OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

dinsdag, april 10, 2007

6 april ’07

Safaga – Luxor
We hebben een druk programma vandaag, en staan reeds vòòr 7 uur vertrekkensklaar. Natuurlijk na onze ochtendzwem in de heerlijke Rode Zee: 22°C!
We vinden snel de juist weg, maar bij de eerste checkpost worden we tegengehouden:
-Je mag hier niet verder rijden, enkel in convooi.
-O ja?
-Wel ’t is goed, we volgen wel.
-Jamaar, het convooi vertrekt maar om 9 h!
-Wablief? Da’s nog een uur wachten! We mogen toch wel doorrijden zeker?
-No, sir! ’t Is voor je eigen veiligheid.
We worden afgeleid naar het busstation, en moeten dus geduld oefenen…
We vertrekken, samen met twee tour- en een drietal minibussen. Vòòr en achter rijdt politie.
We suizen door een echt woestijngebergte. Prachtig! Maar, bergen schermen al snel de zeeinvloed af, waardoor we in een uur tijd in een ander klimaat terecht komen: het wordt bloedheet.
We verliezen nogal veel tijd bij het wisselen van de patrouilles, maar ja, net als bijna overal op de wereld speelt tijd gewoon geen rol: komen we er vandaag niet, we komen er morgen of overmorgen. Slowly, slowly…Wij leren het natuurlijk nooit omdat je teveel op één dag wilt doen. Noodgedwongen krimpen we dus het verdere programma voor vandaag wat in.
Rond de middag arriveren we in Luxor. We proberen het kampeerterreintje en hebben meteen prijs. Heel schappelijk (20 Eg P/pers=2,5 €), zwembad inbegrepen om onze verhitte lijven af te koelen.
We eten snél een falafél (wordt een leuze, bij ons)
De jonge, knappe eigenaar:
-Is deze dochter nog vrij?
-Nee, ze heeft een vriend. Maar wie weet, vindt ze jou veel mooier?
-Is ze gehuwd?
-Nee.
-Ik ben de eigenaar van het restaurant! Dat is toch niet niks.
-Wel, vertel het haar. Misschien kun je haar overtuigen…
Op naar de tempel van Karnak.
Het tempelcomplex is reuzegroot. We overlopen met een schema in onze reisgids de verschillende tempeldelen. De pilonen in de zuilenhal zijn reusachtig, en we vergapen ons door de telelens op de vele details van de hiërogliefen.
De hitte in de ruïnes maakt het vrouwelijk deel van ons gezelschap duizelig en misselijk. Grote theoriën worden opgebouwd om de evidentie van die misselijkheid aan te tonen: ‘Het kan niet anders he pa! We hebben met moeite gegeten (hoorde ik gisteren niet in een andere – vrouwelijke - theorie dat falafel een superkrachtvoedsel was, met nìets te vergelijken???) Dan worden ingewikkelde berekeningen gemaakt die aantonen hoeveel liter water we te kort opgenomen hebben in de loop van de dag. (Ja, zelfs die sluwe Montignac kan hier zéker niet meer volgen!) Na een half uur ben ik hoogst verwonderd dat er ook wel nog iemand in léven is!
En bloedheet is het natuurlijk ook. Daarom houden we het na twee uur voor bekeken. De tempel van Luxor is voor vanavond na een zwembadsessie. We gaan in een plaatselijk eethuisje ook de inwendige mens versterken.
We hebben de meeste leute van de wereld: de kelner onderhandelt énkel met Nele: ‘she’s the chef!’ Wellicht moest het schaap nog geslacht worden, want het blijft maar duren: Luxor is voor morgen.
Even halte houden aan de ‘corniche’. (de Nijloever)
-Kom een bezoek brengen aan onze moskee?
-Nee, we hebben er niet veel zin in.
-Het is een historisch gebouw en je hebt vanop het binnenplein een prachtig zicht op de binnenplaats van de Karnaktempel
-Nee, nee, nee
Maar we hebben nog wat tijd en laten ons toch overhalen. De moskee is niet bijzonder, maar je kunt inderdaad het ganse binnenplein van de tempel zien. fotootje hier, fotootje daar.
We bedanken de gids heel hartelijk en worden tot bij de imman geleid. Eerst poeslief:
-Indien je wil, kun je iets geven voor de arme kinderen van de moskee.
-Ha ja.
Een beetje grimmiger:
-Wil je iets geven voor de arme kinderen?
-Ik wil dit graag doen, en doe dat ook, maar aan de kinderen die ik zelf wil.
Nu behoorlijk kwaad:
-Ik wil geld voor de moskee!!
Ik kijk hem vurig in de ogen aan:
-Ik geef geen pond voor jou moskee, omdat ik dat niet wil!!
Op weg naar de auto wordt Koenraad (met Nele en Goedele naast zich) aangesproken:
‘You are a lucky man with two women! How much camels do you want?



7 april

Luxor
We zijn al om 5.30 h op, om de hitte toch wat voor te zijn. Gewapend met zeven flessen water en twintig broodjes. Je ziet, de vrouwen zijn hier toch de baas! Eerst de vallei van de koningen. De graven liggen in een prachtige, woeste natuur. We gaan drie graven binnen die wel echt imponerend zijn. (Niet de grafkamer van Toetanchamon, omdat de andere mooier zijn, en je hier nòg eens extra moet betalen). Klimmen in het gebergte rond de graven doet ons extra genieten van het ruwe woestijnlandschap. Vanop de bergtop kun je zien dat de groene alluviale vlakte van de Nijl maar een smalle strook is, te midden van droge, droge woestijn. Niet verwonderlijk dat het in de negentiende eeuw een obsessie was, te weten waar die massale hoeveelheid water in die droge woestijn wel vandaan kwam. Hoe kan de Nijl blijven bestaan.
De ligging van de tempel van Hatsjepoet tegen een loodrechte rotswand is sprookjesachtig, maar de binnenkant is de ingangsprijs eigenlijk niet waard.
We zijn verzadigd voor vandaag, en aan afkoeling toe…
Het vrouwelijk deel van ons gezelschap wil dolgraag naar de souk. Wellicht stel je je bij dit woord één of ander exotish paradijs voor. Maar nee, souk is synoniem voor bazaar! Uitleg uit mijn woordenboek: Een verzameling kleine winkeltjes, waar men de meest onnozele prullaria verkoopt. (= brol) Natuurlijk alles hand-made(= in China of Taiwan) Je doet er steeds de koop van je leven! Bij voorkeur vrouwen kunnen er niet genoeg van krijgen.
Koenraad en ik gaan internetten. Om Christine te verrassen breng ik een bezoek aan de plaatselijke kapper.

8 april ’07

Luxor – Aswan
Het convooi vertrekt om 6.30 h. Het is nogal losjes dit keer. We genieten de ganse morgen van mooie zichten op de Nijlvallei en arriveren rond de middag in Aswan. Het is hier 35°C, en daarom nemen we een hotelletje met een klein zwembad op het dak, vlak aan de corniche.
Omdat er heel veel wind is kun je met een feluka (=plaatselijke zeilboot) niet in twee uur alle eilandjes op de Nijl tussen Aswan en de oude dam afvaren. Het is minder idillisch, maar we bargainen dus een kleine motorboot. (70 E P) De tocht is méér dan de moeite waard: Je krijgt voeling met die machtige rivier: de Nijl laat zich hier niet zo makkelijk temmen! De kapitein, waar vooral Koenraad graag een praatje mee maakt, heeft de grootste moeite om de vele draaikolken en stroomversnellingen te ontwijken. De waterkanalen tussen de vele eilanden vormen een waar doolhof en zijn begroeid met exotische planten.
De beide Nijloevers staan in schril contrast hiermee: pure woestijn rijst uit het water op. Je kon tijdens de autorit vanmorgen duidelijk merken dat de alluviale vlakte steeds smaller werd en het landschap langzaam bergachtiger werd. Op hoogte van Aswan stroomt de machtige stroom via een reusachtige doorbraakvallei uiteindelijk volledig in het laaggebergte. Daardoor was de aanleg van twee reusachtige dammen enkele kilometers stroomopwaarts mogelijk. We zien vele dorpen aan de rivier liggen. Kinderen stoeien in het water. De plaatselijke bevolking ziet er niet meer Arabisch uit, maar is veel zwarter : we bevinden ons reeds 2 000 km in het Afrikaanse binnenland in het land van de Nubiërs.

9 april ’07

Aswan
De tempel van Philae werd verplaatst naar een hoger gelegen eilandje, bij de aanleg van de eerste Aswandam. Zoals altijd vraagt het veel tijd om een eerlijke prijs voor het bootje te bedingen. De mannen willen ons laten betalen per persoon, maar dat nemen we niet. Uiteindelijk huren we samen met een andere Belgische familie het bootje af. de Belgen wonen reeds twee jaar in Caïro omdat vader dokter is en werkzaam in de leprabestrijding. Verwonderd hoeveel lepragevallen hier in Egypte bij de onderste bevolkingslaag nog voorkomen, en ook hier worden lepralijders nog steeds uitgestoten en verstopt.
De witgele Philaetempel contrasteert prachtig tegenover het blauwe water van het stuwmeer, en de hiërogliefen zijn goed bewaard. Ze geven een beeld van het dagelijkse leven in het oude Egypte.
De hoge dam is één van de grootste stuwdammen ter wereld. Het stuwmeer is 500 km lang (dit is van Brugge tot in de Bourgogne!), en reikt tot ver in Soedan. Het water was hoognodig om meer landbouwgrond te verkrijgen voor de snelgroeiende Egyptische bevolking ( elk jaar groeit de bevolking nu nog aan met 1 miljoen!) De krachtcentrale levert alle stroom aan Opper-Egypte. Hét wereldmegaproject van de jaren zeventig, maar ook weer met een keerzijde: 60 Nubische dorpen verdwenen onder het water. Voor hen bleef enkel woestijn over. Toch is de balans hier positief. Zonder de dam kon de voedselvoorziening niet worden gegarandeerd, en men heeft geprobeerd de schade voor de Nubiërs te beperken door de aanleg van nieuwe, moderene dorpen in de woestijn, die wel kunnen rekenen op constante watertoevoer voor de landbouw. Zelf heb ik voor zo’n boouwwerk grote bewondering. De hoogte en breedte is enorm: het is de grootste pyramide van Egypte, niet gebouwd voor één of andere Goddelijke farao die dan toch bijkbaar niet verrezen is, maar voor het welzijn van die Goddelijke ‘gewone’ mens.
De rest van de namiddag wordt omgedoopt tot ‘free afternoon’. Koenraad gaat internetten en de vrouwen naar de souk. De zwemmende kinderen van de Nijl hebben mij al doen watertanden, dus bij mij staat een zwempartijtje op het programma. Ik wandel langs de Nijl in noordelijke richting Aswan buiten tot op een klein strandje. Door te zwemmen krijg je precies een veel dieper contact met misschien wel de Goddelijkste rivier van de wereld. Dobberend in het water gaat de zon onder boven de okergele bergwoestijn. De lichtflikkering in het zenuwachtige water maakt je dronken van vervulling. Een moment om lang te koesteren.
Afspraak om 19 h aan het station. De mannen zijn er, maar de vrouwen?? Een half uur te laat! ( weg verloren in de souk, koop van hun leven,…) Ja, ja…!
We kopen een take-away pizza en placeren ons langs die hypnotiserende rivier die je niet meer loslaat.


10 april ’07

Aswan – Abu Simbel – Aswan
Om 3 h wippen we uit ons bed voor de woestijnrit naar Abu Simbel. Het convooi komt om 4.30 h op gang, maar het is een lachertje dit keer. Al snel rijden we alleen door de woestijn langs de karavaanroute naar Soedan. Langzaam wordt de oostelijke horizon lichter en komt de zon op. Wat een kleurenpracht! Het is weer genieten van de bovenste plank.
Je passeert ook heel wat nieuwe Nubische dorpen. Mooi aangelegd, tussen groen. Precies een oase, maar in werkelijkheid komt het water uit het reusachtige Nassermeer. Abu Simbel zou ook volledig verloren gaan door de dam, maar werd door de wereldgemeenschap in duizenden stukken gezaagd enkele meters verder op een hogere plaats weer opgebouwd. Twee bergen werden daarvoor verplaatst, want de tempel is volledig uitgekapt in harde rots.
Het is verbluffend! De kolossale beelden in de rots uitgehouwen, de beelden in de tempel, de gekleurde hiërogliefen…Voor mij ontegensprekelijk het mooiste wat we hier in Egypte zagen. Het is om kippevel van te krijgen… Behoort tot de toppers van onze ganse reis! Net zoals de reuzebeelden van Ramses II kijken we uit over de Nijl, nu een stuwmeer. De kleurrijke bergen worden weerkaatst in het azuurblauwe water. Op je rug voel je de ogen van Ramses, die je precies doorboren en in de betovering meeslepen…In de verte lonkt Soedan.
Op de terugweg is de hitte niet te harden. De kleuren zijn nog intenser. We zien een oceaan, waar kegelvormige bergen en falaizekusten uit oprijzen. ‘Kijk, dit is precies Cap Blanc Nez. En daar, Griz Nez…’ Wat een fata morgana! Of zit Ramses er voor iets tussen?