OPGELET! Je kunt reacties geven op wat we hier gepost hebben. Je vindt onderaan elk deeltje een stippellijn. Daar rechts boven staat er hoeveel reacties er reeds zijn. Als je klikt op die link kun je niet alleen reacties lezen, maar ook zelf reageren. Zeker doen!! Toch nog even dit: indien je reageert op onze website, kunnen we je niet terug antwoorden. Schrijf dus liever op ons emailadres als je een antwoord wenst: johanenchristine@gmail.com

woensdag, september 27, 2006

19 augustus ‘06

Gilgit – Ghulmet
Net voor Gilgit verlieten we de Indus-vallei, naar een bijrivier: de Hunza.
We starten rond 8.30u en direct bij het verlaten van de stad zie je de grootsheid van de natuur. De Hunza-vallei is heel vruchtbaar.Veel dorpen waar geleefd wordt van landbouw en beginnend toerisme. Je merkt ook dat de vrouwen hier wat vrijer zijn: je ziet ze iets meer op straat en vaak ongesluierd.Naast mij rijdt nu ook een ongesluierde vrouw, voor het eerst na een maand.Maar …..een vrouw in koersbroek blijft hier een bezienswaardigheid!Soms fluiten de mannen Christine na, maar het is bijna niet te doen om in lange broek te rijden op de fiets omwille van de hitte.Christine rijdt ook op een mannenfiets omwille van het lichter en sterker kader, dus een kleed zou pas echt leuk zijn voor de mannen.We stijgen van 1500 n aar 2000m.over 71 km. Het is echt puffen en blazen hier in de hitte.We kopen ook voedsel voor onderweg maar het is ondoenbaar in deze dichtbevolkte vallei om vrij te kamperen.Overal lopen mensen, die ongelofelijk geïnteresseerd zijn in ons!Wellicht zouden ze liefst bij ons kruipen in de tent.Het water van de Hunza is ook moeilijk bruikbaar om te koken en te wassen.Het is zwart door het meegevoerde slib. Of, terwijl de Karakorum bergketen groeit wordt hij ook in snel tempo weer afgebroken.Na reeds uren met lood in de benen te rijden vinden we een klein kampeerterreintje waar we zicht hebben uit onze tent op de Rakapunchi, bijna 8000m hoog, en een van de hoogste bergen van onze aardbol.Toch merk je dit niet echt. Als je zou zeggen 4000, ik zou het ook geloven.Het zicht is wel adembenemend.
Al snel verschijnt de melkweg boven de indrukwekkende gletsjer. Met de muziek van z’n stortbeek naast ons vallen we in slaap.

20 augustus 06

Ghulmet – Gulmit
Vandaag rijden (zweten) we verder in de Hunza-vallei. We klimmen weer 500m over 65 km. De natuur is hier niet alleen groots, maar vooral wild. Alles is in een soort ‘superbeweging’: Rivieren storten zich neer, rotsen breken af, puin verplaatst zich voortdurend.Ook op de weg natuurlijk. We zien het al van ver: er staat een kolonne vrachtwagens. De weg is onderbroken. We rijden dichter, en zien een enorme berg rotsblokken op de weg. Het is niet te ruimen. Mensen duwen rotsblokken de rivier in, terwijl een bulldozer een nieuwe weg maakt over de rotsblokken, maar ook dat zal vandaag niet klaar zijn. Te voet kun je overklauteren.Een man wilt direct geld van ons, om de fietsen over de rotsblokken te dragen. Ik vind het zò grof. We kwamen dit in Pakistan nog niet tegen! Mensen helpen je spontaan, maar hier is het soms anders. Hoe het komt, weten we niet.In elk dorp heb je wel meerdere hulporganisaties die allerlei projecten opzetten, of is he toerisme de reden? Hier hebben mensen in elk geval geleerd te schooien en te krijgen. Velen verwachten het van anderen. Het meest irritant zijn de kinderen. Ze roepen je na, vragen om geld, of: ‘one pen, one pen?’ We worden het wel duizend keer gevraagd. Nochtans zijn hier overal bolpennen verkrijgbaar. We begrijpen het niet.Eén keer zie ik een steentje achter mijn fiets vliegen, en later heft zo’n kleine pruts een stok op naar Christine…
Na 65 km zin we uitgeperst als een citroen. Nee, het zijn geen kilometers zoals in Europa. Je krijgt wel je inspanning honderdvoudig terug in grandioos natuurschoon. Je rijdt met je fietsje op de hoogste weg ter wereld, hier ter plaatse wordt de aanleg ervan het achtste wereldwonder genoemd… In welke richting je ook kijkt, de besneeuwde toppen reiken hier boven de 7000m. De vallei is zò smal dat je ze precies kunt aanraken.
En dan ’s nachts…Wat een sterrenhemel! Melkweg, Grote en kleine Beer, Wega…Zalig mooi, gewoon.

21 augustus 06

Gulmit – Sost
We zitten om 7 uur al op ons stalen ros. Het is nog lekker fris (25°C°) Best ook, want de weg klimt medogenloos. Onze fiets weegt 15 kg, en we hebben ook 15 kg bagage mee, waardoor we op de steile hellingen aan 6 km/h naar boven gaan.
Toch is het de moeite waard. Tussen de zweetdruppels door ben je na iedere bocht weer verwonderd over nog mooiere zichten. De Hunza vallei is nu nog smaller geworden. We rijden op 3000 m, en worden omringd door reuzen van boven de 7000 m. De plooiing van hun lichaam is indrukwekkend. Je raakt niet uitgekeken op die rillige gesteentelagen. De vallei waar we in rijden ligt net op de plaats waar de Euraziatische plaat en de Indische plaat tegen mekaar schuiven.Die enorme kracht zie je in het gesteente. Dit ineenschuiven is het gevolg van het voortdurend bewegen van de continenten op onze aarde. Als twee zo’n platen op mekaar afkomen is het geen klein botsingske. Hun rand wordt opgeduwd: een nieuw gebergte! Hier is dit nog volop bezig. Dit uit zich in regelmatige aardbevingen. De beving van vorig jaar is hier zeker niet de laatste geweest…
Na 550 m klimmen over 56 km arriveren we in Sost. Hier moeten we de douaneformaliteiten regelen, e, verplicht de bus op naar Tasjkurgan, in China. De Chinese douane laat enkel vrachtwagens en bussen door, die een speciale toestemming hebben. Met de fiets of te voet moet je dus op de bus. Erg jammer dat we dit stuk niet kunnen fietsen. De busuitbater is overgelukkig met de weg. De ‘vrienschapsroute’ tussen China en Pakistan laat de handel bloeien, ondanks allerlei beperkende maatregelen: Chinese vrachtwagens komen hier toe, maar mogen niet verder rijden. Alles wordt manueel overgeladen op de kleurrijke Pakisaanse trucks. Het gonst hier van de bedrijvigheid.

22 augustus 06

Sost – Tasjkurgan
Om 8.30h moeten we ons aanmelden bij de douane. Alles uitladen, controle, e dan lekker weer klasseren. Bij ons kijken ze niet zo goed, maar bij de Pakistanen wordt alles tot op het bot gekontroleerd. Alles moet uit de valliezen. In de zakken van de opgeplooide kleren wordt gevoeld. De ganse groep ziet tot in de details wat je meehebt. Christine wordt volledig gefouilleerd. Het duurt wel 2 uur. Daarna blijkt de bus twee jeeps te zijn.Christine en ik moeten plaats nemen in een andere auto, omdat onze fietsen verschillend liggen, en we mòeten bij ònze bagage. De rest van de valliezen worden op onze fietsen gestauwd. Er zijn 5 zitplaatsen, maar we nemen met acht plaats in de auto. Ik zit in het midden op de achterbank tussen 3 goedgekweekte Pakistanen. Als ik diep inadem springen wellicht de achterdeuren open. Het doet me denken aan de reis die we maakten in de zomer van ’99, naar de pyrenneeën. We hadden geen auto, en kregen zomaar een vervangwagentje van garage Degroote, om enkele maanden te gebruiken. Voor 4 personen. We waren met zes. Met dubbele kampeeruitrusting: voor in ’t gebergte en voor op camping. Je mocht ook niet diep inademen. Iemand van buitenaf moest de deur dichtsmijten. Nele zou nòòit zo ver rijden in dit vehikel, met zes. ( maar ze deed het toch )
Na nog een half uur pacontrole in een ander gebouw starten we. De tocht is weer een voltreffer. Het is onvoorstelbaar hoe de weg hier steeds weer ijvallei na zijvallei van de Hunza wegdraait. Het laatste stuk is zigzag tot op de pas, 4800m hoog. Jammer dat we dit niet konden fietsen.
We stoppen aan de Chinese grenspost. Nee, in Sost is niet alles gecontroleerd! Alles moet er weer uit. Weer controle tot op het bot, uitgenomen wij.We mogen zo door. De soldaten zien eruit als… echte Chinezen.Helemaal anders dan de Pakistanen. En… er zijn ook vrouwelijke soldaten. Het is een verademing weer vrouwen te zien in het openbaar leven. Na een uur starten we weer, We zijn in China!
Het landschap is nu volledig anders: de vallei is veel breder, maar de grote gletsjers rond je wijzen erop dat de toppen hier nog steeds boven de 7000m uitsteken.
We zien hier ook een heel ander volk: Kirgizen. Ze leven in kleine huisjes of yurten (= grote, ronde tent) en zijn een echt landbouwvolk, vaak nog semi-nomaden.
We naderen nu snel Tasjkurgan. Je gelooft het of niet: we rijden een douanegebouw binnen. Nieuwe controle. Nu nòg grondiger. Het duurt uren. Alles wordt opengemaakt. De Pakistaan voor ons heeft melkpoeder mee. De doos wordt opengescheurd, en de poeder doorwoeld. We staan er bedremmeld bij. De soldaten maken er een machtsspelletje van. Maar… wij staan met onze fietsen de laatste in de rij. Wij mogen zò door, en worden nog gefeliciteerd omdat we met de fiets rijden in China. Oef.(niet eerlijk)
Tasjkurgan is een andere wereld. Je kunt precies weer vrij ademen: de Islam is weg! Vrouwen lopen al lachend op straat. In hun kleurrijke kledij zijn ze een streling voor het oog. Na al die maanden voel je nu pas goed wat je mist in een land als Pakistan…
We wisselen wat geld, zoeken een goedkope kamer omdat het regent en gaan ‘Chinees eten’ met een pintje erbij. Heerlijk.

23 augustus 06

Tasjkurgan – Karakul
Vandaag proberen we aan het Karakulmeer te rijden.Eerst bevoorraden voor 3 dagen. Dit valt hier goed mee.We gaan naar de markt om groenten te kopen:bloemkool en wortels. Vlees vind je hier ook. Het hangt gewoon buiten.Levende vers: net geslacht. De kop, ingewanden en pels van de ram liggen er nog bij.Hij kijkt me aan terwijl ik een schelletje vlees van hem in mijn fietszak steek: bedankt lieve ram.
Omdat we gisteren ons uurwerk 3 uur doordraaiden op Beiing-time(=Peking –tijd) zijn we maar om 11uur weg. De eerste 70km is bergop. Het valt mee. Een lekker weertje en de weg is zeer goed. Je moet niet voortdurend speuren naar het wegdek om putten te vermijden. Nee, je kunt ten volle genieten van de machtige omgeving. Achter het gebergte ligt Tadjikistan.
Naarmate de dag vordert wordt de klim weer heel lastig. We sukkelen aan 10/h naar boven tot op de 4000m hoge pas. Je voelt het aan je adem.Iedere inspanning is dubbel zo lastig. Het is al redelijk laat, maar hier kun je niet kamperen.We proberen de eerste geschikte plaats te vinden, maar dit is heel moeilijk. Alles is bezet door landbouw. Met onze laatste krachten rijden we door tot aan het meer. Daar kunnen we wel kamperen. Dat dacht je maar! Alles is afgezet. De Kirgizen zetten de aanval in om ons in hun yurt te krijgen, en vragen er enorme prijzen voor. Iemand heeft een kampeerplaats en vraagt 50y om onze tent te plaatsen. Met alle Chinezen maar niet met dendezen! Dit is de prijs voor 4 maaltijden hier!
We zijn doodop maar weigeren aan die kermis hier mee te doen. Enkele km ver is er een opening in de draad. We draaien in en zetten de tent op een meter van het meer. Zalig. Maar …intussen is het donker. Nu nog koken, en dan slapen: want we hebben er 100km opzitten.

24 augustus 06

Karakul –Ghez
We waren van plan vandaag een dag rust te nemen aan het meer, maar het is hier niet geestig. Busladingen Chinese toeristen komen hier toe aan het meer, om een nacht in zo’n gezellige yurt te slapen of een ritje op op zo’n typisch paardje te doen….De omgeving is wel mooi, maar het geheel stelt toch teleur. Volgens de lonely planet een van de mooiste plekjes op aarde. Misschien vroeger,maar nu overvol. Voor ons beiden staat de “lac de Marboré” aan de voet van de Monte Perdido in de Pyreneeën nog steeds nr1 als mooiste plekje op aarde, waar we sliepen.
We breken dus weer op, om verder te rijden. Het terrein daalt niet echt, en omdat er een harde wind op kop zit is het berelastig. De omgeving is heel mooi. Rond ons liggen de sneeuwtoppen van de Himalaya, en het landschap is bizar. We rijden door een soort duinenlandschap met felwit zand. Langs de weg probeert de plaatselijke bevolking spullen te verkopen. Er komen hier duidelijk veel toeristen.
Het is al avond. We kunnen hier niet kamperen omdat de wind zo hard is als een NW op de dijk van Oostende en het ieder moment kan beginnen gieten . Ik heb ook al mijn warme kleren aan. We moeten iets doen! Een vrachtwagen brengt de oplossing. Ik steek mijn arm in de lucht. We worden direct opgenomen. Wat een verademing in de gezellige warmte van de cabine. Na enkele km begint de weg de dalen en we zien ook dat de wind weg is. Jammer. De strijd was dus eigenlijk gestreden. Ik doe teken om te stoppen. We bollen verder naar beneden tot we een goede kampeerplaats zien aan de rivier.Na 80 km rijden ,tent opslaan en eten klaarmaken heb je geen slaapliedje nodig.

25 augustus 06

20 km voor Ghez – onbekend dorp
De regen is vannacht uitgevallen. Maar nu lacht de staalblauwe hemel ons tegemoet als we de tentrits opentrekken. In de ochtendzon is de omgeving sprookjesachtig. We ontbijten op ’t gemak, en laten de tent in het zonnetje drogen. De weg is gemakkelijk vandaag: langzaam naar beneden bollen tot in Kasjgar.Het is nog steeds een mooie asfaltweg je moet niet voortdurend kijken naar het wegdek om putten te vermijden, waardoor je méér kunt rondkijken. De hoge, witte Himalayatoppen snijden de staalblauwe lucht, vandaag. Er is geen wolkje te bespeuren! We rijden een partij felle donkerrode rotsen door. Kamelen en jaks grazen langs de weg. De creativiteit van de natuur is eindeloos mooi…
Plots wordt de vallei veel breder en ook minder spectaculair. Je merkt nu heel goed dat je écht in China bent. De dorpen zijn veel groter, en doen ‘Chinees’ aan. Maar vooral: we kunnen geen jota meer lezen. Borden met Chinese karakters, meestal wel vertaald in het Urdu. In Arabisch schrift, en dus ook niet leesbaar. Niets is hier nog in het engels vertaald. Als we de weg vragen, spreken we de namen van de dorpen zò verkeerd uit, dat we niet begrepen worden
China staat niet op ons programma, maar we hebben beiden hetzelfde idee. Zo’n klein stukje van dit reusachtige land maakt je gewoon nieuwsgierig naar de rest.. Waarom onze plannen niet veranderen, en doorreizen met het openbaar vervoer? We hebben een visum voor een maand. We staan hier nu natuurlijk met onze fietsen, fietszakken en in rennerskledij, maar daar zoeken we wel een oplossing voor. We hebben al moeilijker combinaties gemaakt. We proberen de fietsen hier op te zenden, of zoeken een stalplaats. We kopen twee goedkope rugzakjes, enkele t-shirts, een broek, een treinticket, en de zaak is voor mekaar. We zien wel, de komende dagen.
We bollen makkelijk 100 km, en bevoorraden goed in de dorpen, maar de vallei is dichtbevolkt, waardoor het weer moeilijk is een geschikte kampeerplaats te vinden. We slaan elk langs een kant van de weg in. Mijn kant leidt door een dorp met landbouwvelden, tot aan een klein, nogal slijkig riviertje. Niet ideaal, maar toch iets. We besluiten het te nemen. Het water is voldoende om ons te wassen, en via onze waterfilter kunnen we ook voor bacterievrij drinkwater zorgen.
Natuurlijk heeft het halve dorp ons gezien. We nemen een plaats, zo ver mogelijk, en redelijk goed verscholen tussen de bomen. Hier stoor je niemand, en hier moet ook niemand zijn, denken we. Toch niet. Niet te beschrijven hoeveel mensen toevallig langs deze afgelegen plek moeten passeren. Er groeit geen gras, maar de herders die hier passeren…! De halve ark van Noach komt hier vanavond voorbij. De kinderen houden het simpel.Ze kijken van op afstand, of komen gewoon aan de tent voelen, of willen er eens inkruipen. Ze kijken hoe we eten klaar maken, en helpen wat. Als een dief sluip ik naar het riviertje om me te wassen, maar ook hier is de dorpsspionage zeer actief…
Toch is het een leuke plaats. De mensen zien er heel vriendelijk uit, maar jammer genoeg kunnen we niet praten.
Morgen nog 50 km, en we komen toe in Kasjgar!

26 augustus 06

onbekend dorp - Kasjgar
Kasjgar binnenrijden is niet te beschrijven. Je rijdt net Hollywood binnen. Grootse gebouwen, brede lanen, drukte, flitsende lichtreclames, glitter, glamour.
In Europa heb je dit niet. Na Pakistan valt je mond open!
Toch valt er een last van je schouders, en we hebben beiden hetzelfde gevoel: we zijn weer vrij. Je loopt gekleed zoals je wilt. Hand in hand, als je dat wil, of in een short. Je loopt een supermarkt binnen, en ziet wat je koopt, en (meestal) wat het kost. En vooral: De Islam is niet meer dominant aanwezig.

27 augustus 06

Kasjgar
We zetten regelrecht koers naar de beroemde zondagsmarkt van Kasjgar. Helemaal anders dan de bazaars in Pakistan en Iran. Een drukte van jewelste, en veel wanordelijker. Verkoop gaat voor alles. Wat rond het kraam gebeurt is niet van belang, zelfs al ligt er een hoop vuil of ingewanden van een pas geslacht dier. Naar Europese normen is het hier ronduit smerig. Wij zijn het wellicht al zodanig gewoon dat het ons bijna niet meer opvalt. De geur neem je erbij. Verder is het reuzegezellig. Christine raakt niet uitgekeken op de prachtige stoffen.
Daarna naar de post. Nee, het is zondag. We kunnen de fietsen pas morgen verzenden omdat er een douanecontrole moet gebeuren voor de dozen gesloten worden. Morgen werkt de douane.Geen probleem voor ons. Het kan dus.
Naar het station,nu. We proberen een ticket te krijgen naar Beiing (= Peking).
Wat een drukte! Eerst de lange file afwachten. Nee, alle treinen zijn de eerste week volzet!
We geven ons niet direct gewonnen, en proberen een reisagentschap.Ja, het kan via een omweg. Eerst tot halverwege, en dan een nieuw ticket nemen tot Urumqi op de trein. Het reisagentschap vraagt wel 50 Yuan (= 5 € ) commissie.De aansluiting naar Beiing regelen ze morgen. Naar Urumqi is het 23 uur trein, en de aansluiting is nog eens 54 uur naar Beiing. Het is slaaptrein dus ok voor ons. Morgen komen we terug voor de rest.

28 augustus 06
Kasjgar
Gisterenavond constateerden we dat onze MP3 speler, petzl-lampen en nog enkele kleine spullen op onze ‘gesloten’ kamer verdwenen waren.
We zoeken vanmorgen nog eens alles haarfijn door, en ja: we zijn ze gestolen!
Chrisine meldt het aan de receptie. Er volgt direct een politieonderzoek. Het duurt ùren, maar de 5 agenten doen het wel serieus. De eerst verdachte is de schoonmaakster. Haar verklaring: ik nam een plastiek zakje met vuil (!?!?) mee. Maar in dit zakje zaten onze spullen!!! Terwijl er op onze kamer helemaal geen vuilnis was…Het duurt tot de middag.
Daarna crossen we met de fiets naar het reisagentschap, voor de rest van het ticket. Ja, het kan, op… 17 september. Wàt??? We kunnen toch geen 14 dagen in Urumqi blijven? Nee, geen andere mogelijkheid. Buiten vliegen. In plaats van 1000Y, 3 X zo duur. Nogal buiten ons budget wisselen we ons treinticket voor een vliegtuigticket, voor vannacht. Wablief??? Ja, morgen is het een stuk duurder. Ticket om 19 h af te halen. Het wordt dus een race tegen de tijd, want het is al 15 h.
Eerst naar de post. We moeten de fietsen verpakken. Gelukkig komen we weer eens onze engelbewaarder ( ja, we hebben hem al regelmatig eens tegengekomen, de laatste maanden!) onder de vorm van een Engelse dame, die helemaal uit Engeland tot hier fietste. Haar fiets wordt in orde gezet in een fietswinkel, waar ze kartonnen dozen hebben van nieuwe fietsen die vandaag toekwamen. We zijn net op tijd. De voddenman komt de stapel dozen net ophalen. We demonteren vòòr de winkel onze fietsen, en schuiven ze elk in een doos. We laten de dozen open voor de douane. De twee dozen kunnen net in een taxi. Wij erbij, en met open koffer naar de post.
De douane is direct in orde.We moeten wel de fietsen alleen naar boven slepen.
Maar de rest…!
Ja, we zeiden wel dat het ging, maar toch ‘problems’!
Christine blijft in de post, ik cross naar de bank, want we hebben voor het vliegtuigticket al ons geld uitgegeven. ‘Nee, je kunt geen geld meer afhalen , vandaag. Maar één keer per dag afhalen in China.’ Wablief, en nu???
Vlug Christine haar kaart halen naar het hotel. Ik cross naar de post. De dozen staan er nog zoals een uur geleden. ‘Problems…’ Ik los Christine af. Ze crosst naar de bank.
Net zoals Christine kan ik niet achterhalen wat de problems zijn. Ik doe alsof ik het woordje problems niet versta. Toch mogen de dozen niet dicht. Ik zeg nogal fel: Wat is dat hier. Jullie laten ons speciale dozen kopen, en dan wil je ze niet verzenden!
Het wordt stil in de post. Nu blijkt dat de fietsen in standaarddozen van China-post moeten, waar… ze onmogelijk in kunnen. Onoplosbaar, dus.
Ik trek mijn stoute schoenen aan, neem zo’ n grootste doos mee, trek hem op de naden volledig open, en plooi dit rond onze doos. Oh la. Nog niet meegemaakt. Eerst vragen aan de sous-chef, dan de kleine chef, de ronde chef en de grote chef.
Na een half uur: ok, ’t is goed. Maar… nog problems:
-De doos is nu 5 cm te lang, er moet een standaardzak rond kunnen.
-het formulier kan niet ingevuld worden, want ik heb geen adres in China, dus kunnen we niet verzenden.
Na enkele uren wordt ook voor die uitzonderingen toestemming gegeven.
Het is dus ok!
Het doet me denken aan de vroegere co in Oostende.Iedere Oostendenaar van 50+ zal nu glimlachen. Als we dààr naar toe moesten als kind om commissies te doen op een mooie zomerse vakantiedag…amaai. Eerst een nummertje trekken.Daarna aanschuiven en je ‘artikeltjes’ declameren.Dan werd alles afgewogen(zeer traag) en ingeschreven op een bonnetje. Dan het verlossende woord: numeròòòtje: 19 5 46 (hé, ma ) Voor Christine was het 38 5 95. (Belangrijker dan je geboortdatum!!) En dan uiteindelijk nog eens aanschuiven om te ‘mogen’ betalen. Je ging je weggestoken hebben in de kelder om niet te moeten gaan, maar ’t was daar ’t goedkoopst en op ’t einde van het jaar de pèrcènten (12% winstdeling)
De eerste fiets gaat op de weegschaal. 26 kg.Big problem. Het gewicht voor België is maximaal 20 kg! Komt natuurlijk door die extra verpakking. Twee zo’n dikke kartonnen dozen. Stel je voor. Daar staan dan de twee pakken.Gelukkig voor mij is er nu een jonge student bijgekomen, die goed Engels praat. Daardoor kun je veel beter overleggen. Hij is financieel expert, maar heeft geen werk, voor het moment. Hij klaagt het gebrek aan democratie in China aan, en vooral het feit dat de eigen taal sterk onderdrukt wordt. Ik vertel hem hoe wij in België een staatsstructuur hebben met veel autonomie voor de verschillende taalgebieden, en dat dit goed werkt. Ook andere Europese landen hebben zo’n structuur, zoals Spanje en Duitsland. Ik vertel hem ook dat hij beter is in China dan in gelijk welk land rond hem..Het geeft stof tot nadenken.
Dan weer naar de pakken.
Ik stel voor 20 kg op het formulier te plaatsen, en 26 te betalen. Hij doorloopt voor mij de rij chefs, het is in orde.
Nieuw problem: de computer rekent maar tot 20 kg…
Ja, ik zal dit wel manueel uitrekenen.
Christine komt nu ook aangesneld, zo rood als een hoentje. Twee uur gewacht in de bank. In die tijd konden ze het geld wel drukken!
Net op tijd, want ik moet betalen in de post. Ze snelt direct weer weg om onze bagage te splitsen.(alles wat we op deze trip niet nodig hebben mag in het agentschap blijven liggen: tent, slaapzakken, msr-brander, enz…)
Een zottekoers maar… het lukt.Als de post sluit, springt Christine uit een taxi met de twee tickets fier in haar hand. De fietsdozen met Chinapost erop worden net achter de balie weggeschoven.Binnen enkele uren vliegen we naar Beiing , 4000km verder, tegen de Stille Oceaan.
Ons visum loopt tot 21 september en de bagage is nu in vier delen gesplitst:de auto in Gilgit, Pakistan. Het kampeermateriaal in Kasjgar.De fietsen en de bagagezakken onderweg naar Brugge.De rest mee naar Peking.
Ik sta op mijn blote voeten op straat, want mijn fietsschoen zijn mee naar huis. We kopen vlug enkele plastieken badsloffen , elk een t-shirt en een korte broek, zodat we onze koerskleren kunnen uittrekken.
Ik voel me zò moe en leeggezogen. De ganse dag niet gegeten, en op de cross. En dan die diefstal. Ook nu geen honger als je hier weer de inspanning moet leveren om je aan te passen aan het eten hier.We nemen een taxi naar de luchthaven, checken in, en vallen in slaap op het eerste vliegtuig naar Urumqi. Om 4 h ’s nachts komen we toe. De aansluiting naar Beiing is om 8.30 h. Natuurlijk wordt de luchthaven gesloten, meneer! Waar je naartoe moet? Dat weten we niet..
Het is warm. We zijn erg moe. We leggen ons met ons hoofd op ons rugzakje te slapen,… op het straatbeton. Als twee clochards. En weet je wat? We slapen dan nog goed ook.

29 augustus 06

Kasjgar – Beiing
Met de airport-express zijn we rond de middag in Peking. Christine volgt op de kaart, en het gaat .behoorlijk goed Ze kan geen enkel Chinees karakter lezen en toch weet ze waar we rijden met de bus. Wonderbaarlijk. Ik heb schele hoofdpijn en kan niet meer denken. Ik wil ook niet meer. Trop is teveel.
Toch moeten we onze twee verstanden erop zetten, want het is heel moeilijk. We proberen een hotel te zoeken, maar niemand verstaat je. Je kunt ook bijna niets lezen. ’t Is al Chinees…Gelukkig zijn de grote straten in het Engels vertaald.
En terwijl je probeert na te denken werken allerlei mensen je op de zenuwen. Ze willen rommel verkopen die je helemaal niet wil, en dringen daarbij zò aan. Bovendien liggen mijn voeten open van die stomme plastieken badsloffen dat ik niet anders kan dan hier weer op mijn blote voeten rond te pekkelen. Christine lost me dan eens af, en ik loop op haar sandalen. Uiteindelijk vinden we een hotelletje. Duur voor hier ( 200Y=20€ ), té chic, en gevuld met Westerlingen. We nemen het toch maar, omdat we bekaf zijn, en ons vorig hotel extreem goedkoop was ( 25 Y ), maar een smerig , heet en vuil kot. ( niet te beschrijven) Hier is er airco, en dat doet deugd, na de voorbije 24 uur. En een warme douche ( hoe lang is dit geleden?) met een heuse douchesproeier! We frissen ons wat op, en voelen ons direct weer als twee nieuwe. Beiing here we come…!
Eerst de directe buurt. Erg leuk. Moeilijk te beschrijven. Een beetje als China-town in London, maar alles X 4: in die nauwe straatjes loop alles en iedereen door mekaar. Voetgangers, riksja’s, auto’s. Mensen roepen je oren van je hoofd om te verkopen, luide muziek, flitsende reclame, toeterende auto’s,…! Het heeft iets. We houden er direct van. Deze stad pakt ons!

30 augustus 06

Beiing
We nemen vandaag een ander hotelletje ( de helft goedkoper, veel leuker en met een dubbel bed, stel je voor!) Vandaag is het stadsslenteren. We eten op straat zoals de Chinezen en laten ons overspoelen door de drukte. Zàlig.
Het plein van de hemelse vrede. Ik herinner me nog goed wat er hier in ’89 gebeurde. Het maakt me triest als ik over dit plein uitkijk. Een reuzengrote foto van Mao op zijn mausoleum. Ook op elk bankbiljetje prijkt zijn foto. Hij wordt hier als een held vereerd. Toch zou ik niet in zijn plaats willen zijn, indien er gerechtigheid bestaat in het hiernamaals. Wat er in de culturele revolutie hier allemaal gebeurde is wellicht nog steeds een taboe.
’s Avonds trekken we er eens alleen op uit. Christine wil graag wat langer in kleer-en sieradenwinkels rondlopen, terwijl ik vind dat ik in die twee maanden tijd nog nooit zoveel kleerwinkels heb gezien. Ik besluit het avontuur in te trekken. Ik neem de kaart en laat mijn bolpen vallen boven het centrum van Beiing. Naar dit puntje ga ik. Het is een klein museum. Eerst met de metro tot de dichtste halte. Wanneer ik uit de metro kom, ben ik helemaal gedesoriënteerd. Ik vraag het 4 mensen, ze zenden me in 4 verschillende richtingen. Na een half uur sta ik nog steeds aan de metro. Een vrouw weet het precies wel. Ik volg haar aanwijzingen, en kom in kleine straatjes, weg van de grote lanen hier in Beiing. Ik verdwaal steeds verder en zie hoe hier geleefd wordt. Kleine, simpele huisjes, met één of twee kamers, enkel om te slapen. Vaak wordt gemeenschappelijk gegeten, buiten. Per straat zijn er toiletten, want in de huisjes is dit niet aanwezig.
Ik dwaal maar verder en heb natuurlijk veel bekijks. Gelukkig is het hier om 18h al donker. Daardoor ben ik wat meer op mijn gemak om rond te kijken. Als ik zie hoe de mensen hier leven ben ik beschaamd me al uitgeput te voelen na één nachtje clochard spelen, en dan nog durven klagen ook!! Niet te geloven dat je in het centrum van Beiing bent.
Plots zie ik in een zijstraat een lichtreclame voor een zwembad. Wat? Hier een zwembad? Ik vraag het: ja, ja. Wat is dat lang geleden! Direct doen. Ik zwem wel in mijn boxershort. Ik betaal 6 Y en krijg een handdoek. Binnen is geen zwembad, maar ik ben terecht gekomen in de gemeenschappelijke wasruimte van de wijk, hier! Oei. Ik kan niet meer terug. En waarom ook niet? Ik druip van het zweet en kan een wasbeurt wel gebruiken. Er is ook een kleine sauna. Ik zet me bij de mannen van de wijk en was me met hen. Ze kijken eerst wat raar. Ook komt iemand naar me toe, om aan mijn huid te voelen. Hij trekt aan het haar van mijn arm, en is verwonderd. Ze lachen. Zìj hebben een bruin , bijna haarloos lichaam. Ik ben hier dus een zonderling exemplaar. Terwijl ik daar op mijn gemak zit denk ik na, hoe verschillend het lichaam van mensen kan zijn, nog verschillender zijn zijn gewoontes en creativiteit. Je kunt het niet bedenken of het bestaat. Neem nu iets simpel als autorijden. In Iran moet je rechts rijden, in Pakistan links, en in China weer rechts. Best niet vergeten.Witte streepjes markeren de rand van de weg, en gele het midden, hier in China. In Iran net andersom. In Pakistan alleswit, zoals bij ons. In China hangen lichten aan de overkant van het kruispunt. Rijd maar niet door tot daar, o je zal ’t geweten hebben!
Naar het toilet gaan is ook zoiets. In Europa gebruik je papier. In Turkije moet je met een soort mini-gietertje (= model in ’t klein, waar wij de bloemen mee begieten ) je achterste schoonspoelen. In Iran heb je het type Frans WC. Achteraf neem je een flexibel: een krachtige waterstraal spuit je achterste proper. Pakistan is identiek aan Turkije. Maar China is nog het meest bizar voor westerlingen. Je hurkt boven een gemeenschappelijke goot, onderverdeeld in compartimenten, door lage muurtjes. Je zit op je gemak, en maakt een praatje met je gebuur, die de krant leest. Schijten (sorry voor het woord, maar als ik aan de pakken stront en de geur denk is het een passen woord ) is hier een sociaaal gebeuren.
In Pakistan lopen twee mannen hand in hand, of arm in arm, en geven mekaar een zoen, als een verliefd koppeltje. Man en vrouw zie je niet samen. In Europa en China is dit gebruikelijk voor man en vrouw.
In Europa is mochels speken en boeren onbeleefd, in China normaal. Iedereen doet het constant op straat, op restaurant,in het hotel sta je ermee op en ga je ermee slapen. (voor ons nogal ergerlijk als er zo’n slijmfluim voor je voeten op straat vliegt!)
Je kunt je in deze wasplaats ook laten schrobben en masseren, maar dat doe ik niet. Na een half uur hou ik het voor bekeken. Ik ben nu proper. Maar…waar ben ik nu?
Ik probeer een ‘richting’ aan te houden. In die donkere straatjes zie ik plots weer een lichtje. Het is een kapsalon. En waarom ook niet? Ik zal Christine verrassen en mijn haar laten knippen. De twee kapsters zijn vereerd met het ‘hoge’ bezoek en verzorgen me tot in de puntjes. De gevraagde snit vinden ze te kort!
Het museum kan ik nu wel vergeten. Gelukkig toont een man me de weg naar de metro, anders doolde ik er nog rond.
Ik ben de laatste in ons hotel, en ben nog zò opgewonden, en vertel honderduit…En ik zie en voel iets, en toch valt mijn frank maar na een uur…Christine heeft me ook verrast: haar haar is geknipt en gekleurd… Ik ben zotcontent!

31 augustus 06

Beiing
Vandaag brengen we een bezoek aan de verboden stad. Heel mooi, maar in plaats van een hele dag vinden we het welletjes met een halve. ’t Is nu niet meer verboden en daarom niet meer zo aantrekkelijk zeker?
Om 15h denk ik: het is nu 9h in Brugge. Op OLVA begint nu de personeelsvergadering. Ik zie het voor me tot in de kleinste details. Het roert me er niet bij te zijn, voor het eerst in 31 jaar. Ik zou vandaag ook graag de collega’s terugzien, en besef dat dit een groot en mooi deel van mijn leven is. Gelukkig komt het terug.
’s Avonds onderhandelen we over de aankoop van een fototoestel.Ik heb nog steeds heimwee naar mijn vroeger Canon reflex-toestel. Ik was van plan bij de geboorte van ons eerste kleinkind er een te kopen, omdat je met zo’n toestel machtige foto’s kunt maken. Op een nieuw toestel kun je ook nog al je oude lenzen gebruiken.
We checken prijs en type op internet en merken dat we het hier voor de helft kunnen kopen ( na lange Chinese onderhandelingsrondes ) We zijn verkocht.
Daarna bellen we met Skype, via internet. Wat een klare ontvangst! Het doet deugd eens onze ouders en Goedele zo klaar en uitgebreid te horen. Zàlig gewoon.

1 september 06

De Lange Muur
Na lang aarzelen besluiten we niet enkel een bezoekje te brengen aan een toeristisch deel in combinatie met de graven van de Ming keizers, maar één van de twee te kiezen, en volop te genieten. We kiezen voor een dag wandelen op de lange muur.
We zijn om 5h wakker, want de bus is om 6h. Thuis is het nog geen 1 september, maar we vinden toch dat we de pak envelloppen die de kinderen meegaven met de boodschap (en vingertje in de lucht naar pa!): ‘niet openen voor 1 september.
We weten niet wat erin zit. Onze mond valt open. Alle envelloppes zijn geschreven door vrienden en collega’s. Het lezen van zoveel lieve en mooie woorden ontroert ons tot in onze ziel. Wat een geluk zoveel goeie vrienden te hebben thuis en in Olva. Samen praten , sporten, leute hebben. Je moet het voor zo’n reis allemaal achter je laten voor een jaar. Je kijkt er naartoe van op afstand. Is het een voorbereiding op je ‘grote reis’, wanneer je van alles definitief afscheid moet nemen?
We wandelen ( klauteren ) 5 uur op het traject van de lange muur. Het is werkelijk prachtig! Het lint van de muur slingert zich door een grandioze natuur. Je zou zweren dat de Mongolen aan de ene kant te zien staan, en de Chinezen aan de andere…Het is verbluffend, we lopen hier bijna alleen, waardoor je écht kunt genieten van het geheel. En maar foto’s nemen met de nieuwe camera.

2 september ’06

Beiing
‘There are nine million bicicels in Beiing, thats a fact…lalala..’
Vandaag huren we twee fietsen om kriskras de stad te verkennen.
We nemen eerst een treinticket voor Datong. Het duurt een uur om het juiste winket te vinden in het station, maar omdat de beambte wat Engels kent gaat het heel vlot.
Dan naar het zomerpaleis van de keizers. Omdat de afstanden groot zijn komen we toe, twee uur voor sluitingstijd!
Tijdens de rit zien we dat Beiing één grote bouwwerf is voor de olympische spelen van 2008. Soms staan oud en nieuw volledig door mekaar.

3 september 06

Beiing
We bezoeken vandaag de Ming graven met het openbaar vervoer. Het reizen tussen de Chinezen, en het zoeken naar de vele bussen is een leutiger ervaring dan de ‘Ming-tombs’ zelf. We doen er een hele dag over!

4 september 06

Beiing – Datong
De trein is altijd een beetje reizen, en je moet het zeggen: de treinrit naar Datong is prachtig. Eerst door het gebergte. Dit gebergte vormt de noordgrens van China, met Mongolië. De aanleg van de spoorlijn is verbluffend.Het is een aaneenschakeling van tunnels en viaducten. Soms lopen de tweesporen gewoon boven mekaar, als een soort dubbeldekspoor. De lijn is aangelegd omwille van de onmetelijke steenkoolvoorraden, hier. Het barst hier dan ook van de steenkoolcentrales, die de 15 miljoen zielen in Beiing van stroom voorzien.
Daarna wordt het lndschap vlakker: We rijden in de Yian vallei tot Datong.
De rit duurt 7 uur. We lezen wat, en leren met ons nieuw fototoestel werken. Maar…oh ramp! Ik heb alle foto’s gewist. We hebben bijna niets meer van Beiing en de lange muur… Om je vinger in je neusgat te breken!

5 september 06

Datong
We bezoeken vandaag Boeddhistische grotten Het is de eerste keer dat we met het Boeddhisme in contact komen. De ‘caves’ zijn uitgehouwen in harde rots, maar in plaats van lege grotten zijn in de ruimte reusachtige Boeddhabeelden uitgespaard. Ook de wanden zijn prachtig gebeeldhouwd. Ik bekijk ze met mijn beeldhouwersoog, en mis een beetje mijn eigen houtblokken en beitels. Ik probeer alles in me op te nemen, omdat je je ‘beeldhouwgeheugen’ steeds moet proberen te voeden. Er zijn zo’n 20 cavesmet beelden van zeer klein tot 30m hoog. Indrukwekkend.
Daarna rijden we het hooggebergte in, om een smalle vallei te bereiken. Halverwege de rotswand ‘hangt’ een Boeddhistisch klooster. Monniken wilden hier tussen hemel en aarde bidden, om …?De site maakt een grote indruk.
Op de trip zijn 2 Vlamingen uit Zelzate mee. Je kunt niet beschrijven welk een deugd het doet om na méér dan twee maand weer eens Vloams te praten!
Vervolgens slenteren we nog wat rond in Datong. Ook hier wemelt het van de tempels. We hebben er zo langzaam aan genoeg gezien. In één ervan is een dienst bezig. Je kunt het vergelijken met een kerkdienst bij ons, met gezangen en zo. Regelmatig slaat een monnik op een gong. Je kunt zoiets ook ( tegen betaling ) in Brugge als ‘cursus’ volgen. Elk zijn hobby. Mij zegt het even weinig als een kerkdienst bij ons.

6 september ’06

Datong – Kaifing
De treinrit durt 22 uur, en als je op de kaart van China kijkt heb je precies niets gedaan. De afstanden zijn hier enorm in dit land!
Door de Chinese karakters kan ik niet goed volgen waar we rijden. Trouwens, de eerste 12 uur slapen we als roosjes…, want reizen in China aan dit tempo is berevermoeiend. Zo’n treinrit is geen verloren tijd. Je krijgt een doorsnede van het Chinese landschap, en je reist tussen de Chinezen, waardoor je een glimp krijgt van het leven hier. We lopen de trein af, en zijn hier precies de enige twee niet-Chinezen!
Je kunt op de treinen 3 tarieven kiezen: hard seat, hard sleeper of soft sleeper. Het eerste is een gewone zitplaats. Voor een rit van 22uur zien we dit niet zitten. Het tweede zijn stapelbedden, drie boven mekaar. De ganse wagon vormt één ruimte. De bedden zijn een plank met een dekentje op. Soft sleeper zijn kamertjes van vier personen, systeem slaaptrein zoals bij ons in Europa. We kiezen voor ‘hard sleeper’, omdat wij heel goed slapen op de trein en je maakt sneller contact als de wagon één ruimte is.
De taalbarrière is hier hét probleem. Mensen zijn heel vriendelijk, maar voor hen is Mandarijnchinees meestal ook al hun tweede taal. Ze hebben dan ook de grootste taal op de wereld geleerd, en kunnen niet begrijpen dat anderen dat niet praten. Om dan nog Engels te leren…
Toch kunnen we een gesprek aanknopen met een student. Hij studeert klassieke Chinese pharmacie: dit is plantengeneeswijzen.Hij is enig kind zoals de meeste Chinezen. Zijn ouders krijgen geen kindergeld voor hem, en betalen veel voor de studies. Hij studeert niet in Beiing, omdat een zeer bekende en dure universiteit is. Het Amerikaans systeem, dus, en te duur voor hen.
We praten over de geboortepolitiek, en leren begrijpen dat China dit moest doen, omdat de té grote bevolking nu anders zou verhongeren. De mensenmassa is zelfs nu nog enorm: 1,4 miljard mensen! Het is wel erg dwingend. Als je voor de staat werkt (vroeger iedereen dus) wordt je ontslagen bij de geboorte van een tweede kind. Indien je nu in de privé-sector werkt kun je makkelijk 2 of 3 kinderen hebben, maar de staat komt in niets tussen. De opvoeding kost zòveel dat je het nog moet kunnen betalen ook. Eén kind is dus nog altijd het straatbeeld.
Lonen worden hier bij wet zeer laag gehouden, en staken is verboden. We berekenen dat een arbeider hier ongeveer één tiende verdient in vergelijking met Europa. Ik leg hem ook het probleem uit voor Europa van de goedkope Chinese produkten: sluiting van fabrieken of delokalisatie. Je kunt met een Chinees loon nog op straat niet leven in Europa. Een simpel brood kost òòk tien keer meer! We leggen ook uit dat de welstand in Europa heel recent is. 50 jaar terug was het niet zoals nu!
Wanneer we vertellen dat Christine een diploma herboriste heeft, voert Wan Lee vooral gesprek met haar. Hij leert enkele woordjes Chinees, en legt wat karakters uit. Om vlot te kunnen lezen moet je er 2 à 3000 in je direct geheugen hebben! De woorden zijn zeer vaak gelijk, maar hebben naargelang de intonatie vier andere betekenissen. Geen wonder dat mensen ons dus meestal niet begrijpen als we proberen iets in het Chinees te vragen.
Over democratie: It’s a long way to go, here!
We bevestigen dat het inderdaad beter leven is in Europa, maar dat China er beter aan toe is dan al de landen die we al passeerden: je kunt hier met de trein rijden, studeren, en vooral: er is werk!
Na 22 uur trein komen we toe in Shangqiu. Daar hebben we na een uur aansluiting naar Kaifing. Het nemen van dit ticket is weer een groot probleem:’impossible’. Een politieman ziet het en neemt ons mee naar zijn kantoor. Daar komt een andere agent in gebroken Engels ons vertellen dat alles in orde komt. We moeten enkel ‘wachten’. We begrijpen niet hoe het zal geregeld worden, maar komen er wel achter.
Er blijkt op de trein Sjangai – Beiing geen plaats te zijn, maar we krijgen een speciale gunst: we mogen plaats nemen op de klapstoeltjes in de gang van de soft sleeper (en betalen een ticket hard seat ) omdat het niet ver is. O.K. Voor ons gelijk, als we maar in Kaifing raken.
Een jongeman kent vlot Engels en komt met ons praten. Hij heeft een diploma in de informatica van een gerenomeerde universiteit en werkt in Shangai. Hij ontwikkelt software voor architectenbureau’s, verdient goed, en laat dit ook zien. Hard sleeper, en zeker hard seat is voor de “poor Chinese people”. Hij neemt enkel ‘comfort treinen’.
Het is bijna 23u als we na méér dan een etmaal trein in Kaifing toekomen.
Bij de uitgang van het station staan zoals altijd tientallen mensen. Door je vreemd uiterlijk komt de ganse zwerm steeds weer op je af: taxi, drinken, eten, tours, hotel… Allen schreeuwen op ter luidst.
We worden een kamer aangeboden aan 6€. Het is al laat en we nemen hem. We worden tussen flatgebouwen door geleid naar … een flat. In deze familie ziet ma eruit als een gendarm. Ze verhuren enkele kamers. De zoon kent wat Engels en probeert aan het station toeristen op te pikken.
De kamer valt mee. Ze willen ons ook direct een georganiseerde tour verkopen. Ik geef een Chinees antwoord: Tomorrow.
We zetten ons op het bed, maar ….o wee! Het is geen bed, maar gewoon een plank met een deken erop, veel harder dan een hard sleeper op de trein!
Het zal wel lukken voor 2 nachten, en … de douche is zalig.

7 september 06

Kaifing
wordt wel eens de drijvende stad genoemd, omdat de gele rivier de stad regelmatig onder water zet.Grote waterpartijen dringen tot in het centrum door, en omgeven het zomerpaleis van de vroegere Ming-keizers. Het wordt een mooie wandeling door prachtige tuinen.
Ook de boeddhatempels maken een diepe indruk. Voor één binnenplaats hier geef ik je alle tempels van Datong cadeau. De vijvers en beplanting stralen een diepe rust uit.
Tegen de avond denken we eraan dat we al 48 uur bijna niks gegeten hebben. We gaan naar de avondmarkt. Het ziet er heel gezellig uit, maar…wat daar op de houtskool allemaal gebakken wordt doet je honger snel verdwijnen. Het zicht van deze markt is wellicht een beter “vermageringsconcept” dan de stoutste Montignac dromen. Christine kan zich er over zetten, maar de vele geuren, ingewanden of gebakken kevertjes zorgen ervoor dat ik geen hap binnenkrijg. Morgen beter.

8 september 06

Kaifing – Luoyang
We nemen ’s morgens vroeg de bus naar Luoyang, om Boeddha caves te bezoeken. Ook een “werelderfgoed” van de unesco.
Eerst ons treinticket voor Xi’an regelen. We proberen de nachttrein te nemen. Ofwel morgenvroeg. Maar ja. Een ticket is hier altijd een onderneming. Aan de info begrijpen ze het niet, en willen ze ook geen inspanning doen. Gelukkig wil een jonge politieman ons helpen. We begrijpen dat er vele nachttreinen zijn , maar geen enkele slaapplaats meer. Hoe we ook proberen uit te leggen dat we dan liever morgenvroeg een ticket hebben, hij begrijpt het niet. Ik zou beter zeggen wij kunnen ons niet verstaanbaar maken. Ten einde raad is een hard seat voor de nacht dan O.K. Hij schrijft alles op een papiertje en ik wacht de file aan het loket af. Ik schuif het blaadje met de Chinese karakters naar de beambte.
Antwoord: No! Ik dring nog wat aan, maar er ontstaat een hele herrie achter me en in het kantoor. Zo probeer ik meerdere treinen met een papiertje: no!!
Nu trek ik mijn stoute schoenen aan, geef de 100 y aan de poltieman en gebaar dat hìj ons ticket moet nemen. Na 5min hebben we 2 tickets hard seat: 00.35u vertrek, 05.30 toekomen in Xi’an.
O.K. Weer eens gelukt. We bedanken de man heel hartelijk.
We zwieren ons gerief in het bagagedepot en springen op de bus naar de caves.
Net als de eerste caves heel indrukwekkend. In het canyon, uitgesleten door de Gele Rivier, zijn langs beide oevers duizenden grotten (groot en klein) met boeddhabeelden uitgehouwen. We wandelen een halve dag rond, en genieten van de omgeving.
Daarna passeren we de’ souvenirs’. Een meisje snijdt beeldjes uit onregelmatige stukken hout: de structuur van het hout geeft reeds het beeld. Enkel het gezicht wordt bijgewerkt. Het spreekt mij aan, omdat ik ook liefst zo in hout werk. We kopen 2 werkjes die wat bij elkaar passen: een held en geluk (=stromend hart).
En dan weer het eten… We hebben geluk. Een vrouwtje roept ons binnen in een klein eetcafe bij het station. Spotgoedkoop, heerlijk en veel: soep, rijst, vlees- en groentenschotel. Montignac is niet thuis vandaag: we rollen van tafel naar de nachttrein.

9 september 06

Luoyang – Xi’an
De trein zit al stampvol. Als we in de wagon toekomen is er reeds méér volk dan zitplaatsen. Met 5 op een rij, zoals vroeger in de Belgische treinen. Onze zitplaatsen zijn niet naast mekaar. De treinbegeleidster duidt mijn plaats aan. Iemand staat op en wringt zich ergens anders tussen. Overal zitten en liggen nog mensen tussen de banken. Ik zit op een bank van 3, aan het venster. Christine op een bank van 2, de rij schuin over me, ook aan het venster. De plaatsen zijn echt nauw, maar toch zitten ze over me op een bank van 3, met 4.
Als je dan goed en wel geïnstalleerd bent zie je dat er orde zit in die wanorde. De mensen verwelkomen ons heel vriendelijk. Je wordt zonder woorden opgenomen in hun treincoupé. Er heerst de hoogste menselijke orde die er op deze planeet bestaat: we maken het ons samen veel confortabeler dan onze hard seat laat vermoeden, en je moet niet over regeltjes zeuren.
Dit verloopt concreet zo: Chang, een leerling automechanica van 16 jaar zet zich naast me. Hij hoopt dat ik Duits ken, want hij heeft een grote bewondering voor Europa, en in ’t bijzonder voor Duitsland. Hij is op weg naar school in Xi’an voor een volledig trimester, en haalt zijn handboek en cursus Duits uit. Ik toon op de kaart dat ik uit België kom, en niet Duitstalig ben, maar wel voldoende Duits ken om met hem te praten. Het wordt reuzeplezant. Hij blijkt zo’n beetje hyperkinetisch te zijn, (collega’s, ook hier heb je zo’n leerling in klas) en kent heel weinig Duits. Hij slaat op zijn hoofd wanneer hij een fout maakt of op een
woord niet kan komen. Dus constant. Daarbij brabbelt hij dan van alles wat wij niet kunnen verstaan, maar waardoor de halve wagon plat ligt van het lachen.
Of … we beleven hier weer zo’n geestige momenten die méér waard zijn dan gelijk welk bezoek aan …
Na een tijdje schakelen we over op Engels. Veel mensen in de omgeving helpen hem de woorden te zoeken, en we kunnen toch een ernstig gesprek voeren. Ik sta versteld over zijn kennis van de geschiedenis. Hij weet precies hoe de 2de wereldoorlog in Europa verlopen is, en hoe China en Japan daarbij betrokken waren. Hij weet ook welke economische heropleving Japan na WO II kende, en vergelijkt dit met China.
Voor Chang is de economie pas goed van start gegaan in 1970, met Teng Chao Peng. Indien hij dit vergelijkt met Japan zal het nu nog duren tot in 2030 om hun niveau te bereiken., maar door West China zal dit niet lukken. Het grootste deel van China ligt in het westen, en komt economisch volledig achter. Een groot deel van het economisch voordeel van O. China stroomt naar dit gebied. Die ‘handicap’ had Japan niet. Dus duurt het zeker tot 2050! ( Waar hebben we dit nog gehoord? Vlaanderen-Wallonië of N.-Italië – Z;-Italië enz…) Ik antwoord hem dat in dit gebied olie en gas gevonden wordt, en de nieuwe gaspijplijn uit Tadjikistan, broodnodig voor de industrie in O.-China, via dit gebied komt. Ook dit weet hij allemaal. Chang heeft ook zicht op de geopolitieke toestand in die regio: Amerikanen willen een gasleiding uit Tadjikistan door Afghanistan leggen , en zijn dààrom zo geïnteresseerd in een stabiel Afhanistan. China probeert ook pak te krijgen op de ganse regio omwille van dezelfde reden.
Ik wens bij deze de geschiedenisleraar van deze leerling BSO-mechanica te feliciteren met zijn bijgebrachte inzichten die heel genuanceerd en niet eenzijdig pro-China zijn. Intussen gaan alle hyperkinetische bewegingen verder, maar de aandacht van de omgeving is weg, omdat iedereen (ook ik) doodmoe is. Het is ondertussen al 03h . Ik zeg dat ik wat wil slapen. Nog voor ik tot 10 kan tellen valt zijn hoofd op het tafeltje voor me, en slaapt hij. Ik kan me bijna niet meer verroeren. De Chinees in het midden en de Chinees voor me vallen ook op het tafeltje. Ik ontspan al mijn spieren, het geeft niet waar ik lig en val als een blok kris-kras tussen de Chinezen in slaap. Tot het O5.30h is: Xi’an!!

10 september 06

Xi’an
We proberen weer eerst ons ticket te regelen . We willen op 13/9 naar Kasjgar. Je kunt er hier ,voor het eerste deel naar Urümqi, één kopen. Dit is 2800 km (38u). Dan volgt nog eens 2000km naar Kasjgar (24u) en dan nog 2dagen bus naar Gilgit (Pakistan) waar onze auto staat.
Wat we ook doen, we kunnen geen ticket bemachtigen voor 22 september, omdat ze reeds allen uitverkocht zijn. Oh ramp! Ons visum loopt maar tot 21 sept. Hoe het hier loopt met treintickets is onbegrijpelijk! Men begint maar te verkopen 3 dagen op voorhand, op de plaats van vertrek. We zijn nu 3 dagen op voorhand en zijn al te laat. Het openbaar vervoer is hier echt hét vervoermiddel. De treinen zijn dubbel zo lang als bij ons, en de stations zijn mega groot, en op massa’s volk georganiseerd. Toch kan dit vervoer de massa niet slikken. Vandaar de zenuwachtigheid aan de loketten . Als ik teveel treuzel, heeft diegene achter me misschien geen ticket meer naar die of die bestemming. Uitverkocht is uitverkocht.
We zoeken eerst een hotelkamer en proberen daarna een kantoortje in een hotel op westerlingen afgestemd. Ja, daar kan nog een ticket gereserveerd worden. Maar wel met 4,5€ commissie. We doen het direct. Als we vragen hoe, maakt de man een gebaar: geld onder tafel schuiven. Daar dient een deel van het commissieloon voor. Verder dan Urümqi kunnen ze niet reserveren. We zien dan wel weer, het kan nog spannend worden.
Xi’an is een levendige stad van 6 miljoen inwoners. We doorlopen het historisch centrum, kriskras om een idee te krijgen van het leven hier. Ook hier enkele gebouwen zoals in elke Chinese stad: Bell-tower en Drum-tower. Je merkt dat de stad in volle expansie is, net zoals in Beiing. Wolkenkrabbers rijzen als paddestoelen uit de grond. De metro wordt aangelegd, flitsende reclame, glamour, glitter… zoals we dit in Europa niet echt kennen. Alle dure luxe is te koop, de grootte van de vele shopping-centers stijgt boven onze Belgische verbeelding…Je moet het gezien hebben. Wel een immens contrast met het stuk China dat we met fiets en trein doorkruisten

11 september 06
Xi’an
Vandaag boekten we een tour, naar alle historische plaatsen van de Ming-dinastie, omdat je er anders met het openbaar vervoer 3 dagen overdoet. Ook de wereldberoemde ’terracotta warriors’ staan op het programma.
We komen op een bus met Westerlingen terecht. Allemaal uit hetzelfde hotel dat goed aangeschreven staat in de Lonely Planet gids en waar we onze tickets en tour boekten. Allen reizen op zichzelf, nemen nooit georganiseerde tours en slapen nooit in lonley planet hotels, uitgezonderd déze keer(?? hm hm).
We bezoeken de natuurlijke warmwaterbaden van keizer Qing, zijn tempel enz. Het zegt niet veel.
Dit is wel wat anders voor de terracotta warriors . Qing heeft naast zijn grafheuvel, in onderaardse gangen een leger van tienduizenden terracotta soldaten op ware grootte laten plaatsen. Met paarden, houten karren, wapens, enz. Dit alles als macht en verdediging in zijn volgend leven. Het geheel is niet onder woorden te brengen, en een reis naar Xi’an waard. Ook de onontgonnen grafheuvel is sprookjesachtig. Alles wat we vandaag gezien hebben wordt nu een geheel .

12 september 06

Xi’an
We bezoeken de prehistorische resten van het Bampo-volk. Met het openbaar vervoer. Bussen zijn hier goedkoop en zeer goed georganiseerd. Je betaalt een éénheidstarief (1y of 0,1€) of het nu 500m of 30km is.
De opgravingen zijn indrukwekkend, en de meeste uitleg ook in het Engels. Er is bijna geen volk in het museum. Sinds de ontdekking van de terracotta warriors staat dit niet meer op het programma van de tours. Jammer! We lopen uren rond op dit prachtige domein, waar een heus Bampo-dorp nagemaakt is. Het is een stukje geschiedenis van vòòr de keizers, en helpt ons een beter beeld te krijgen van de beschaving hier.
Alles wat je in Europa of het Midd.-Zeebekken ziet, kun je veel gemakkelijker plaatsen, omdat het je eigen geschiedenis is. Hier is het veel moeilijker omdat je die band niet hebt. Daarom niet minder boeiend. Na vandaag en gisteren hebben we het gevoel een stukje van de geschiedenis van China te begrijpen.


13 september 06

Xi’an
We nemen het vandaag wat op ’t gemak, en bezoeken de grote pagode, waar een tentoonstelling loopt over het boeddhisme, met heel wat uitleg. Toch is het voor mij een godsdienst zoals alle andere: WIJ weten het.
Een uittreksel uit de uitleg:
Ja, boeddhisme is een filosofie, omdat filosofie betekent: ‘houden van ‘ en ‘wijsheid’. Tot hier O.K. Maar nu komt het. Boeddhisme is geen gewone filosofie. Het is dé filosofie, omdat het de énige weg naar wijsheid en verlichting is. (Wat een onwijsheid!)
Verder is de grote pagode klein tussen alle wolkenkrabbers en commercie niet zo indrukwekkend. De kleine pagode vinden we veel mooier.
We gaan op ’t gemak eten en internetten voor de laatste keer in China. Hier is de verbinding uitstekend. In Pakistan zal het weer wat anders zijn ! We bellen via Skype voor de verjaardag van Nele en Goedele. Nele is onbereikbaar, maar we spreken een verjaardagwens in op haar voice-mail. Bij Goedele hebben we meer geluk. Het doet deugd haar te horen. Ze heeft foto’s van het huwelijk van Petra en Chris op flickr geplaatst. Jammer dat we er niet bij konden zijn, maar geestig dat we die foto’s zo snel zien! We leven het zo een beetje mee.
De kinderen hielden ook samen een barbecue in de tuin. Het doet ons iets te merken dat ze graag samenkomen, ook als we er niet zijn. Een hele bende! Maar… niet met zeven maar met acht?? Er zit iemand naast Koenraad, die hij zelf x noemt in zijn laatste mail. We zien dat het Ine is!
Het zien van de kinderen in onze tuin, keuken… doet me de tranen in de ogen krijgen. Christine krijgt een krop in haar keel.
Natuurlijk zijn we blij die reis te maken, en vinden we het een unieke kans. Natuurlijk zetten we onze reis ook verder met onze volle goesting. Maar er is ook het verlangen naar huis. We zijn nu 2,5 maand weg, binnenkort zijn we in de helft van de eerste periode…
Om 18.30h vertrekt onze trein naar Urümqi. Een ritje van 38 uur. We hebben een plaats op de hard-sleeper. Niet bij elkaar. Ik slaap tegen het plafond. Christine in de volgende rij beneden. De trein zit nokvol. Gelukkig hebben we een ticket…
Terwijl ik me installeer zie ik van boven Christine aan de praat met 3 Chinese dames. Ze zijn op reis. Christine haalt de wereldkaart uit en toont waar we vandaan komen.
Eens in ons bed liggen we geen 5 min wakker…

14 september 06

Xi’an – Urümqi
In de nacht hebben we al duizend km gereden. ’s Morgens is het landschap volledig veranderd. De vruchtbare velden en steden van O.China zijn verdwenen. We rijden door een woestijnlandschap, omzoomd door hoge bergen. Droogte en hitte overheersen hier weer. We waren het vergeten in die 3 weken!
Als je dorpen passeert zie je weer gesluierde vrouwen en kerkhoven: islaminvloed.
Je ziet ook veel industrie, de steenkoolgeur hangt rond de steden. Er wordt massaal aan wegen en spoorwegen gewerkt. Veel vrachtvervoer op de wegen. Ellenlange goederentreinen belasten het spoorwegnet. Ook hier merk je dat China in volle industriële ontwikkeling is.
Het landschap is zò mooi dat we er niet toe komen een boek te lezen…

15 september ’06

Urümqi – Kasjgar
We komen om 8h toe . Eerst het treinticket regelen. ‘No sleeper!’.Dan maar een hardseat voor het laatste traject…Het wordt dus 23 uur zitten, maar we zien wel.
De trein vertrekt om 13h. Nog net tijd om het museum van de zijderoute te bezoeken. Het is heel mooi en leerzaam. Er is een volledige tentoonstelling van de kunst en cultuur van het Chinees deel van de route. Terug aan het station eten we wat, waardoor we toch wat nipt in tijd raken. We missen bijna onze trein!
De hardseatwagon, een dubbeldektrein, zit voller dan vol. Er zit een lijvige moslimvrouw, met haar kleine op de schoot op onze plaats. Hoe de treinconductrice ook argumenteert, ze is niet weg te krijgen, en wijst naar haar kleine om op haar onrechtmatige plaats te blijven zitten. Een andere man neemt
een plaats wat verder, zodat er twee( eigenlijk maar 1,5) plaatsen vrij komen naast haar. Een uur later snappen we haar argumenten: haar grotere zoon zit onder de bank verstopt, en heeft geen ticket!
Het wordt een lastige rit. De ramen zijn zò vuil dat je erg weinig van het landschap kunt zien. Bovendien passeert het grootste stuk ’s nachts, en van slapen komt weinig in huis omdat we heel weinig plaats hebben, en de moslimvrouw niet praat tegen haar kinderen, maar tiert. Ze deelt ook met grote regelmaat klappen uit op het hoofd van haar twee zoons. Vooral de kleine Abdulah is onhandelbaar en slaat natuurlijk zelf ook constant naar iedereen. Het is een verademing als ze om 5h de trein verlaat. Dan kunnen we eventjes in slaap dommelen…

16 september ’06

Kasjgar
We zijn doodmoe, maar toch moet er veel geregeld worden vandaag. Eerst nieuws proberen te krijgen ivm de diefstal. Nee, niets gevonden.
Het busticket is geen probleem: je kunt het in één trek nemen, tot Gilgit. Elke dag vertrek.
Daarna kampeermateriaal oppikken in het reisagentschap. We halen stevige zakken uit de plaatselijke zelfbediening, en maken twee stevige pakken.
Nog iets eten, en vroeg onder de wol…

17 september ’06

Kasjgar
We kunnen niet vertrekken vandaag… Ik ben doodvermoeid en zit met hoge koorts: griep. Ik slaap de ganse dag, in de hoop dat het morgen over is…
Christine slentert wat rond in de gezellige moslimbuurt, en komt terug met de ingrediënten van een ‘Belgische maaltijd’: aardappelen, bloemkool, biefstuk, en…een fles wijn. Ik voel me op slag beter! We monteren de MSR- brander en koken op de vensterbank. Heerlijk…

18 september ‘06

Kasjgar – Tasjkurgan
Ik ben er nog niet helemaal bovenop, maar voel me toch voldoende fit voor de busrit. We genieten ongelofelijk om onze fietsweg nog eens in omgekeerde zin met de bus te rijden. Het is stralend weer. We waren al een beetje vergeten hoe onbeschrijflijk mooi de route hier eigenlijk wel is. Het is genieten van het hoogste niveau…
Tasjkurgan is de laatste Chinese stad voor de grens. China is ons overgekomen als een goed georganiseerd land. Spoorwegen, en allerlei andere voorzieningen werken goed.
Er is en enorm verschil in ontwikkeling tussen de steden en het platteland. In de stad is de Chinees mij overgekomen als een hardwerkende mens. Hij wil er komen, maakt lange werkdagen, en zal ook zorgen voor een optillen van de levensstandaard in zijn land. Het is de generatie van onze ouders in België: ze hebben gezorgd voor de materiële welvaart waar wij en diegenen na ons konden op verder bouwen. We vergeten dit wel vaak eens: alles wat we in België hebben is door vroegere generaties opgebouwd, en dit vraagt tijd.
Met dit verschil: jongeren zien in China op TV de wereld zoals die bij ons is, en zijn daardoor soms ongeduldig.
De ontwikkeling is voor 1,4 miljard mensen massaal. De luchtvervuiling ook. Veel energie is gebaseerd op steenkool. De dampen hangen boven iedere stad.
Ontwikkeling is er ook niet voor iedereen. Er zijn weinig sociale voorzieningen. Veel mensen vallen uit de boot: het Amerikaans systeem…?
Je moet het zélf maken, als je er wil komen!
Door het laag houden van de lonen kan een groot deel van het economisch surplus naar het ontwikkelen van infrastructuur stromen: China is één bouwwerf, wat ook weer werk meebrengt!
Andere reizigers vertellen ons dat in vijf jaar tijd de meeste steden niet meer herkenbaar zijn!
Hét groot probleem is hier de taal. Chinezen zijn uiterst vriendelijke mensen, maar je kunt weinig gesprekken voeren, omdat de kennis van het Engels er niet is. Chinezen hebben ook geen tijd, en komen wat méér gesloten over als pakweg de Pakistanen of Turken.
Die massale ontwikkeling zal zeker zijn invloed hebben op het ecosysteem van de aarde. China is niet een klein landje zoals Japan!
Toch doet dit land het in onze ogen beter dan al zijn buren. Ook bij ons is de ontwikkeling zo verlopen, dus moet je niet met het vingertje in de lucht naar het milieu wijzen of zo.
Mensen zitten niet doelloos langs de straat, zoals in Turkije: Er is werk!

20 september ’06

Tasjkurgan – Gilgit
De douaneformaliteiten nemen 4 uur in beslag. Het weer is opperbest, waardoor het weer genieten wordt van de bovenste plank!
De bus is een express-bus: speciaal gemaakt om op het slechte Pakistaans deel van de Karakorum highway snel te kunnen rijden. Je ingewanden zullen het geweten hebben!
En ja, onze kameleon wacht in Gilgit trouw op zijn baasjes…! Het is donker als we er arriveren.

21, 22, 23 september ’06

Gilgit – Islamabad
We laden de bagage weer in de auto, en zagen ook het fietsrek in twee, zodat het in de auto kan. Ik las het dan thuis wel weer samen. Het duurt uren, omdat de zaagbladen ( moet voortdurend nieuwe halen!) van zo’n slechte kwaliteit zijn. We bevoorraden ook voor de volgende dagen. We kopen kip. Dit gaat zo: je koopt een levende kip, betaalt het gewicht, en daarna, slachten en pluimen voor je ogen. Versheid verzekerd dus.
De weg is in véél betere staat dan toen we doorreden, maar het blijft toch een lange weg, tot Islamabad, waar kampeerplaatsen moeilijk te vinden zijn. De tweede nacht krijgen we een kampeerplaats naast het politiebureau.

24 september ’06

Islamabad
Islamabad is één van de twee steden op de wereld die volledig planmatig is aangelegd. We willen dit wel eens zien.
De stad is opgebouwd uit een dambordpatroon, gescheiden door groene zones en verkeerswegen. Dit geeft het voordeel dat het centrum van de stad niet kan verstikken binnen de omliggende wijken en industrie, zoals dat is bij een klassiek stadspatroon is. Nee, de verschillende functies zijn verdeeld over meerdere vierkanten van het dambordpatroon.
Het komt ons inderdaad over als heel luchtig. Er is veel verkeer, omdat het de hoofdstad van Pakistan is, maar toch kun je makkelijk inrijden. Het vele groen is een verademing.
De moderne Shah Faisal moskee past volledig in dit stadsbeeld. Het is een juweeltje door de speling met licht. Wat er hier mogelijk is met beton is niet te evenaren in een klassieke moskee. Prachtig gewoon!
Er is hier een camping. We verlangen eens om onder de bomen enkele dagen rust te nemen. We gaan kijken, maar vertrekken weer: het sanitair is niet te gebruiken, en de weinige kampeerders doen een voortdurende wildedans om de zwermen muggen af te slaan…Dan maar een kamer.
We installeren het nieuwe computerprogramma van onze nieuwe camera en leren er ook mee werken, wat een ganse dag duurt.
Ook ons reisverslag moet ingetikt worden op de laptop om het te kunnen doorzenden. We zijn er niet mee klaar, maar de rest doen we wel in Lahore.


25 september ’06

Islamabad – Lahore
Het is donker als we de miljoenenstad Lahore binnenrijen. Dit nooit meer! We zijn weer in een gewone stad, en dan nog in Pakistan. We rijden ùren rond, vinden geen enkele straatnaam, en worden de oren van ons hoofd getoeterd. De gewone toeter van onze auto hoor je hier niet eens. Het is bloedstollend, maar het is nu eenmaal zo: je vindt dan toch plots een brave ziel die je kan helpen, en aanduiden op het plan waar je bent. Maar dan nog rijden we verkeerd. Het laatste stuk rijdt de politie voor, naar een straat waar vele hotels zijn…

26 september 06

Lahore
Lahore is ook als het klaar is een hekseketel. Dit hebben we nog niet meegemaakt! Het verkeer is niet te beschrijven. Ik doe geen poging. Enkel een film met geluid kan dit weergeven. Het is overweldigend. Waar je een klein stukje middenberm hebt liggen mensen te slapen. Om de weg te dwarsen moet je je leven wagen.
Maar…dan kom je in de eeuwenoude kleine straatjes. Motorriksja’s, paarden en ezels met karren en bromfietsen boren er zich nog toeterend door, maar toch is het zalig mooi. Ook met de open riolering in sommige straatjes… Je wordt het gewoon. Je moet er je neus niet voor ophalen, maar je laten meeslepen door dìe mensen en hùn manier van leven. En het is léven, hier!
In de Wazir Khan moskee raken we in gesprek met enkele middelbare scholieren. Ze vertrekken seffens naar de biologie les. Ik vertel hen dat ik biologie leraar ben in België. Het is een leutig gesprek. Het doet vertrouwd aan met leerlingen van die leeftijd te praten. Ik voel iets opleven.
We bezoeken de Badshahi moskee. Wat een kleurenpracht. De okerkleurige muren zijn tegenover de staalblauwe lucht een streling voor het oog. De architectuur getuigt van een volmaakte beheersing van alle symmetrische technieken, in die tijd.
We zijn moe en oververhit, en nemen een motorriksja terug naar ons hotel. Maar we worden aan het verkeerde hotel afgezet. Hoe ik het stadsplan ook toon, we worden steeds naar verkeerde plaatsen gevoerd. De getoonde plaats is niet correct. Het kleine hotelletje waar we logeren weet hij niet zijn: Er blijken veel hotels met dezelfde naam. Ten einde raad brengt hij ons naar ‘foreign affairs’. Tot Christine zich vaag een straatnaam herinnert. Na 1,5 uur rikja-en komen we op de juiste plaats…

27 september ’06

Lahore
Vandaag moeten we een dag tussen nemen om al de praktische zaken verder af te werken. Vòòr we naar Indië gaan moet het verslag volledig in orde zijn, en doorgestuurd. Ook de foto’s willen we sorteren, bewerken, klasseren en op CD branden om te verzenden. We willen dit nu doen, want thuis komt het er niet meer van. We kennen onszelf!
Dan de auto. De ruitewissers doen het niet meer. Er zit een kortsluiting op het circuit. Ik demonteer het volledige dashbord, maar vind uiteindelijk de fout niet. Om de hoek blijken hier kleine garages te zijn. Ik wil er een dopsleutel halen om het stuur af te nemen, maar de garagist komt mee. Elektriciteit is iemand anders. Een tweede garagist komt erbij, en vindt in een handomdraai de fout, nl op de ruitenwissermotor. Met 300 rupies is het in orde, en lopen ze arm in arm méér dan tevreden weg.
Nu alles afgewerkt is, staan we klaar om India binnen te rijden. Pakistan, met je grote hart en je overvriendelijke mensen,… We gaan je missen,maar komen in het voorjaar hopelijks weer langs.