aan de volgende controle:
-Hallo, wil je mijn paspoort niet stempelen?
-Waarom?
-We moeten door Syrië terug.
-Ik zal zien wat ik kan doen…
Uiteindelijk krijgen we enkel de stempel op het inreisdocument, omdat we het duidelijk vroegen!! Op het paspoort van Koenraad komt wél een Israëlische stempel! (hij vroeg het niet)
We nemen de minibus naar Jeruzalem, waar we in de Arabische wijk een goedkoop optrekje vinden in ‘El Arab’. Nogal vuil en gammel, maar soit. We kunnen zelf koken, hebben een warme douche en slapen op een kleine slaapzaal, enkel voor ons drieën.
We slenteren wat rond, en komen in de ‘Via Dolorosa’ terecht. Monniken in pij, en met paternoster rond hun middel, zingen luidkeels in het Latijn het Onzevader, hier, in de Moslimwijk. Gevolgd door een grote meute verbeten zingende medegelovigen. Het komt bizar over.
We wandelen tot in de grafkerk. Dit zou de plaats zijn geweest, waar Jezus werd gekruisigd en begraven. Je ziet er niet veel van: enkel en steen waar het lichaam van Jezus van het kruis zou zijn afgenomen. Ook de Via Dolorosa is wellicht niet de weg waar Jezus zijn kruisweg heeft afgelegd. Maar toch zijn we ontroerd hier rond te lopen… Alles zit zò diep in je geworteld, en dat je hier nu in diezelfde straatjes loopt, 2 000 jaar later! Het is een diepe ervaring.
We koken een lekkere maaltijd en hebben veel plezier in ons gammel hotelletje.
Best leg je een handdoek op je kussen om op te slapen, wil je hier geen luizen vangen!

17 maart ’07

Jeruzalem
We wandelen de stad uit in oostelijke richting, via de St Annakerk. Hier zou Jezus een lamme genezen hebben, aan het vroegere bad. Een Amerikaanse vrouw betuigt luidkeels op de binnenplaats haar geloof : ‘Dear Father…’ Wat daar allemaal uitkomt, en wat we hier in de stad reeds zagen van onze eigen ‘geloofsgenoten’moet zeker niet onderdoen voor al het zonderling of extremistisch gedrag dat we op onze reis reeds tegenkwamen!
We wandelen naar de ‘Hof van Olijven’. Er staan nog bomen die hier toekeken, wanneer Jezus hier verraden werd. Het geheel laat niet zo’n diepe indruk, omdat je niet onder de bomen mag wandelen en er nogal veel volk is. Christine blijft hangen in de Getsemane grot…
We klimmen verder de heuvel op en genieten van een prachtig uitzicht op de tempelberg van Jeruzalem, één van de meest heilige plaatsen op de wereld, voor Christenen, Moslims en Joden.
De Westelijke muur of ‘klaagmuur’ is indrukwekkend, zeker als je weet wat er hier vroeger, maar ook de laatste jaren allemaal is gebeurd. Omdat de Tora-bibliotheek enkel toegankelijk is voor mannen gaan Koenraaad en ik binnen, met een kartonnen kepeltje op ons hoofd. Zonderling, al die Orhodoxe Joden met hun zwarte kledij, gekrulde bakkebaarden en hoed op. Ze zijn druk in de weer in hun studie van de heilige boeken.
We bezoeken nog de plaats van het laatste avondmaal, maar de zaal zelf is niet toegankelijk.

18 maart ’07

Jeruzalem
Na informeren om met het openbaar vervoer toch nog een groter stuk van Israël te bezoeken, komen we tot de constatering dat een auto huren voor drie dagen met moeite duurder is en véél efficiënter. We reserveren een klein model voor morgen.
Om de tempelberg te bezoeken moet je het nogal passen. De ingang is ‘s namiddags maar een uur open. En dan eerst een heel eind aanschuiven om door de veiligheidscontrole te raken. Het laat niet echt een grootse indruk, vooral omdat je in geen enkele moskee binnen mag.
In de citadel loopt een tentoonstelling over de geschiedenis van Jeruzalem. Het boeit ons maar matig. In dit gebouw woonde Pilatus en Herodes, en zou Jezus ter dood zijn veroordeeld. Vanop de muren heb je een goed overzicht over de oude stad. Gesemane, Cenakel, Golgotha,… Het ligt allemaal op enkele minuten wandelen van mekaar. Veel dichter dan in onze vroegere verbeelding.
Ons hotelletje wordt gerund door twee Arabieren, die mekaar op 24 uur steeds aflossen. De oude man ‘doet de dag’, de jongere (zijn naam is Tutu) de avond en nacht.
Met Tutu praten we over het trieste Palestijnse vraagstuk, wat het betekent in de bijna volledig Arabische stad Jeruzalem eigenlijk niets te zeggen te hebben, of een gevangene te zijn in je eigen stad.
Een andere bezoeker kent beter Engels omdat hij gehuwd is geweest met een Belgische. Zijn vrouw wilde niet meer blijven na het uitbreken van de Intefada, zodat een scheiding volgde. Bij zijn tweede vrouw heeft hij 7 kinderen. Christine heeft een interessant gesprek met hem:
-Ik ben niet meer gïnteresseerd tot welk volk je behoort, of welke godsdienst je aanhangt.
-Waarom niet?
-Overal heb je goede en slechte mensen. Dit is wat je moet beoordelen bij elke mens!
En ook wat hij met zijn verstand doet. Je moet niet alles van een godsdienst klakkeloos aanvaarden, maar je moet zélf nadenken. Je moet jezelf voortdurend de vraag stellen: ‘why, why…’
-En hoe vind je dan het antwoord?
-Door zoveel mogelijk te lezen! Niet enkel Islamboeken, maar àlles. En zélf proberen antwoorden te vinden. Dan kom je vaak tot heel andere besluiten.
Wat een verstandige mens! ‘Why’ wordt meteen de lijfspreuk van Koenraad.
Het hotelletje is zò vervallen dat je het eigenlijk geen hotel meer kunt noemen. Veeleer verblijven hier mensen van de armere soort ‘permanent’ op kamers. Als de stroom weer eens uitvalt zijn we hier getuige van een vechtpartij: één van de huurders is razend op Tutu. Hij krijgt ervan langs maar vlucht zo snel mogelijk de straat op. Natuurlijk kan de sukkel er niets aan doen…Het is de baas die alles laat verkommeren. Een tutuhotelletje wordt voor ons synoniem voor ‘goedkoop, maar een beetje brik en brak.’
Toch zijn we het er nu alle drie mee eens dat we zeker naar hier zouden terugkomen. Je hebt hier al wat je moet hebben, en ziet nog een stuk van het leven hier.

19 maart ’07

Jeruzalem – Masada – Dode Zee – Tiberias
Enkel Koenraad heeft zijn rijbewijs bij, dus hij is de chauffeur van onze kleine Hyundai automatic. Gezwind rijden we de prachtige diepte van de Dode Zee in. Langs de weg zie je hoe ‘diep’ je bent: sealevel, -150m, -300m,… We arriveren op de diepste plaats van onze planeet: -400m!
We rijden zuidwaarts langs de kust, tot we de burcht van Massada zien opdoemen. Nee, niet de kabelbaan, maar we klimmen de berg op omdat je dan de tijd hebt om dit adembenemende landschap en ook de onvoorstelbare geschiedenis van de burchtheuvel te laten doordingen.
Een strand aan de Dode Zee is welkom op deze bloedhete dag na onze klim. Wat een bizarre ervaring. Je moet helemaal geen moeite doen om te drijven! En zwemmen lukt bijna niet omdat je veel verder boven water uitzit en voortdurend je evenwicht verliest! Heel raar, maar een rechtstreekse toepassing van de wet van Archimedes. We hebben er het meeste plezier mee. De lach van Koenraad weergalmt over het wateroppervlak. Maar, wanneer ik er helemaal in duik brandt het superzoute en zwavelhoudende water zò in mijn ogen en neus, dat de zwempret voorbij is.
Nog Qumram in a hurry, waar de Dode Zeerollen ontdekt zijn, en dan in één ruk door tot Tiberias.
We vinden makkelijk een goedkoop hostal, en gaan ’s avonds iets eten. Voor mij wordt het natuurlijk een St Petrusvis uit het meer van Galilea.

20 maart ’07

Tiberias – Tabagha – Kafarnaum – Safed – Tiberias
Vele bijbelse gebeurtenissen komen je hier voor de geest. Op elke plaats staat een kerk. Soms is nog een klein stukje rots zichtbaar, waar dan de broodvermenigvuldiging of zo zou gebeurd zijn. Dit op zich is voor ons niet belangrijk.
We zijn wel diep onder de indruk van de ganse omgeving in zijn bijbels kader. Als je het meer in de zon ziet schitteren, zie je voor je ogen dat Jezus hier de apostelen uit de vissers uitkoos.
Pickniken aan de rand van het meer. Je ziet de vissen uit het water opspringen en de vissersbootjes passeren…Daarna klimmen we de heuvel op en wandelen tot Kafarnaum door de weiden. Het is heel mooi, en het doet je wat, te weten dat Jezus en zijn apostelen ook hier rondstruinden. De bergrede… het komt helder voor de geest…
Safed is een Joods stadje in de bergen, maar het kan ons niet echt bekoren.

21 maart ’07

Tiberias – Berg Tabor – Nazareth – Akko – Ceasarea – Jeruzalem
De taborberg is een uitstekende ronding in de omgeving. Het bijbelverhaal is in die zin wel duidelijk dat er hier iets heel speciaal moet gebeurd zijn. Op de berg is enkel (weer) een kerk te zien, die dan nog het vergezicht wegneemt ook.
In Nazareth een beetje hetzelfde, alhoewel we hier meer kunnen bekoord worden door de moderne kerk en kunstwerken, die geplaatst zijn op het vermeende huis van Maria. Het Arabische Nazareth ziet er heel gezellig uit.
Bij het binnenrijden van Akko moeten we de weg vragen. Ik sla mijn portier open zonder kijken. Bam! een auto ertegen. Gelukkig een nogal oude bak. De Arabier scheldt me eerst de huid vol, maar vertrekt dan. Onze huurauto ziet er proper uit. Al ons nissen is eraan voor de moeite! (Nissen is een grapje van Koenraad, en betekent geld uitsparen. Afgeleid van New Israelian Shenkel) Een serieuze deuk in de deur, en de plastiekbekleding helemaal los. Oeioei. Wat nu?
We lenen een hamer en schroevedraaier, en kloppen de boel een beetje op zijn plaats. Enkel de plastiekbekleding blijft niet zitten. Tot Koenraad in de goot een vijs vindt die net past. We schroeven alles vast, en bekijken ons werk. Je kunt het nog met moeite zien!
Het doet deugd de Middellandse Zee terug te zien en onze boterhammetjes op het strand op te eten! De oude stad is prachtig. We wandelen op de stadsmuren en slenteren door de Arabische Souks. Je wordt hier ondergedompeld in de geschiedenis van de kruisvaarders. De moskee is weer eens dicht voor gebed. Wat zijn ze daar toch naarstig!
Ceasarea is een unieke Romeinse stad aan zee. Hier vertrok Paulus in gevangenschap naar Rome, om uiteindelijk toch veroordeeld te worden.
Via de nodige files rijden we Tel Avif voorbij, terug naar Jeruzalem.

22 maart ’07

Jeruzalem – Yad Vashem – Grens Israël-Jordanië – Dode Zee
We staan om 6.30h op voor een ochtendwandeling, kriskras door de straatjes van Jeruzalem. Trap op, trap af… Winkels openen hun deuren, kinderen gaan naar school. Het is nog heel rustig in de Via Dolorosa. In die eenzaamheid kun je ook je eigen dolorosa toevertrouwen aan die eeuwige stenen, tot op Golgotha…
Na het afleveren van de auto (de lichte deuk in de deur wordt niet opgemerkt) nemen we de bus naar de Yad Vashemberg, waar het indrukwekkende monument van de holocaust staat: een reusachtige betonnen driehoek dringt tot diep in de berg door en doet dienst als museum.
Je wordt er triest van. Ook Pol Pot komt weer naar boven. De transporten, de ghetto’s, de uitroeiingskampen… Hoe komt het toch dat mensen zo wreed kunnen omgaan met mekaar??
Alle aspecten van de uitroeiing worden heel goed belicht. Joden worden met de regelmaat van een klok in de geschiedenis van Europa vervolgd... Maar natuurlijk vooral de tweede wereldoorlog: het stille akkoord wanneer Hitler Tsjechië binnenviel, een afdruk van het akkoord tussen Stalin en Hitler om Polen gewoon te verdelen, de rol van Italië, Frankrijk, het weigeren van Joodse vluchtelingen in Amerika, het stilzwijgen van de ‘Heilige Vader’ tot lang na de oorlog…, of hoe heel Europa ergens medeplichtig is geweest aan deze gruweldaad…
We komen later dan we dachten terug in Jeruzalem. Nog vlug bevoorraden, onze bagage bij Tutu ophalen en wegwezen.
Er blijkt geen minibus meer te zijn naar de grens. Enkel ’s morgens! Dat hebben ze ons natuurlijk niet gezegd. 150 Nis.(=30€) voor een taxi. We hebben geen zin nog een dag te wachten en betalen dus. Aan 150 km/h, want de grens sluit al om 15h!
Aan de controle wil de taxi niet verder en moeten we een andere nemen. We begrijpen niet waarom, maar Koenraad heeft het gemerkt: in onze haast hebben we niet opgemerkt dat het een gewone auto is, in plaats van een taxi! Onze laatste 25 Nis moet eraan geloven.
Aan de grens is er een uitreistaks te betalen. Dan maar in Euro, tegen een slechte koers: 25€! (het visum was wel gratis)
We zijn weer heel attent met ons paspoort, omdat er geen stempel mag inkomen. Behoorlijk enerverend omdat je je papoortboekje geen seconde uit het oog mag verliezen! Het paspoort van Koenraad wordt afgestempeld.
Na de dubbele conrole rijden we de Alenbybridge over en zien ons karretje goed en wel staan. Aan de Jordaanse kant zijn de grensformaliteiten snel afgehandeld, zonder…stempels. Of, eind goed al goed: We konden Israël bezoeken en toch kun je dit in ons paspoort niet merken.
We kamperen op een mooi plaatsje aan de Dode Zee en genieten van het uitzicht. Vanop de berg achter ons zag Mozes ooit zijn beloofde land… Rechts zie je de Jordaan in de Dode Zee uitmonden: de plaats waar Jezus door Johannes de Doper gedoopt werd.
Vòòr ons zien we de lichjes van de overkant langzaam in het donker flikkeren: Israël

23 maart ’07

Dode Zee – Karak – Petra
Het bleek toch niet zo’n goede slaapplaats. Muggen en ook groepjes jongeren hielden ons uit de slaap. Het was ook nogal warm met drie in de auto.
We komen dus wat langzaam wakker en genieten van ons ontbijt aan zee en een bad in de Dode Zee. Koenraad is er niet uit te slaan, tot…hij enkele druppels van het bijtende water in zijn gezicht krijgt.
De weg langs de zee is mooi en afwisselend. Overal strijken Jordaanse families neer op hun vrije vrijdag.
Wanneer we opklimmen uit de Dode Zeevallei is het gebergte adembenemend.
Na de kruisvaardersburcht van Karak rijden we door over de prachtige Koningsroute tot Petra.
De kampeerplaats is duur en op asfalt. We nemen voor enkele JD’s erbij een simpele kamer.

24 maart ’07

Petra
Het is een miezerige dag, vandaag en het ingangstarief voor de oude stad is buiten proporties: 26 JD/pers! (wel voor twee dagen) Een slecht begin.
De stad is Petra enkel bereikbaar via een 3 km lange, smalle kloof, en dan komt het totaal onverwacht. Het bekendste zicht van Jordanië: Een 39 m hoog grafmonument, uitgehouwen in de roze zandsteen van het gebergte. Het is nog maar een begin. De grafmonumenten hier in de vallei zijn niet te tellen. Christine kan er maar niet genoeg van krijgen. Geen grafkamer slaat ze over. Koenraad probeert de verkopers te ontwijken, en ik loop er nogal verkleund bij.
De Romeinse stad is niet zo indrukwekkend, maar het natuurlijk kader waarin alles is opgebouwd des te meer: hoge, scherpe pieken wisselen ruwe kloven af. De rode zandsteen is dooraderd met een kleurenpracht die varieert van geel over bruin, tot grijs, door de vele aanwezige mineralen. We ondernemen een heuse bergwandeling naar een verder gelegen grafmonument, het monasterio. Op de ongelofelijke ruwheid van de natuur raak je niet uitgekeken! Helemaal boven heb je een prachtig vergezicht op de vele vlijmscherpe pieken.
’s Avonds hebben we bijlange nog niet alles gezien, maar het is genoeg geweest in de koude. We doen morgen de rest als het mooi weer is, anders houden we het voor bekeken.

25 maart ’07

Petra – Wadi Rum
Vandaag is Koenraad 28, en dat laten we niet zomaar passeren! De bakker beneden ons hotelletje heeft er ons gisteren opgelegd, dus haal ik een feestelijk ontbijt bij een andere bakker. We zetten er de kaars van Ine erbij, die telt voor 28 kaarsjes…
Omdat het stralend weer is vandaag, wandelen we de kloof van Petra nog eens door. Met een azuurblauwe lucht erboven is alles nog eens mooier. We maken een tweede bergtochtje, want het is toch vooral het natuurlijk kader dat hier het meest indrukwekkend is. Neem dat weg en je hebt Petra vlug gezien.
Bij het buitenrijden van Wadi Musa na de middag, heb je nog een prachtig zicht op de toegangskloof en het ruwe gebergte van Petra. We eten er een verjaardagstaartje bij.
De rest van de zuidelijke Koningsroute slingert zich door berg en dal tot we op de Desert Higway komen. De naam is niet gestolen. De lichtrode kleur van het woestijnlandschap is heel mooi, en wanneer we inslaan naar Wadi Rum is het landschap adembenemend.
Vlak voor Wadi Rum rijden we nog een stuk dieper de woestijn in over een klein asfaltweggetje, tot we een verharde plaats zien waar we kunen kamperen in dit grandiose landschap. Koenraad: ‘Ja, en gelukkig niet ver van één van de weinige spoorwegen van Jordanië, zo is iedereen tevreden: Een beetje nostalgie!!’

26 maart ’07

Wadi Rum - Aqaba
Het is prachtig ontwaken in deze roze woestijn. Wanneer we de weg verder volgen weten we niet meer waar we zijn. De GPS brengt raad: in plaats van richting Aqaba, rijden we recht naar één van de grensovergangen met Saoudi Arabië. En omdat het landschap zò wondermooi is, rijden we op de GPS nog een eind door.
Na al dat moois en wat discussie hoeft een toeristische tocht met vertrekpunt Wadi Rum niet meer. We rijden terug naar de hoofdweg richting Aqaba.
Eerst naar de haven voor de veerboot naar Egypte. Juiste informatie verkrijgen is hier ongeveer onmogelijk. Men weet niet zeker of we op de snelle boot kunnen met onze auto, en men weet ook niet zeker wanneer de trage boot vertrekt. Dus men weet eigenlijk niets zeker! Enige raad: kom rond 9 h, en dan zien we wel wat mogelijk is. Ja, ze hebben hier tijd en enkele biljetten van 1 JD doen wellicht ook wonderen.
Voor vandaag houden we het voor bekeken. We zoeken een plaatsje aan de Rode Zee, ten zuiden van Aqaba. De wind kan ons niet deren om te genieten van de zee.
Als ’s avonds de zon ondergaat zien we de lichtjes van vier landen: Jordanië waar we kamperen, aan de overkant Egypte, de hoogbouw in Eilat Israël, en naar het zuiden is het maar enkele kilometers naar Saoudi Arabië.

27 maart ’07

Aqaba – grensovergang Jordanië-Egypte: veerboot – Nuweiba
Omdat het nog steeds erg winderig is besluiten we toch vandaag over te steken naar Egypte. Om 9 h rijden we het haventerrein op. ‘Nee, de snelboot neemt vandaag geen voertuigen mee. Enkel de trage boot, en die vertrekt rond 14h. Als je hier om 13h bent is dit net op tijd voor de grensformaliteiten’
Onze autopapieren hebben reeds een uitcheckstempel, maar gelukkig na wat aandringen mogen we toch nog het havengebied verlaten. We hebben nu ruim de tijd om voedsel voor enkele dagen in te slaan te Aqaba en te internetten.
In de toeristische dienst van Aqaba is de gesluierde dame heel vriendelijk en welwillend. Ze telefoneert voor ons naar het hoofdkantoor van de scheepvaartmaatschappij in Amman en kan direct prijs en vertrekuren van de ferry meedelen: ‘De prijs is een stuk lager dan in de haven, de fast boat neemt geen voertuigen mee en de slow boat vertrekt om middernacht. Maar het is raadzaam een plaats te reserveren voor de auto in de loop van de dag.’
Wie moet je nu geloven? We besluiten rond 13 h naar de haven te rijden, en te kijken. Is de boot maar om 24 h, dan reserveren we gewoon ons ticket en brengen de namiddag op het strand door, waar we kunnen koken en zo.
Om binnen te rijden moeten we weer alle controles (nu al voor de derde keer) passeren. Ik ga naar het loket voor de tickets:
-De prijs is 60 USD heen/terug, per persoon, voor de auto 190, enkele reis.
-Op mìjn papier heb ik hier maar 50/pers en 150 voor de auto en dit is informatie van het hoofdkantoor van Amman. Wanneer is de volgende boot?
-Ik weet niet wanneer de volgende boot vertrekt, en voor de prijs stuur ik je door naar de hoofdmanager.
Bij het zien van de prijzen schiet de manager in een Arabische collère: ‘dit zijn oude prijzen! De nieuwe prijs is 60!’
Hìj weet wel heel zeker wanneer de boot vertrekt: ‘om 16h.’
Dus nog goed op tijd om alle grensformaliteiten te doorlopen. Om 15.30 h staan we in de rij om de boot op te rijden, maar we zien nog geen beweging.
We leggen een kaartje, en na een uur doe ik opnieuw navraag: ‘het wordt wel 17.30 h;’
Nog wat lezen…, en weer navraag: ‘reken dat het 19 h wordt…’
Nu beginnen er trucks op te rijden. We placeren ons ertussen, maar moeten terug. Ik geef me niet zomaar gewonnen, en rij weer op het ponton. Nu worden we toegelaten, maar we mogen niet op de linkse boot waar alle trucks oprijden. De rechtse is voor ons. Omdat alle trucks achteruit de boot opmoeten blijft het laden van die linkse boot maar duren en duren…
We leggen nog een kaartje. Een politiebeambte die ‘onze’ rechtse boot bewaakt, verveelt zich te pletter en wil graag meespelen. (wellicht kan hij niet hartenjagen?)
-Wanneer vertrekt de boot?
-Oh, wellicht rond 20 h. No problem, man!
Rond 19. h is de linkse boot vol. En nu begint men inderdaad aan de rechtse. Ik start de motor. ‘No, sir! Personenauto’s rijden het laatst op.’
Wachten, wachten,…Christine maakt intussen op het ponton een lekkere maaltijd klaar…
Na een uur is de boot vol, en is er inderdaad net nog een plaatsje over voor ons.
We rijden op en nemen de lift naar boven op het reusachtige schip.
Op de vijfde verdieping zit de beambte van de Egyptische douane al klaar. Wij moeten ons paspoort afgeven voor de ganse boottocht. Koenraad heeft nog geen visum en krijgt hem maar terug in Nuweiba, bij de visadienst. Ook de Carnet de passage wordt gecontroleerd, en een papier (voor ons onleesbaar) wordt erin geschoven.
Het praten, zoenen en handjesschudden van bemanning en ‘grondpersoneel’ op het ponton blijft maar duren. Het duurt nog nog tot 22h voor we uiteindelijk vertrekken, zegt Koenraad me achteraf, want ik lig al een uur te slapen. Insh’allah…

28 maart ’07

grensovergang Jordanië-Egypte: veerboot – Nuweiba
Rond 1 h kom ik wakker. Christine en Koenraad slapen. Op het buitendek zie ik dat we reeds voor de haven van Nuweiba liggen. Het duurt nog een uur voordat de boot aangemeerd ligt. Welcome to Aegypt…
We krijgen een speciale beambte van de ‘tourist police’, die ons begeleidt door het kluwen van paperassen. Alle formaliteiten (verzekering voor 3 maand, taksen, Egyptische nummerplaat…) kosten ongeveer 120 Egyptische pond(=80€). Je kunt hier direct Euro’s of dollars omwisselen in de staatsbank.
Of hoe reizen in het Midden Oosten véél en véél duurder is dan in Azië, en vooral veel omslachtiger ook!
Maar, er blijkt iets niet in orde met ons visum. De multiple clausule zou maar voor 1 maand zijn… Voor de auto wil men ook maar 1 maand geven. Onze Afrika trip kan dan niet doorgaan, want we zijn er niet om een verlenging aan te vragen. Bovendien moet je wéér 80 € betalen!
We praten weg en weer, maar het is niet te doen. Tot de man me op een woordje wist op de rode kaart: ‘van’
Nu valt mijn frank!
‘Jamaar, dat is geen ‘van’ voor personenvervoer! Het is Nederlands, en betekent: ‘van 19/8/99 tot…’ Ik vertaal in het Engels.
Hij inspecteert nu de wagen en ziet dat er inderdaad maar 3 zitplaatsen zijn.(voor het moment, hum, hum)
Intussen trekt mijn begeleider al uren voortdurend aan mijn mouw dat het door zìjn toedoen is dat alles geregeld wordt…! Ik geef hem 3 dollar, zodat hij zwijgt. Niet genoeg om smeergeld te zijn, maar als fooi…Baksis. Het woord dat op onze planeet vele deuren opent…
We krijgen uiteindelijk 3 maand (Hopelijks, want voor ons is alles onleesbaar!), maar het multiple visum is niet in orde. Nu, dit zijn zorgen voor als we terug komen uit Afrika…
Het is bijna 5 h als we het havengebied uitrijden. We parkeren in één van de eeste straten van Nuweiba om nog een paar uur te slapen. ‘Allaaaah…’ De imman roept met luide stem op voor het ochtendgebed. Is het nu voor ons nog avond of wat…?
Rond 8.30 h zijn we wakker. ATM is snel gevonden, en een mooi kampeerterrein aan zee ook. Het is hier de ene ‘campingplace’ na de andere, nogal afgesteld op Israëli, die het nu laten afweten, door de minder goede betrekkingen tussen Egypte en Israël, het laatste jaar. We zijn hier alleen,maar het doet deugd hier eens op je gemak te zijn en een tent te kunnen bijzetten voor Koenraad.
We drinken een welkomstthee met de uitbater. 'We spreken hier allemaal Arabisch, in dit deel van de wereld. Waarom komen we zo slecht overeen? Je kunt hier met moeite een grens over!In Europa is het net andersom. Jullie spreken vele talen, maar de Europese Unie is bijna 1 land geworden, zonder grenzen. Wij kunnen er maar van dromen.'
Verder dan eten koken en op onze luie krent liggen komen we niet meer…

29 maart ’07

Nuweiba
Genieten van zon, zee en strand…