OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

dinsdag, juli 25, 2006

7 juli ’06

Istanbul is werkelijk een heerlijke stad, waar je nooit genoeg van krijgt. Het is moeilijk te beschrijven hoe dat komt, maar we komen hier wel nog eens terug.
We probeerden gisterenavond via internet te telefoneren, en het lukte dan nog ook, van onze kant. Thuis was de microfoon stuk. We telefoneerden naar ma en pa. Ze klonken al heel wat beter. Nele en Goedele zijn ook eens op bezoek geweest. Als de kinderen regelmatig eens langs gaan, zal het voor hen ook veel makkelijker verteerbaar zijn, dat we zo’n lange periode weg zijn.
Vandaag doen we inkopen voor onderweg, want we vertrekken met de veerboot naar Yalova. Het is een handige manier om de stad uit te raken, en we kunnen ons dan eens een dagje placeren aan het meer van Iznik.
We staan nog maar net onder de sparrenbomen of we worden prompt uitgenodigd bij een Turkse familie om iets te eten en te drinken. De zoon is leraar Engels, en daardoor gaat het gesprek heel vlot. We praten over de Turks gewoontes, en vertellen ook over het leven in België.
Iedere leraar in Turkije moet eerst 4 jaar lesgeven in het Oostelijk deel van het land, omdat er daar een nijpend tekort aan leraars is! We horen ook dat er pas op ‘university’(?) Engels aangeleerd wordt. Dit verklaart waarom de meeste Turken maar enkele woorden Engels kennen.
Daarna zijn ze ook erg nieuwsgierig naar onze auto, en we tonen ook een aantal foto’s van thuis. De vrouwen zijn sterk geïnteresseerd in onze kinderen.
Bij een foto van Goedele en Didier samen in de zetel, vertellen ze dat dit in Turkije niet kan. De moeder wil trouwens geen hand geven, en kijkt me ook niet aan, niet uit onvriendelijkheid, maar omdat haar traditie het zo wil. De rest van de familie neemt het niet zo strikt, maar toch zie je alleen mannen zwemmen in het overheerlijke meer. De ene vrouw die we efkens in het water zien heeft haar volledige garderobe aan. Christine past zich wel een beetje aan, maar kan het zwemmen toch niet laten.
(Te) Veel mensen komen nog een praatje maken, maar de taal is de grootste barrière. We komen niet verder dan ‘merhaba’

8juli ’06
reisroute:Iznik-Bilecik-Bozuyuk-Eskisehir-Konya-Karaman-kloosterruïnes van Allahan in het Taurusgebergte

We waren het vergeten van toen we in dit gebied met de fiets rondtrokken, 2 jaar geleden: Het centraal Anatolisch plateau is wondermooi. Ruige bergen wisselen steeds af met zachtdeinende hoogvlaktes, waar vooral graan geteeld wordt. Het landschap zindert van de hitte, maar toch wordt hard gewerkt om de oogst binnen te krijgen.
De wegen zijn zeer goed, en gaan rond de dorpen.Wel spijtig, want we weten zeer goed met de fiets ga je door alle kleine dorpjes, en heb je daardoor een veel directer contact met de streek waar je doorreist. Nu passeert alles veel sneller, maar krijg je wel meer een overzicht. Plots, na Karaman doemt als een muur het Taurusgebergte voor ons op. Je kunt het vergelijken met de Alpen of de Pyrenneeën, maar dan in gele vorm, omdat de droogte hier in dit seizoen blijft overheersen. We klimmen steeds hoger.De prachtige vergezichten volgen mekaar in snel tempo op. Uiteindelijk belanden we bij de kloosterruïnes van Alahan. Het is wondermooi, vooral omwille van de unieke ligging in het gebergte. Die paters wisten hun plaatsje wel te kiezen!
We rijden tot vlak buiten de omheining, en zoeken een mooie plaats om te overnachten, zodat we verder van het gebergte kunnen genieten…




9juli ’06

route:Alahan-Silifke-Narikuyu

De rest van de doorgang via het canyon van de Göskü rivier is met geen woorden te beschrijven. Je kunt het vergelijken met de grootse cañons in Zuid-Frankrijk, maar dan toch ook weer helemaal anders.Wanneer we Silifke naderen, voelen we de verfrissende zeewind, want het is nog maar 10 u in de morgen, en toch al bloedheet!
We hadden ons van thuis al voorgenomen eerst wat vakantie te nemen aan de Turkse kust, voor we Iran binnengaan, en zoeken dus eerst een rustige plaats aan zee, waar we kunnen vrijkamperen. Na enkele wegeltjes in te rijden is het al prijs. We zien een mooi plaatsje vlak aan het water, waar ook al enkele Turken kamperen. Ik vraag of het stoort hier te kamperen, maar moet natuurlijk eerst thee drinken. Ze praten wat weg en weer, want dat hoort er nu eenmaal bij, en zeggen dan dat ze het reuzeleuk vinden dat we hier verblijven. We mogen hier gratis staan, en het sanitair gebruiken.
Het doet altijd deugd aan de Middellandse Zee te verblijven. Je kijkt uit over het Azuurblauwe water, omzoomd door witte rotsen. Zwemmen in het warme water…We kunnen er bijna induiken vanuit onze auto! Het is hier zeer heet, maar de frisse zeewind maakt het goed te verdragen, onder onze luifel, want we staan hier wel in de blakende zon.
We proberen te telefoneren, maar met de kaart die we kochten in Istanbul(met code, en niet vanTürk Telecom) lukt het niet meer om te bellen buiten Istanbul. Twee jaar geleden kwamen we juist hetzelfde tegen. Een ezelstoot zich…, of 7€ naar de vaantjes. Op internet wordt het ook een heel gepruts. We raken niet op ons adres op gmail. Yahoo gaat wel, om onbegrijpelijke redenen. Gelukkig worden we geholpen door een Turkse jongen die wat Engels kent: Het probleem zit hem gewoon in het ander klavier. Op de plaats van de i staat een Turkse i, zonder puntje.Onze i staat op de zijkant, waar bij ons * staat. Dus alles met i lukt eerst niet!!! Wat wordt dit in Iran??? Want nu zijn het nog dezelfde lettertekens!!
Er is een mail van Goedele, Linus en Geert en Véronique. Wat leuk. We proberen kort te antwoorden, maar het valt niet mee te werken op een ander klavier!!

11 juli ’06

We konden er niet aan ontsnappen! Gisterenavond dronken we thee bij onze buren. Prompt zat ook daar de helft van alle kampeerders. Het zijn allemaal vrienden uit de omgeving, die hier elk jaar terugkomen. Er is een leraar Frans bij, waardoor de conversatie vlot verloopt. Het is de Turkse uitgave van Dirk: een echte levensgenieter. ’s Avonds vindt hij er een bijzonder genoegen in, naar de volle maan te kijken terwijl hij een efes(=Turks bier, redelijk sterk, een beetje als een Belgische trappist) Ook wordt de laptop bovengehaald om foto’s van hun kinderen en de omgeving te bekijken. Je waant je niet meer in Turkije!!! De Islam is hier ver weg.
In het gezelschap zit ook een visser die rond 22u vertrekt, om de ganse nacht te vissen, net zoals mijn grootvader,vroeger. Als we vis willen, moeten we het maar zeggen, want voor de vis die we kochten betaalden we veel te veel.
Op het einde van de avond krijgen we nog en mooie schelp mee, opgevist hier voor de kust.
In dit deel van de kust zie je geen westerse toeristen, maar de Turken die hier verblijven zijn ook met vakantie, en gedragen zich als een doorsnee westers toerist. Er zijn dus echt wel twee Turkijes: het Turkije van het binnenland, waar gewoontes en gebruiken nog volledig aanwezig zijn, en dan het moderne Turkije, langs de kusten en in de grote steden, waar al die gewoontes in snel tempo verdwijnen.
Vanmorgen gaan we mee naar de markt met onze gebuur, en passeren we andere geburen waar we groenten en druiven krijgen. We moéten het gewoon meenemen! De Turkse vriendelijkheid en gastvrijheid is alomgekend en vermaard.

13 juli ’06

We nemen nog 2 dagen vakantie hier, aan de Turkse rivièra, bezoeken een grot en Griekse ruïnes. Beide niet echt de moeite. Bij de grotten kijken we wel onze ogen uit naar 3 busladingen Syrieërs. Wat zijn de mannen mooi. De vrouwen misschien ook, maar het enige wat je ervan ziet is in hun volledig omhullende zwarte kledij, een kleine open streep voor hun ogen! Ze ademen zelfs in en uit onder hun keren. Dit moet niet te harden zijn in zo’n hitte!
Gisterenavond leerde ik Turks dansen, of ik het nu wilde of niet. Mijn twee Turkse kennissen spelen beide in een percussiegroep, en begeleiden moderne Turkse muziek op CD. Het was wennen om op die totaal vreemde toonladders je te bewegen. De muziek heeft iets magisch, en doet denken aan de toonladders die gebruikt worden in de Jiddische muziek.
Een eind verder aan de andere kant van onze auto kampeert een vissersfamilie. Het zijn heel gewone, simpele mensen. Ze kunnen enkel Turks, maar zijn ook bijzonder vriendelijk. In de namiddag vingen ze vis, die nu gebakken wordt. We worden uitgenodigd aan tafel. Christine was net begonnen de aardappelen te schillen voor ons avondmaal, maar deze uitnodiging weigeren zou echt onbeleefd zijn! We zetten ons bij. Er wordt een glaasje wijn geschonken, en we moeten de vis maar nemen uit een gemeenschappelijk bord. Je ziet dat die mensen het veel minder breed hebben, maar zijn daarom niet minder hartelijk. Ze delen hun maaltijd met ons. We proberen ook beiden een stukje van mekaars leven te begrijpen, al gaat dat moeilijk, omdat de taal een grote barrière is. We hebben foto’s mee van ons huis, van Brugge, en van de kinderen, waardoor we zonder veel woorden toch ook iets kunnen vertellen over het leven bij ons in België. Woorden zijn ook niet altijd nodig. Bij het afscheid is de Turkse omhelzing zo warm, dat je je na enkele uren écht familie waant van deze mensen!
Na de dagelijkse laatavondzwem zit ik nog even over de Middellandse Zee naar de opkomende maan te kijken. De grote beer zit vlak boven mijn hoofd, en ik zie aan de hoogte van de poolster dat we al veel zuidelijker zijn op onze wereldbol. Het leven verschilt hier ook al sterk met dat van thuis. Met een beetje heimwee vertrekken we morgen van hier. Wat hier deugd doet is de onvoorstelbare warmte van de mensen. Ik leef zeer graag in België, en zou ook nooit ergens elders willen leven, maar je moet eerlijk zijn. We leven in een zeer kille maatschappij, en daardoor missen we veel. Hier hebben de mensen veel minder en is het leven materieel een stuk moeilijker, maar wat ze hebben delen ze met mekaar, in een grote gastvrijheid.

14 juli ’06

Silifke-Adana-Gaziantep-Sanliurfa
We rijden nu weg van het stroomgebied van de Middellandse Zee. De weg is schitterend. Je moet dwars door het gebergte om in het stroomgebied van de Indische Oceaan te komen. Na de afdaling bevinden we ons in tweestromenland: het gebied van de Eufraat en de Tigris. Eerst komen we de Eufraat tegen. Het doet iets om zo’n machtige rivier, waar je vroeger zoveel over gehoord hebt met je eigen oogjes te zien! De rivier is op veel punten afgedamd om de droge en oververhitte streek hier van water en elektriciteit te voorzien. Hele Romeinse en Griekse sites werden zo onder water gezet. In het muzeum van Gaziantep kun je de mooiste mozaïeken en beelden uit die steden nog bewonderen. Ze zijn ronduit schitterend.
In Sanliurfa nemen we een geklimatiseerd hotel, omdat de hitte niet te harden is. Na het nodige afbieden komen we een prijs overeen van 12,5€ per nacht, voor ons tweeën.

15 juli ’06

Vandaag is het de verjaardag van Roeland. We proberen ‘s morgens direct te bellen, maar wellicht slaapt hij nog. Wonderbaarlijk, maar de telefoonkaart doet het weer. We krijgen ma en pa aan de lijn. Het doet plezier hun stem te horen!
Het oude centrum van Sanliurfa is niet in woorden te beschrijven. De bazaar van Istanbul verbleekt met wat je hier ziet! Alles is veel authentieker. We zijn dan ook de enige toeristen in deze hete oven, die Sanliurfa noemt. Ik vergaap me vooral op het vakmanschap van houtbewerkers, koperslagers en smeden. Ze maken in een handomdraai en voor een prikje wat je wenst. Abraham zou hier verbleven hebben, van een rots afgeworpen zijn, en waar hij neerkwam ontstond plots een heilig meer. Het heilig meer en de ganse omgeving is sprookjesachtig. De heilige karpers zijn zeer tam en krijgen heilig eten. Als ik de kans zou krijgen pakte ik er twee voor in mijn pan vanavond! Dan waren ze direct heilig.
We doen ook de zweterige tocht naar de burcht van de kruisvaarders, boven de stad, waar je een mooi panorama krijgt op de nauwe Oosterse steegjes van de stad. We slenteren uren in dit labyrinth rond: What’s your name, hello,where are you from?........ We hebben voortdurend volk rond ons. Een groepje kinderen komt van de koranschool. We nemen een foto van de giechelende meisjes.
Een end verder komen we een Turkse man tegen die ons uitnodigt voor de thee, en blij is wat Engels te praten. Hij vertelt honderduit over de stad, maar wil graag uitwijken naar het westen van Turkije. We vertellen oook wat over onze kinderen, en hij is vooral geïnteresseerd in onze dochters. We vertellen dat ze al bezet zijn. Hij vraagt ons heel ernstig, indien één van de dochters weer vrij zou komen we dan toch zijn foto(die we prompt nemen) eens zouden willen tonen. Misschien zouden Nele of Goedele hem dan mooi vinden…? Hij was vooral geïnteresseerd in de ‘teacher’. Linus je bent dus gewaarschuwd!! Turkse concurrentie.
’s Avonds eten we nog een kebap. Het ziet er achteraf beschouwd hier niet erg proper uit. Ze nemen alles met hun handen en leggen het op een vuil tafelkleed.
En ja, enkele uren later heeft Christine Diarrhee…Wordt zeker vervolgd.

16 juli ’06

Sanliurfa-Dutluca-Adyaman-Kahta-Nmrut Dag
We vertrekken al vroeg in de morgen omwille van de hitte , en ontbijten onderweg. We maken een klein ommetje naar de Attatürk-stuwdam, op de Eufraat, die één van de grootste stuwdammen ter wereld vormt. Tot groot ongenoegen van buurland Syrië en Irak, omdat het grootste gedeelte van het water van de bovenloop van de Tigris nu in Turkije blijft. Bijna kwam het in het verleden tot een ‘wateroorlog’. Als je het droge , verhitte landschap bekijkt zie je dat water hier inderdaad het kostbaarste goed is.
In Kahta worden we overspoeld met ‘information’ over de Nemrut: Turkijes grootste wonder, voor ons méér dan een omweg waard: ‘With this car it’s impossible! We offer you a trip for 25 €, meal and sleeping included!’ Het is inderdaad niet duur, maar ik merk dat die minibussen dezelfde auto’s zijn als de onze, en besluit toch de klim te wagen, omdat we dan op de top kunnen overnachten, en boven kunnen blijven zolang we willen. We rijden eerst naar Karakus, waar we uitstappen om een grafheuvel te bekijken. Terwijl we boven staan komt aan de voet van de heuvel een rij claxonerende auto’s aan. Het is duidelijk een huwelijksfeest! Iedereen springt enthousiast uit de wagen. We spoeden ons naar beneden. Intussen brengen de muzikanten een meeslepend genre muziek. Of je het nu wil of niet, je wordt opgenomen in die Turkse volksdans. Het wordt een heel speciale ervaring. Het ritme gaat door merg en been, en de fluiten en andere blazers hitsen je verder op. De hoge blijheids kreten van de vrouwen doen de rest. We bewegen als een slang mensen rond deze grafheuvel als in een rituele dans. Na de dans neemt iedereen hartelijk afscheid en vervolgen we onze tocht naar Cendere. Daar belanden we in een prachtige kloof, waar we kunnen zwemmen. Het zit er zwart van de Turkse gezinnen. Ook daar moeten we weer blijven eten, maar we weigeren dit keer omdat we nog de berg op willen. Plots komen enkele Turkse mannen naar ons toe, die ons proberen iets duidelijk te maken. Na heel wat gebaren hebben we het door: Ze hebben een scheur in de binnenband van hun moto. Of ik soms geen materiaal bijheb? Ja, en zoals de vrienden mountainbikers wel weten is een band stoppen geen probleem, tot… ik dìe scheur zie! Gelukkig heb ik zeer lange plakkers mee ( merci Stock Vermeersch!), en het lukt dan nog de band te blazen met een pomp met Belgisch ventiel. Ik voel me zielsgelukkig voor de Turkse mensen eens iets terug te kunnen doen, nadat ik van hen al zoveel hulp kreeg. We mòeten meekomen naar hun huis in Adiyaman om te eten en te overnachten, of minstens morgen nog langs komen. Maar we besluiten dat we niet zo’n eind willen terugrijden, en nemen allerhartelijkst afscheid. Via Eski Katha en Horik rijden we verder de Nemrut op. Het laatste stuk weg is in zeer slechte staat, maar als je rustig de berg oprijdt is het te doen. We parkeren de auto, net voor de top, en lopen het laatste stuk te voet, om de zonsondergang niet te missen.
De top van de Nemrut is eigenlijk een enorme grafheuvel, waar Antiochus I 2000 jaar geleden begraven werd. De tumulus is aan de oost en de westkant afgeboord met twee rijen reusachtige beelden die redelijk intact bleven. We gaan eerst naar het oostplateau. Het geheel is groots, maar laat me niet direct zo’n grote indruk na, omdat het er wemelt van de mensen. Plots gaat iedereen naar het westterras om de zonsondergang verder te volgen. We staan helemaal alleen , oog in oog met de reusachtige stenen koppen. Ik bekijk ze één voor één , en voel eraan. De Griekse invloed is onmiskenbaar. Wat een gevoel is er ingelegd! En dat 2000 jaar geleden. Door het rood licht van de ondergaande zon krijgt alles iets bovennatuurlijks. Het is hier een speciale plek. Ik begrijp waarom Antiochus hier wilde begraven worden…De plek straalt precies een bovennatuurlijke kracht uit. Ik leg mijn handen nog eens op de stenen en neem afscheid.
Het westelijk terras is minder mooi. Er is ook weer veel volk. Ik zie de zon ondergaan als een vuurrode bol achter de bergen. Wat is de wereld toch mooi.
Vlak voor me zit een blonde jongen. Duidelijk ook geen Turk, zoals wij. Hij draait zijn hoofd, en ik verschiet me dood. Het is Francis Goutry, een oudleerling van Olva! Het is niet mogelijk! Dit kan nu toch geen toeval zijn? We komen Francis voor de derde keer tegen. Een eerste keer in de wegwijzer, waar hij me vertelde over zijn plannen met de moto rond de Middellandse Zee te rijden. Dan kregen we weer informatie + emailadres door, omdat Didier het werk van Francis bij Coolsolutios in Oostende overnam, en nu zien we hem nog eens. Dit moeten we eens bijpraten. Omdat hij aan de andere kant van de berg in een pensionnetje logeert en terug moet voor het helemaal donker wordt, spreken we af morgenochtend samen te ontbijten, na de zonsopgang, die je hier natuurlijk ook moet meemaken. Afspraak om 4.30h.

16 juli ’06

Nemrut-Karadut- Veerboot-Siverek-Diyarbakir

We zijn een half uur te laat op de afspraak,( wie ons goed kent zal nu eens glimlachen) na een wel zéér korte nacht. De meest eenzame plaats in Azië werd namelijk ook uitgekozen door een Turkse familie, die op enkele meters van onze auto de vuurkuil nog wilde gebruiken om kebap te maken… Toen we al sliepen werd er op de ruit geklopt. Ze hadden nog eten over. We mòesten het aanvaarden en nog thee drinken!
We zijn nog op tijd voor de zonsopgang. Francis is er al. Er wordt weinig gepraat. Zo’n vroege morgen heeft altijd iets ingetogens. En dan is hij er. Eerst een klein rood stipje. Snel groter wordend. Een prachtige rode bol. Alles is een wonder. De beelden, de stilte, de ganse omgeving. We genieten nog lang na op de twee terrassen, en wandelen dan het stukje naar beneden naar onze auto om te ontbijten. De Turken zijn al vertrokken. De çay (= thee) zal voor een andere keer zijn, en ik ben er niet droevig om.
Wij hebben in twee weken nog niet zoveel beleefd, maar we luisteren met plezier naar het maandenlange reisverhaal van Francis. Het is boeiend, maar wat ons het meest boeit is hoe hij tegenover een aantal situaties staat. Het getuigt van veel levenservaring voor iemand van 25. We babbelen ook honderduit over den Olva, die mij zo nauw aan het hart ligt, maar daarnaast neemt het gesprek een hele diepe wending. Terwijl we daar zo zitten en de grafheuvel van de Nemrut zindert in de zon vertellen we mekaar een stuk leven, en ontdekken dat we op veel domeinen op dezelfde golflengte zitten. Wat een wijsheid op zo’n jonge leeftijd. Het doet deugd op die manier met iemand te kunnen praten. Het is pure magie op die plaats. Je voelt de adem van Antiochus boven onze hoofden…De uren vliegen voorbij, en we besluiten ook nog te middagmalen. Dat is nu eenmaal het zalige aan zo’n sabbatjaar. Niets moet. Je ziet wel hoe het uitkomt.
De lange rust van vandaag heeft Christine deugd gedaan, want haar binnewerk ligt nog altijd helemaal overhoop.
In de loop van de namiddag besluiten we te vertrekken , omdat we anders de berg niet meer afraken.
We nemen de veerboot(5€) over het Attatürkmeer. Wanneer we bijna aan de overkant zijn kijkt een man me aan met donkere blik en zegt zachtjes tegen me: ‘you enter Kurdistan!’Dat zegt genoeg. Ik ken het probleem en antwoord: ‘I know’ . Het doet hem plezier.
In de Peugeotgarage van Dyanbakir kopen we een reserve luchtfilter en dieselfilter, want die hebben we vergeten. We duikelen direct in ons bed, want we zijn te moe om de stad te verkennen. Dat is voor morgen.

17 juli ’06

Diyanbakir-Silvan-Baykan-Bitlis
In Dyanbakir zie je het Turkse leven nog meer zoals het is. Er zijn hier ook geen Turkse Toeristen. Het is een stoffige, hete miljoenenstad met heel wat schooiende kinderen. Je merkt dat het leven er voor velen moeilijk is. Het doet denken aan Istanbul 15 jaar geleden. In West Turkije is er al heel veel veranderd. Toch is de stad ook wondermooi: de bazaar, de moskees, en vooral de prachtige stadsmuren uit zwart bazalt. We wandelen tot aan de Tigris, die in een bocht rond de stad stroomt. Zo zien we nu voor het eerst de tweede rivier van tweestromenland.
Rond de middag vertrekken we. Het landschap is adembenemend. Het is bloedheet, maar goed te doen als je alle ramen open zet. De wind koelt je af. Ik begrijp niet hoe de mensen hier in zo’n hitte kunnen werken. Zelfs in Spanje, waar het minder warm is nemen ze siësta op het heetst van de dag.
Na Baykan rijden we het gebergte in, en is de weg slecht omwille van zeer grote wegenwerken. Het is de verbinding naar Iran. We zien ook veel Iraanse bussen op de weg.
15 km voor Bitlis stoppen we even. Maar wat blijkt? De auto start niet meer.Ik hoor de startmotor tikken, en denk dat het daar zit. Niet op te lossen dus. Ik rijd met een vrachtwagen mee, naar de dichtste garage, in Bitlis. De garagisten komen mee, en zeggen na wat onderzoek: het is de accu. Ik geloof het niet, maar met startkabels slaat de motor terug aan, en rijden we tot in de garage. Bij verder onderzoek blijkt het toch de dynamo te zijn: de accu laadt niet meer op.Hij blijkt niet te vermaken. Een nieuwe moet van Izmir komen, en dat duurt 2 dagen. Ik zeg dat ik dat niet geloof, omdat er hier veel auto’s zoals de onze rijden. Na een half uur hebben ze een ander adres in Adana. Morgen is de nieuwe er. Kostprijs: 325€ Ik verslik me bijna in de thee, en zeg dat dit veel te veel is. Ik vraag ze de Peugeotgarage te bellen in Dyanbakir. Reeds gesloten. De garagist zegt dat ze in de Peugeotgarage wellicht de dynamo kunnen herstellen voor ongeveer 75€. Dat betekent wel twee keer 5 uur bus. Ik besluit de nachtbus te nemen, van 1.30u. We nemen een hotel. Een familielid die dokter is, en Engels praat gaat mee, en we betalen zonder vragen Turkse prijs:5€ per nacht

18 juli ’06

Na enkele uurtjes slaap zit ik op de bus. Christine neemt nog een dag rust omdat ze nog steeds een beetje ziek is. Ik heb ook wat last van diarrhee, maar veel minder. Het is nu 3uur in de nacht. Ik kijk naar buiten en zie nu in het donker het landschap voorbij glijden. Ik luister naar een mooi muziekje op de MP3. Er is natuurlijk een chauffeur op zo’n bus, maar er is ook een persoon mee om je te verzorgen: met de bus reizen in Turkije is niet alleen je verplaatsen van punt X naar punt Y! Neen! De bus( zoals alles hier) is een belevenis. Je drinkt thee, koffie. Je krijgt een cola, een koekje. Je gezicht wordt verfrist met eau-de-cologne. Je stopt om te praten en je te wassen…Kort gezegd: leuk.
Om zes uur ben ik in de stad. Het is al goed warm. Tegen 7.30h ben ik in de Peugeotgarage. Ze openen maar om 8.30h, maar de privé kokkin van de garage heeft al thee gezet, en is reeds bezig een heerlijke maaltijd te bereiden voor het personeel. Ik mag me bijzetten, en krijg thee en brood.
Wanneer de garage opengaat blijkt dat men het inderdaad kan herstellen, maar het zal 4 uur duren. Ik ga intussen wat chillen in het centrum van de stad. Tegen 12h kom ik terug, en het is inderdaad bijna gefikst. Ik mag echter niet vertrekken zonder eten. Geen sprake van! Ik krijg een overheerlijke maaltijd, zwier de dynamo in mijn rugzak, en ben net op tijd in de otogar(=busstation) voor de bus van 13h.
In de bus is het heet, maar weer reuzegezellig. Ik ben content van mezelf.Missie geslaagd. Voor 20€ is de dynamo hersteld: 4 uur werk + de onderdelen. Op die manier merk je hoe laag de lonen zijn in Turkije. Later vertelt men me dat een nieuwe dynamo ingevoerd wordt en daardoor zoveel kost.
Om 18h is de dynamo geplaatst, maar wat blijkt? In de garage heeft men de diodes vergeten te controleren. Je raadt het al. Nee dat soort diodes hebben ze niet in Bitlis. Er rijden hier enkel oude peugeotcamionetten:J9! De garagist is er het hart van in, telefoneert, zoekt bij anderen, bidt tot Allah( Heel ernstig, maar de dokter zegt al fluisterend tegen me dat hij niet gelooft dat Allah zoiets oplost, maar dat hij dit hier niet te luid kan zeggen) Ik moet de volgende nacht dus terug. Christine is het boeken lezen beu en besluit me te vergezellen, wat ik natuurlijk leuk vind.

19 juli ’06

In het hotel vergeet men ons te wekken, maar de busmaatschappij heeft snel gevonden waar we logeren, (want iedereen kent hier iedereen) het hotel opgebeld, en rond 2.30h worden we wakkergebonsd op de deur, met een draaiende autocar voor de deur! Het heeft dus wellicht een uur geduurd om ons te vinden, maar: inTurkey no problem! We halen het wel in. En inderdaad: we komen met een kwartier vertraging toe. Van die nacht herinner ik me niets. Ik ben zò moe de tweede nacht op de bus, dat ik in de armen van Christine geen minuut wakker lig….
Het herstel van de dynamo zal tegen de middag klaar zijn. Intussen gaan we naar een internetcafé. Er is een mail van Goedele en Koenraad, en daardoor heel wat nieuws van thuis. Ook Robert en Leo zijn terug van de Saur en stelden het goed.Hannelore heeft nieuws van Oostende. Ik vraag haar om voor pa een emailadres te maken. Francis heeft ook al geschreven, en terwijl we daar zitten verschijnt een bericht van Roland over de tocht naar Passau, en de zotte kuren van Jozef op de Mont Ventoux. Dit doet allemaal zo’n plezier aan het hart. Het is het wonder van internet: je ent ver weg, maar je blijft in contact met de mensen van wie je houdt.
Terug in de garage is het nu wel zeker in orde! We moeten weer blijven eten,en de mensen zijn zo hartelijk dat ik moet bekennen dat ik die panne leuk vindt. Je komt op een heel andere manier met mensen in contact.
We krijgen een lift naar otogar. De man zegt dat we Koerdische muziek horen, en in een Koerdische stad verblijven. Hij is blij dat we het probleem kennen.
De terugrit met de bus is toch ook voor de derde keer weer een festijn voor het oog. We kunnen er niet genoeg van krijgen. We passeren weer de vele dorpen met kleine, en toch wel zeer primitieve huisjes. Wat moet het daar heet zijn, binnen!Op elk huis zie je bedden op het dak staan. Dit wordt ook in de bijbel beschreven. De tijd heeft hier stilgestaan, maar… naast het bed staat een schotelantenne! En in elk dorp is er internet. Deze mensen kennen ook onze wereld!
De dynamo wordt geplaatst, en alles is in orde. De garagist is ook opgelucht. We nemen afscheid van mekaar, als twee dikke vrienden. Ook hij rekent voor de vele uren werk maar 45€ aan. Ik geef hem bij, omdat ik weet dat hij al zijn uren zoekwerk van gisterenavond niet bijrekent.
Op onze kamer staren we beiden in de verte. We zien deCC vele gezichten voor ons van vriendelijke, hartelijke mensen. Ik durf er niet aan denken hoe Turken bij ons soms behandeld worden. Je wordt er triest van.

21 juli ’06

Bitlis-Tatvan
We beslissen vandaag enkel naar het Vanmeer te rijden, en eens de was en de plas te doen.Christine is erg ontgoocheld over het resultaat van de was.Volgens de reisgids komt je was er helemaal proper uit nadat je ze er even hebt ingelegd.DE mister proper van de natuur.Maar wat een ontgoocheling!Weer een illusie minder en een zeewiergeurtje erbij.
Aan het meer kan ik rustig op de computer het verslag bijwerken. We openen het programma van Google-earth, en bekijken de omgeving van het meer, hier, via de satellietfoto’s. We zien de krater en het meer erin, waar we morgen naartoe gaan. We zien ook de Ararat, en de bergen tussen Turkije en Iran, tot in de kleinste precizie. Met earh-bridge en de gps-antenne geeft de computer met een rode stip aan, dat we ons aan het Van-meer bevinden! En op het programma van Ozzi-explorer zie ik, waar we zin op kaart. Wonderbaarlijk.

22 juli ’06

Vandaag is het zaterdag, en dus ook voor de Turken een vrije dag. Wat bedoeld was om tot in de late namiddag een rustige dag te worden met boekje lezen en zo…. is helemaal anders uitgedraaid. Al snel zijn we omringd door een zeer sympathieke familie, en drinken we çai. Ze hebben 5 kinderen. De kleinste is 2 jaar, krijgt nog moedermelk en drinkt çay uit de papfles. Het is zò gezellig, dat we moeten blijven eten, maar dat weigeren we. We willen nog de krater van de Nemrut oprijden, en daar slapen.
Maar… we merken direct dat de toerenteller van de auto weer onregelmatig draait. Ik vermoed dat de toerenteller als volt of ampèremeter op de dynamo staat, dus, ja je raadt het : de accu laadt niet regelmatig op. Met bang hart en dichtkgenepen achterste vervolgen we toch de klim, want het is maar 5 km meer. We volgen de nogal slechte asfaltweg, die… plots doodloopt! We hadden de aardewegel moeten nemen, maar er was niets aangeduid. Ik sta helemaal geblokkeerd op zo’n smalle weg, en het lampje van de batterij licht nu ook al op. Ik laat me zakken op het weggetje, tot het wat breder is, en probeer dan in 36 beurten te draaien op de hellende weg. Het zweet drupt op mijn stuur, maar we slagen er toch in te draaien. Ik heb er genoeg van. Het kratermeer is voor een volgend leven. Leve de satellietfoto!
We rijden direct terug naar de garage in Biltris. Hij is nog open, maar de garagist vertelt dat hij voor ons niets meer kan doen. We kunnen nog rijden en zoeken beter een Peugeotcenter in Iran(!?!) We vertrekken richting Van, en stoppen op een servicecenter voor Trucks, waar we na een heerlijke maaltijd mogen slapen. Maar ook hier kunnen we de çay niet ontlopen.

23 juli ’06

Bitlis-Akdamar
Lekker geslapen tussen de truckers. Willen of niet, maar we worden door onze gebuurtrucker getrakteerd op een ontbijt . Achteraf wil ik liever zelf de rekening betalen, omdat de mensen het hier echt niet breed hebben. We discussiëren wat weg en weer, maar dat duurt niet lang. De baas van het routiercenter betaalt zelf! En gij nu! Onze auto wordt er nog bij gewassen van kop tot teen ook. Hij vervoert een vrachtwagen meloenen. We moeten er nog een aannemen! Het verloopt hier nooit zoals je het denkt te plannen.
Tijdens de maaltijd leren we enkele woordjes Koerdisch. De trucker is verheugd dat we het probleem kennen. We praten over de rol van Europa in het Koerdisch probleem. De mensen hier verwachten heel veel van het democratisch Europa. Ik zeg hem dat ik Europa ook een uniek experiment vindt op onze aarde, en dat ik er sterk in geloof. Hij zegt me nog dat Koerden geen terroristen zijn, maar wel de Turkse regering die hun taal en cultuur onderdrukt. Ook Israël en Amerika zijn de terroristen, hier in de regio, niet de palestijnen. Ik ben het met hem eens. Het wordt weer eens, na en fotootje een hartelijk afscheid.
Ik test de accu’s uit, voor we vertrekken, en merk dat ze opgeladen zijn. Geen directe zorgen maken dus.
Het gebergte langs het Vanmeer, waar we door moeten is zo mooi dat je er koude rillingen van krijgt.Het blauwe meer zie je soms liggen vanop 1000 m hoogte.
We arriveren hier op een kleine camping, en nemen de veerboot naar een klein eilandje in het Vanmeer, waar een Grieks kerkje gebouwd is, van méér dan 1000 jaar oud. We doen dit samen met honderden Turken, en je raadt het: in Turkije ben je nooit alleen. Eigenlijk zou het ook beter zijn géén eten meer te kopen. We zijn de drukte wat beu vandaag, en keren vroeger terug dan gepland. Op het minuscule gratis terreintje met één douche is een bus Slovenen geland. Wat een bende. Toch een verademing. Ze zeggen goeiendag, maar laten ons verder gerust.We kunnen in alle rust wat lezen, en de foto’s op de laptop klasseren. Morgen proberen we ze naar huis te zenden, want Turkije loopt op zijn einde.

2’ juli ’06

Akdamar-Van
De auto is duidelijk nog niet in orde. Het verklikkerlichtje van de batterij licht voortdurend op. Van is een groter centrum, en gelukkig vinden we hier een ‘Peugeot-servis’. Hier wordt professioneel gewerkt, en al snel zien ze dat de diodes van de alternator verbrand zijn. Het duurt de ganse dag om het te herstellen, en ook de rest van de auto te controleren. Ze telefoneren ook met de Peugeotgarage van Dyarbakir. Wellicht heeft de garagist in Bitlis een fout in de bedrading gemaakt, omdat in onze auto een tweede accu gemonteeerd is, verbonden met de eerste via een relais. Het relais gaat maar open als de dynamo stroom produceert, zodat in het achterste deel van de wagen nooit stroom kan verbruikt worden uit de startaccu. Ze controleren de werking van het relais, enz.
Na een ganse dag werk betalen we 50€ (!), en besluiten niet meer door te rijden naar Dubayazit, vlak voor de Iraanse grens. Dat is voor morgen. Welicht kunnen we daar dan ons verslag doorzenden, en een CD met foto’s naar huis zenden. We kijken ook daar of we een permit kunnen krijgen om de Ararat te beklimmen.
Intussen genieten we van de prachtige zonsondergang hier aan het Vanmeer. We staan hier met onze auto aan het water, en zien de zon zakken in de zee…….

donderdag, juli 06, 2006

30 juni 2002

Ik ben nog een beetje verward van alle indrukken van de laatste uren…
Het is geen ‘normaal’ einde van een schooljaar. Normaal zouden Christine en ik nu in de auto springen, en nog een paar uur richting Spanje rijden. Nu kijken we mekaar aan , en weten: het is de laatste nacht in ons eigen bedje!! Morgen begint het.. Morgen begint wat??? Wellicht het grootste avontuur van ons leven?
Dat denk ik niet. Het grootste avontuur van je leven is je leven zelf. Het huwen en leven met Christine, het opvoeden van onze vier kinderen, en…den olva.!
Het liedje van de nieuwe collega’s zindert nog na in mijn hoofd, o-l-v-a tèrèrèrèrerére.. . De sfeer was vanavond gewoon niet te beschrijven. Ik wil geen afscheid nemen van al dat moois. Het is een deel van mijn leven, en ik hou er ontzettend van. Eerder deze week was er al een afscheidsrit van de olvatrappers. We vierden het verder in het Nieuw Gemeentehuis.(humhum)
Het is ook later dan normaal, omdat ik bijna bij elke collega nog een gesprek aanga. Wees voorzichtig, want we willen je graag teruzien!! Het zindert nog na in mijn hoofd. Ik zie aan de blikken van veel mensen dat ze het eerlijk menen: ze gaan me missen, en ik hen ook. Wat een toffe bende. Het doet pijn om afscheid te nemen. Alle indrukken zijn zo overweldigend, dat ik niet direct de slaap kan vatten.


1 juli 2006

Net zoals de laatste weken zijn we om 6 uur op. Je komt wakker en er is die dag nog zodanig veel te doen dat het al snel gedaan is met slapen.
Er moet nog wat aan het eten gewerkt worden, en ook aan de reisdocumenten. Best dat de kinderen veel geholpen hebben. Goedele is op de valreep nog naar Brussel gegaan, om ons laatste visum voor India af te halen… Ik scan ons ganse paspoort nog in, en maak er nog 2 kopies van, op papier bij Collette, want onze printer laat het weer afweten.. Een laatste kopie zend ik naar ons eigen emailadres.
We zijn er klaar voor. De eerste genodigden komen de oprit op. In geen tijd staat onze tuin vol vrienden en kennissen. Het is precies een café. Roeland ziet al de tuin van zijn ‘chambres d’hôtes’ voor zich.
Onder leiding van Marie-Louise hebben de buren een lied voorbereid: ‘ Het staat in de sterren geschreven…’ We krijgen een mooie kaart, en een geschenk: een reisbudget voor in moeilijke tijden.
Ook de collega’s brengen van alles mee, maar spijtig genoeg kan ik maar heel kort met iedereen praten. We krijgen veel wensen, kaarten en geschenken ook van de familie, die natuurlijk een bijzondere plaats in ons hart inneemt. Nogmaals aan iedereen hartelijk bedankt. Naast de materiële steun, is het in elk geval ook en morele steun.
Ik probeer me vooral nog eens te placeren tussen ma en pa, omdat ik zie dat ze het met onze reis nog steeds heel erg moeilijk hebben.
0m 3 uur begint iedereen afscheid te nemen. Het afscheid van ma en pa is heel moeilijk. De traantjes komen aan beide kanten.
De kinderen en ook Linus, Didier en Elke ruimen in hoog tempo heel de boel op,en dan komt het moeilijkste afscheid: de kinderen….
We zitten in het salon nog allemaal gezellig bij mekaar. Eerst komt er van elk van de kinderen een enveloppe: te lezen als we vanavond in bed liggen. Dan komt een pakket voor onze gezondheid: tegen muggenbeten en zo. We krijgen ook een doosje geluksbrengertjes, waar we elke dag eentje van moeten uittrekken. Er is ook nog een verrassingsdoos, met geschenkjes op datum. Ik zie dat er eentje inzit voor 16 augustus. Ik ben nu al benieuwd wat ik voor mijn verjaardag zal krijgen. Misschien is het allerbelangrijkste wel de kalender, met elke maand een familiefoto, en de belangrijkste gebeurtenissen thuis. Het wordt onze kalender voor het volgende jaar. Ik voel de warme band tussen ons en de kinderen. Ik vraag ze nog eens om niet te vergeten naar Oostende te gaan, want ik zit in met ma en pa.
Dan komt het onvermijdelijke. We pakken mekaar vast, geven een dikke zoen en een dikke knuffel, en laten nog wat traantje stromen. Het afscheid doet pijn…
We starten de auto, rijden van de oprit, nemen nog een laatste foto. We rijden de Kievitstraat uit, zien iedereen nog zwaaien, en… weg is allles. We laten onze tranen stromen…
We rijden eerst naar Hoeke, naar de Damse Vaart, om te zwemmen. Na deze hete dag doet het water ongelofelijk deugd. We drogen ons af, de geluksbrenger, die we kregen, doe ik om, starten de auto, en draaien de expressweg naar Antwerpen op.
Het grote avontuur is begonnen…..

2juli ’06

We zijn vandaag tot in Deggendorf gereden, bijna aan de Oostenrijkse grens. We kamperen hier aan de Donau.Het water doet deugd. We kwamen hier rond 14u aan, en zijn beiden in het zonnetje in slaap gevallen. Christine slaapt nog steeds hier naast me in het gras. Eigenlijk zijn we beiden bekaf van de laatste periode. Om alles klaar te krijgen draaiden we werkelijk 2 maand in overdrive: lange dagen en korte nachten. Vooral de laatste weken waren hectisch: bijna elke dag tot 12u, en om 5u er weer uit, omdat je niet meer kunt slapen. We zijn van plan eerst een periode rust te nemen in Turkije, tot we er klaar voor zijn, Iran binnen te rijden.
Gisteren reden we nog tot in Keulen, en sliepen op een parking. Zoals afgesproken lazen we de kaarten van de kinderen in ons bed. Elk kaartje kon een gevoelige snaar in ons hartje raken. Elk op zijn of haar manier is het zo mooi en fijngevoelig, wat ze ons schrijven. Wat hou ik van hen, en wat zal ik hen missen… Of zoals Roeland het zegt: je blijft heel dicht bij me.

3 juli ’06

Door Oostenrijk rijden blijft altijd een belevenis! De bergen zijn hier op zijn mooist. Eigenlijk hebben we zin de handrem dicht te trekken, en hier eerst tien dagen te wandelen of zo. We rijden verder door Slovenië, en gaan vlot de EU uit. Ook de grensovergang met Kroatië gaat redelijk vlot. Om Servië binnen te komen hebben we al ons internationaal paspoort nodig, en de formaliteiten nemen al snel een uur in beslag. We slapen een beetje voorbij Beograd op een parking aan de snelweg. De tol op de wegen is hier naar onze normen nogal hoog, omdat we als bus(!!!) gerekend worden.



4 juli ’06

Ook de Bulgaarse grens duurt lang. We steken wel 10 km vrachtwagens die in file staan, voorbij. Die staan hier zeker een volle dag aan te schuiven. We zijn nog geen 5 km ver, of we worden tegengehouden door de Bulgaarse politie: te snel gereden! 50 Euro, in Sofia gaan betalen, en dan het paspoort opnieuw ( 100 km) komen afhalen. Na wat gepalaver is 20 € zakgeld ook goed. We waren verwittigd ivm de corruptheid van de Bulgaarse politie.
Het landschap is ronduit schitterend. Om Bulgarije binnen te rijden, reden we door en lange kloof, een beetje te vergelijken met de gorges du Verdon.De bergen in het eerste deel van Bulgarije doen denken aan de Pyrenneën boven de boomgrens. Dit is een land om misschien later eens verder te ontdekken.
Plots zien we dat de route niet meer klopt. We starten de AND routeplanner , en zien ongeveer waar we zitten, en proberen via een verbindingsweg weer op de juiste weg te geraken Maar wat blijkt? Op de kleinere wegen zijn de borden niet meeer vertaald naar ons schrift. Het Bulgaars alfabet is nog eens totaal anders dan het Griekse. We kunnen er niets van maken. Als we de weg vragen spreken we wellicht de namen verkeerd uit, en de mensen daar kunnen de namen op onze kaart ook niet lezen. Ik scande de kaarten vanhier ook niet in, om op GPS te werken. We rijden dus wat op goed geluk, en kijken naar de zon voor de juiste richting, dan moeten we er wel geraken. En inderdaad, plots verschijnt een bord: Istanbul.Omdat we achter een trage auto rijden, en Christine me verwittigt kunnen we een tweede boete vermijden. Voor allerlei gekke redenen wordt de snelheid hier beperkt ( bijvoorbeeld bij elk benzinestation 50 km per uur), en dan staan ze op de loer.
Ook aan de Turkse grens is het aanschuiven.We passeren niet minder dan 5 controles. Steeds opnieuw wordt ons paspoort ingescand en gecontroleerd op hun computer.Na het kopen van een visum mogen we eindelijk binnen, en
belanden we in Turkije. We vinden geen plaats op de snelweg om te slapen, en rijden halverwege af, op zoek naar een plaats. Màààààr, we hadden het vergeten! In Turkije zoek je nooit alleen. De man van de péage ziet direct dat we een slaapplaats zoeken, en wijst er ons niet alleen een aan, maar we worden ook uitgenodigd iets te eten, thee te drinken, enz. Hij komt ook nog vragen of alles wel in orde is. Iets minder winden we het, dat hij ons ‘s morgens om 6 uur nog eens uitnodigt voor de thee, als zijn shift erop zit!
Kosten, naast de benzine:


4 juli ’06

We rijden op de gewone weg naar Istanbul, en gebruiken daarbij voor het eerst ons gps programma op de computer. Jammer dat de ingescande kaart niet meer details bevat, maar toch is het een reuze hulp. We vinden probleemloos het hotelletje dat we vooraf mailden, en waar we twee jaar geleden ook waren. De auto kwijtraken in die nauwe steegjes is een probleem? Dat dacht je maar. In Turkije wordt alles opgelost in een handomdraai. Wildvreemde mensen zenden ons naar een parking, waar geen plaats meer is, maar die man rijdt zelf (oef!!!, in die supernauwe en hellende steegjes), tot hij een plaats vindt, net naast de blauwe moskee. We mogen er blijven staan voor 5€ per dag.
Daarna geven we ons nog eens over aan die machtige stad. De ligging en de sfeer is hier werkelijk uniek. De zee rondomrond, vol met grote koopvaardijschepen, de veerboten die af en aan varen naar Azië. En dan het bruisende leven in die smalle steegjes, waar je nooit op uitgekeken raakt. De bazaars, de kruiden en geuren die je voortdurend overweldigen….
Het is voor de derde keer, maar alles is precies nog mooier en intenser dan vroeger.
‘sAvonds mailen we naar de kinderen, omdat er hier draadloos internet aanwezig is. We spreken af om morgen ook eens via msn te proberen te praten via internet.